Het is een waar kunstwerkje. Simpel in zijn eenvoud. Een houten raamwerk dat mijn vader ooit maakte voor mijn moeder. Het paste precies in de la van mijn moeders toilettafel en ze kon door de vakjes al haar – voornamelijk nep – juwelen keurig opbergen. Nu gaan we naar IKEA of Action voor zoiets. Maar IKEA en Action bestonden toen nog niet. Dat was niet erg. Mijn moeder had geen IKEA nodig; die had mijn vader.
Mijn vader overleed in 1993. En toen mijn moeder in 2021 verhuisde naar een zorginstelling ruimden mijn broer en ik haar huis leeg. De meubels van de slaapkamer die ze van ons cadeau kregen voor hun 25-jarige huwelijk konden niet mee en moesten weg. Ik haalde de lades van de toilettafel leeg. De nep-juwelen van mijn moeder borg ik op in een sieradendoos en ik stond besluiteloos met het houten raamwerk in mijn handen. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen het weg te doen. Ik gooide het in mijn auto en borg het thuis op in een la om er heel lang niet meer aan te denken. Tot ik het laatst weer tegen kwam en het rond en rond draaide in mijn handen en van alle kanten bekeek.
Het is een waar kunststukje. Ik zie voor me hoe mijn vader in zijn schuurtje aan het klussen is. Zijn emaïle boerenbont-beker met koud geworden koffie naast hem. Een sjekkie smeulend in de asbak. De radio die zachtjes muziek van StuBru speelt. Ik zie voor me hoe hij zorgvuldig uitsparingen in de latjes zaagt zodat het raamwerk precies in elkaar past. Hoe hij alle latjes zorgvuldig glad schuurde want wat hij ook knutselde voor ons: er zaten nooit splinters aan. Ik zie voor me hoe hij zorgvuldig de latjes aan elkaar spijkerde met spijkertjes die – op maat gesorteerd – in oranje bakjes aan zijn werkbank hingen. Wel raar dat hij het prijsstickertje van Gamma liet zitten.
In gedachten zie ik mijn vader de schuur uit komen en over het tuinpad naar het huis lopen. Het raamwerk losjes slingerend in zijn grote hand. Ik zie hoe hij de keuken binnenloopt en zegt ‘Kijk eens, Jopie*, wat ik voor je gemaakt heb!’ En ik zie hoe mijn moeder naar boven loopt, op de grond gaat zitten voor haar toilettafel en zorgvuldig haar glimmertjes verdeelt over de vakjes.
Mijn ouders leven inmiddels allebei niet meer. En ik kon het nog steeds niet over mijn hart verkrijgen om het knutselwerkje dat mijn vader maakte voor mijn moeder weg te doen. Maar wat ik er dan wel mee moest? Ik heb geen lade waar het in past. En ik heb ook niet genoeg juwelen om de vakjes te vullen. Maar ineens wist ik het! Met zo’n handige spuitbus maakte ik het raamwerk zwart. En nu hangt het aan de muur. Als letterbak. Dat hadden ze mooi gevonden, die twee!
*mijn moeder heette Joke. Maar mijn vader noemde haar altijd liefdevol Jopie.