Categoriearchief: Grappig

Op ‘t witte doek.

klik voor groter

Dat Amsterdam het heeft, wisten wij natuurlijk allang.
En dat we een leuk mini-huisje hebben in Amsterdam wisten wij ook al.
En dat werd nog eens bevestigd door de brief die we in de bus kregen.

Er zou een reclemespotje voor CZ Verzekeringen opgenomen in ónze karakteristieke straat. En er moesten ook opnames gemaakt worden ín een woning. Of ze even binnen mochten kijken om te zien of ons huisje in aanmerking kwam. Vergoeding: 250 euro!

“Ketjing! Samen delen?” zeiden Mich en ik tegen elkaar.
In gedachten gaven we ieder al 125 euro uit.
En het leek ons ook wel leuk om ons eigen huis in een reclamespotje te zien.
Dus kwam er een meneer rondkijken en foto’s maken.

Er zou een stelletje gefilmd worden, zittend op de rand van het bed.
De meneer die foto’s kwam maken was erg gecharmeerd van onze ‘walk-through-badkamer’ waardoor je vanuit de woonkamer in de slaapkamer kunt kijken.

Maar onze witte muren waren een beetje een probleem.
Die schijnen niet goed over te komen op film.
“Of daar iets aan gedaan mocht worden?” vroeg de foto-maak-meneer. “Tuurlijk!” antwoorde Mich “mijn moeder is niet zo moeilijk”
Ben ik ook niet. Doe maar, jongens!
Voor die 125 euro én mijn huis op tv wil ik best een geverfde muur.

Na een tijdje bleek dat onze woning het toch niet geworden was.
Door de witte muren en ook doordat wij op vier hoog wonen en je dus vanuit het raam geen andere woningen ziet. Jammer.

Op de dag van de opnames hebben we even staan kijken.
Er stonden wat kindertjes op de trap, belicht door een reflecterend scherm aan de overkant van de straat. Een meisje op een fiets, kreeg een soort van fietsles, van een jongen met donkere krullen.

Ik maakte een foto van de activiteiten en vond vooral dat het lang duurde. Hoeveel keer moet zo’n simpele scene over? We gaven het op en gingen naar binnen. Tenslotte werden wij niet betaald.

Afgelopen week kwam ineens de reclamespot voorbij.
Vol verwachting zaten we te kijken. Oh, kijk!
Daar was het meisje op de fiets in ónze straat.
En -flits- was dat nou die slaapkamer-scene?
Ik had ‘t even gemist.

De volgende keer dat de reclame voorbij kwam, lette ik extra goed op.
Ah, daar was het stelletje op het bed, het meisje huilt.
En voorbij was het alweer.

De keer daarop lette ik vooral op de achtergrond.
Daar had je ze weer! Het stelletje op bed!
Met op de achtergrond… Een radiator!
Met nét zo’n warmtemetertje er op als wij hebben!
En een witte muur. En geen uitzicht uit een raam.

Duh. Hadden ze net zo goed bij ons kunnen filmen.
Dan was ónze radiotor op tv gekomen.
En hadden wij 250 euro gehad.

Maar écht zielig is het pas voor de jongen met de donkere krullen, die zo vol overgave fietsles gaf aan een meisje op een koude november-ochtend.
Keer op keer. Hij heeft wel twintig keer door onze straat gerend.

In de commercial is die arme jongen compleet verdwenen.
Er loopt ineens iemand anders naast de fiets.
Gelukkig hebben we de foto nog.

Misschien wil hij hem wel kopen.
Ook daar doe ik niet moeilijk over.
Voor 250 euro mag-ie ‘m hebben.

Update: het reclamefilmpje staat hier.
En nu ik eens goed keek, zag ik dat de jongen met de donkere krullen nog wél in het filmpje zit. Goed kijken!

Uit de oude doos: pinnen.

Toen Michelle klein was, was mijn banksaldo meestal niet zo riant. Als alleenstaande moeder was het wel eens puzzelen. Maar ik hield mijn boekhouding altijd keurig op orde, dus ik wist precies wanneer mijn geld op of bijna op was. En als het zover was, pinde ik bij de pinautomaat en betaalde ik mijn boodschappen cash. Pinnen deed ik alleen als ik zeker wist dat er genoeg geld op mijn rekening stond.

