Categoriearchief: Klussen met kijkers

DIY Muurdecoratie.

In een vloek en een zucht heb ik begin vorig jaar mijn huis opnieuw ingericht. Ik verfde de muren, kocht nieuwe meubels, beging wat flaters en als finishing touch hing ik een eigen werk aan de muur. Er was één ding wat nog ontbrak; iets om aan de muur boven de bank te hangen.

Omdat ik het best lastig vond om te beslissen wat ik daar wilde hangen, deed ik even helemaal niks. Ik wachtte geduldig af tot ik ‘ergens tegen aan zou lopen’. Ik liep tegen van alles aan. Een leuke boekenkast, een mooie plant en allerlei andere spullen maar niet tegen een schilderij. Maar de lege plek boven de bank wende en ik dacht er eigenlijk niet eens meer aan om daar iets op te hangen.

Tot het me ineens opviel dat je de gaatjes kon zien waar ooit een schilderij hing. Die gaatjes heb ik uiteraard dichtgesmeerd maar als je wéét dat ze er zitten, zie je ze. En als je ze eenmaal ziet, kun je ze ook niet meer niet zien. Dus begon ik me te irriteren aan die gaatjes. Dat vroeg om een oplossing. Een tijdelijke oplossing, liefst zo goedkoop mogelijk.

Dus wandelde ik de plaatselijke Action binnen en kocht een stel rieten placemats in verschillende formaten. Ik vond in de berging nog een restje muurverf en beschilderde de placemats zodat ze mooi matchten met de muur tegenover de bank. Tenslotte prikte ik de placemats met kopspelden vast aan het behang. Et voilá! Geen gaatje meer te zien!

 

Misschien vind ik ooit nog een schilderij. Misschien ook wel niet.
Voorlopig voldoet dit prima. Kosten: nog geen tien euro. Kijk! Daar houd ik van! 

Hysterisch.

Dus toen ik dat logje geplaatst had over de kerstboom van dochterlief, werd het tijd om mijn eigen boom te zetten. Even twijfelde ik nog. Gedoe, geen zin en waarom zou ik? Maar toen dacht ik weer aan de kerstbomen in het VU en wat een voorrecht het eigenlijk is om de kerstboom te kunnen zetten. Ik counte mijn blessings en sleepte de boom en de dozen versiering uit de berging.

Het was nog even puzzelen wat – met de nieuwe inrichting – het beste plekje was voor de boom. Uiteindelijk werd het een hoek van de kamer, bij de balkondeur dit in dit jaargetijde toch niet open hoeft. Ik zette de boom in elkaar en maakte de doos met versieringen open. Met Michelle ’s kleurige boom in mijn gedachten vond ik het ineens maar een saaie bende.

Zilveren kerstballen, gouden kerstballen en nog een doos met simpele rode ballen. Die laatste zijn geen optie meer. Ik houd van blauw. En van groen. Ex houdt van rood. En hij won waardoor ik de rode stoelen, rode gordijnen, rode koffiebekers en rode kerstballen 18 jaar lang gedoogd heb. Simpel rood is geen optie meer. En van dat saaie zilver en goud werd ik ook niet echt blij. Ik wilde meer kleur. Veel kleur.

Het was inmiddels half negen ’s avonds. De winkels waren al dicht. Je hebt mensen die dan een kopje koffie pakken, rustig op de bank gaan zitten en de volgende dag gaan shoppen voor gekleurde kerstballen. En je hebt mij; ik wil gekleurde kerstballen. Hysterisch gekleurde ballen. En die wilde ik meteen!

Ik rommelde tussen mijn hobbyspullen en vond een doos acrylverf in allerlei kleurtjes. Aha! Ik ging aan tafel zitten en verfde een paar kerstballen. Strepen, bolletjes. Dat ging eigenlijk best goed. De verf was een beetje streperig maar eenmaal in de boom, zag zo’n beschilderde bal er prima uit. Vervolgens stapte ik over op een setje watervaste stiften, dat ik ooit voor een prikkie kocht bij Action. Dat bleek nog beter te werken. Ik tekende bolletjes en lijntjes op de zilveren kerstballen.

Toen ik me vervolgens ook nog bedacht dat ik ergens washi-tape had liggen dat ik nooit gebruik, leefde ik me daarmee ook uit. En eigenlijk gaf dat nog het beste effect. Een paar stukjes tape over een kerstbal en het zag er al heel anders uit. En wat gewoon het aller-aller-beste werkte, was het potje witte verf dat ik nog had staan! Stipje hier, stipje daar. En ik doopte een paar ballen met hun kontje in de verfpot. Perfect!

Et voila! Daar is-ie, hoor. Mijn hysterische kerstboom.  

All I want for Christmas…

Tijdens een van de laatste lockdowns tijdens corona begon het laminaat in mijn keuken te bobbelen. Oh, oh. Lekkage dus. Aangezien de bobbels begonnen bij de deur naar het hok waar de cv-ketel hangt, leek het mij dat daar de lekkage vandaan kwam. Ik meldde het bij de verhuurder die beloofde een bedrijf in te schakelen dat mijn cv-ketel na zou kijken. Maar er gebeurde helemaal niets. Ik belde de verhuurder opnieuw, die mij het telefoonnummer gaf van het bedrijf dat ze ingeschakeld hadden. En ik belde zelf. En ik belde nog een keer. En nog een keer. Maar wát er ook gebeurde; ik hoorde niks.