Tijdens een middagje boodschappen doen met mijn moeder en Michelle, stond ik bij de kassa van de plaatselijke Albert Heijn om mijn boodschappen af te rekenen. Ik haalde mijn pas door het pinapparaat en toetste mijn pincode in. “Ehm”, zei de cassiere voorzichtig “er staat geen geld op uw rekening.”
Ik voelde mijn wangen rood kleuren.

Op dat moment trok Michelle, een jaar of tien oud, voorzichtig aan mijn mouw.
“Mam?”
Ik trok mijn arm los en siste tegen haar “Nu niet, Mich!”.

“Er moet geld op staan.” mompelde ik tegen de cassiere en ik
probeerde opnieuw te pinnen.
“Mam?” zei Michelle nog een keer terwijl ze weer aan mijn mouw trok.
“Nu niet, Michelle!” siste ik weer.
Maar ik kon nog steeds niet pinnen.

Met hoogrode wangen en klotsende oksels leende ik geld bij mijn moeder,
die, gelukkig, achter me in de rij stond.
Michelle trok wéér aan mijn mouw, nog dwingender. “Mám!”
Maar weer legde ik haar het zwijgen op met een boos “Nu niet!”

Mijn moeder gaf me geld, ik rekende af en wist niet hoe snel ik de winkel uit moest komen. Ik schaamde me dood.
Eenmaal buiten trok Michelle opnieuw aan mijn mouw.

“Mam! Je had het verkeerde bankpasje!”

Ik keek eens goed naar mijn pasje.
En verhip! Die kleine slimmerik had gelijk.

Als ik geld ging pinnen, mocht zij dat vaak doen.
Daardoor had ze gezien dat ik inderdaad de verkeerde bankpas gebruikt had.
Ik had geprobeerd te pinnen met de pinpas van mijn spaarrekening waar, inderdaad, geen geld op stond.

Moraal van dit verhaal? Dat je moet luisteren naar je kind?
Geen idee.

Ik vind het gewoon een leuk verhaal, waar ik inmiddels grinnikend aan terug denk. Had ik maar even geluisterd. Maar jeetje, ik schaamde me zo!

En dat terwijl het vast iedereen wel eens gebeurt.
Toch?

Kamikaze-Boef.

klik voor groter

Vandaag was ik op visite bij Michelle en Tijl.
In het kader van een filmavondje hadden ze het matras van
hun bed in de woonkamer op de grond gelegd om lekker riant film
te kunnen kijken.

Voor Boef één groot feest natuurlijk!
Prinsheerlijk lag meneer te chillen op het matras in de huiskamer.

Op de bank kletsten Mich en ik ondertussen gezellig bij.
“Oh ja!’ zei Michelle, ‘wil je m’n nieuwe outfits zien?’
En we liepen naar de slaapkamer om haar nieuwste aankopen te bewonderen.
Allemaal mooi, allemaal leuk.

Aangezien het matras van het bed in de woonkamer lag,
kon ik, door de lattenbodem heen, zien wat er onder het bed lag.
Twee opbergdozen met spullen van vroeger. Van mij en van Michelle.

Aangezien mijn verdwenen kettinkje momenteel mijn gedachten weer beheerst, wilde ik even die dozen doorspitten. Je weet maar nooit.

Terwijl wij Michelle’s eerste flesje, haar eerste pyama en
haar Bambi-walkman bekeken, besloot Boef gezellig te komen kijken
wat wij aan het doen waren in de slaapkamer.

Als er één woord is om Boef te omschrijven dan is het ‘enthousiast’.
Dus enthousiast rende hij de slaapkamer in.
‘Leuk joh! Wat doen jullie daar?’

En enthousiast sprong hij, met een grote aanloop,
drie keer zijn eigen hoogte, over het voeteneinde van het bed heen,
op het bed.

Onze Boef was alleen even vergeten dat het matras,
waarop hij riant dacht te landen, in de woonkamer lag.

En bonk! Daar lag meneer.
Met allevier zijn pootjes uitgespreid op de lattenbodem.

Mijn hart stond van schrik even stil.
Vooral omdat Boef bleef liggen.

Achteraf gezien gewoon van verbazing.
‘Huh? Wat gebeurde hier nou?’

Maar ook omdat hij niet omhoog kon omdat zijn pootjes
machteloos tussen de latten van de lattenbodem bungelden.

Mich tilde Boef koelbloedig op.
Ze zei niet geschrokken ‘Oei’ of ‘Oh, wat zielig’.
Ze gaf ‘m vrolijk een knuffel, zei ‘Al klaar. Niks aan de hand.’
en zette Boef op de grond.

Boef liep vrolijk kwispelend rond.
Niks aan de hand.
Zelfs geen deuk in z’n ego.

Toen ik eenmaal zeker wist dat Boef in orde was,
en mijn hartslag weer in orde was, heb ik er vreselijk om gelachen.

Onze Kamikaze-Boef.
Ach. Je had erbij moeten zijn.

Mijn verloren kettinkje hebben we overigens  niet gevonden.

Appeltje.

Al een tijdje lees ik de blog Appelig van José.
Een zeer creatieve dame met erg originele ideeën.
Zo bedacht ze een tijdje terug een heuse ‘Op jacht naar de schat’.

Op verschillende plaatsen in Nederland (en zelfs in het buitenland!) heeft ze kleine appeltjes verstopt. Op haar weblog geeft ze tips waar je de appeltjes kunt vinden in de hoop dat deze gevonden worden door haar lezers of door toevallige voorbijgangers. Ik las op haar weblog dat ze ook appeltjes verstopt had in Amsterdam.

Een buitenkansje natuurlijk! Er zijn al wat appeltjes gevonden, maar er scheen er nog een te liggen bij de Starbucks op het Rembrandtplein.
Maar steeds als ik in de buurt was, vergat ik het.
Om dan vervolgens thuis te denken ‘Het appeltje! Vergeten!’

Vandaag ging ik met Michelle de stad in.
We besloten wat te gaan drinken bij het café van haar bazin op het Rembrandtplein. Deze keer gingen de alarmbellen rinkelen.
“Rembrandtplein. Appeltje!” dacht ik meteen.

Ik vertelde Mich van de appeltjes van José en we stapten de Starbucks binnen.
Het was erg druk, bijna alle stoelen waren bezet.
“Best raar”, vond Mich “dat we rondlopen en niets drinken.”
“We doen net of we iemand zoeken”, zei ik, terwijl ik met de foto van het weblog van Appelig in mijn achterhoofd de zaak rondspeurde.

Uiteindelijk zag ik de kast met de weegschaal waar het appeltje in zou moeten zitten. Op de lege stoel die op de foto van José stond, zat nu een meneer koffie te drinken.

Doelbewust liep ik naar de weegschaal naast hem, terwijl hij me verbaasd aankeek. “Pardon, mag ik even?” zei ik terwijl ik pal naast hem ging staan om in de weegschaal te gluren. En daar lag het appeltje!

Ik griste het appeltje mee en we maakten ons gieberend uit de voeten,
nagestaard door verbaasde koffie-klanten.

Eenmaal buiten vonden we het allebei toch wel fascinerend.
“Goh”, zei Michelle, “jij kent haar helemaal niet en nu heb jij iets wat zij daar neergelegd heeft!” Raar idee inderdaad!

Ik mag het appeltje weer verstoppen maar ik mag hem ook houden als ik wil.
Het wordt het laatste. Ik vind ‘m leuk!
Een appeltje met een verhaal!

Vanavond zag ik op de weblog van José dat ik eigenlijk een foto van mezelf had moeten maken op de vindlocatie mét het appeltje.

Sorry, José. Dat is niet gelukt.
Ik had te veel haast om weg te komen.
In plaats daarvan heb ik een foto gemaakt van je appeltje op zijn nieuwe locatie.
Het is Amsterdam-West geworden!

klik voor groter
Het appeltje met op de achtergrond het rode gebouw van Mazar (rechts)
en in de verte het Fashionhotel (rechts) in Amsterdam-West.