Ik belde zó vaak dat ik de twee telefonistes van het bedrijf vaker sprak dan mijn bloedeigen moeder. We begroetten elkaar inmiddels als vriendinnen en ook zij waren steeds in shock dat ik nog steeds niet teruggebeld was. Na wekenlang zeuren en laminaat dat steeds meer begon te bobbelen, kwam eindelijk Meneer 1 langs die wat aan mijn cv-ketel rommelde, wegging voor een onderdeeltje en nooit meer terug kwam. Wij douchten een weekend koud en die maandag kwam Meneer 2 langs om het euvel te verhelpen. Probleem opgelost, dacht ik. Maar mijn laminaat bleef bobbelen.

Opnieuw belde ik naar de verhuurder. Meneer 3 en Meneer 4 kwamen langs. Ze boorden gaten in mijn muur van de studeerkamer (?) en constateerden dat de lekkage kwam door versleten kitvoegen in de badkamer. Ik geloof daar helemaal niks van. Maar na een tijdje kwam Meneer 5 de kit in de badkamer vernieuwen. Die meneer had een beetje mazzel dat ik niet thuis was die dag want ik had ‘m niet laten vertrekken. Kitten is niet mijn favoriete klusje, maar zelfs ik kan het netter dan het broddelwerk dat deze prutser achterliet.

Omdat ik op dat moment wel wat anders aan mijn hoofd had, liet ik het erbij zitten en deed schietgebedjes dat de lekkage verholpen zou zijn. Als mijn laminaat dan opgedroogd was, kon ik de verzekering inschakelen en iets nieuws op de vloer laten leggen. Na een tijd begon het laminaat te kraken als ik er overheen liep. Dat leek mij een goed teken. Volgens mij betekende dat dat het droog was. Dus ik belde mijn verzekering, die uiteraard een offerte wilde van een laminaatmeneer.

De laminaatmeneer, Meneer 6, die ik inschakelde, kreeg bijna een hartverzakking toen hij mijn bobbellaminaat zag. “Valt toch wel mee?” vroeg ik nog onschuldig. Maar volgens hem viel het helemaal niet mee. Hij vertelde dat mijn laminaat helemaal nog niet droog was. En nog erger; dat hij niet kon zien hoever het water doorgelopen was onder het laminaat. Onheilspellende zinnen sprak hij. Zinnen als ‘ventilator om de vloer te laten drogen’ en ‘misschien wel het laminaat in de hele keuken én woonkamer eruit’. Eerst moest het laminaat eruit en dan kon hij pas zien wat er moest gebeuren. Hij maakt wel een offerte, die ik doorstuurde naar een meneer bij de verzekering.

Van die offerte kreeg vervolgens de meneer van de verzekering, Meneer 7, ook bijna een hartverzakking en hij belde me meteen. Ik had inmiddels het laminaat in de keuken er gedeeltelijk uit gesloopt en kon de hem een beetje geruststellen. Het water was niet de woonkamer ingelopen dus het was allemaal te overzien. Alleen was de lekkage schijnbaar nog niet opgelost. Dus dat moest eerst gebeuren.

Inmiddels is wéér de cv-ketel nagekeken door Meneer nummer 8. En Meneer 9 is langs geweest om de kit in de badkamer te vervangen. Deze meneer deed dat keurig netjes en kitte ook meteen mijn wastafel af. Maar ik heb nog steeds maar een halve vloer in de keuken en ondanks dat er vrijwel een heel elftal hier over de vloer geweest is, heb ik er een hard hoofd in dat de lekkage opgelost is want ik zie nog steeds een natte plek op het beton.

In de afgelopen weken heb ik zoveel contact gehad met de verzekeringsmeneer dat we elkaar tutoyeren en samen geduldig afwachten of mijn vloer ooit nog droog wordt. Regelmatig belt hij op om te vragen hoe het gaat. Ik spreek hem zo vaak dat ik overweeg zijn adres te vragen om een kerstkaart te kunnen sturen. Want ondertussen hangt de feestverlichting hier in het dorp. De Sint is in het land en af en toe hoor ik Mariah Carey al zingen wat ze voor Kerstmis wil. Ik wil zelf ondertussen nog maar één ding voor Kerstmis. Een vloer in de keuken! Maar of dat gaat lukken…

Voor een habbekrats.

Toen ik nog samenwoonde waren alle snuisterijen in huis van de liefste ex. Alle beeldjes, alle prulletjes, ze waren allemaal van hem. Niet meer dan logisch dat ik alles voor hem ingepakt hebt. Het fotolijstje met de foto van Spike, de foto’s van ouders, de spulletjes van zijn ouders, zijn Kuifje-raket en Jansen en Jansen in hun autootje. Het staat nu allemaal bij hem. Waar het hoort. Dat hield wel in dat ik niks meer in huis had om de boel een beetje op te leuken. Dat kwam me op zich goed uit want ik houd niet zo van snuisterijen. Het meeste vind ik niet bijzonder, te duur of het valt in de categorie stofnest. Maar helemaal zonder was ook een beetje kaal. Maar beetje bij beetje kwamen er wat snuisterijen in huis. Precies genoeg, vind ik. En het mooie is; het kostte bijna niks!

Op de ventsterbank staan wat bloempotjes. Het bloempotje aan de linkerkant is een potje dat ik mee nam uit de inboedel van mijn moeder toen ze naar het zorgcentrum verhuisde. Een foeilelijk ding, maar ik vond de vorm leuk. Dus wikkelde ik er een stuk touw om heen dat ik vastplakte met montagekit. De potjes aan de rechterkant zijn lege conservenblikjes. Ik boetseerde er een laagje zelfdrogende klei omheen en drukte daar schelpen in die ik op het stand gevonden heb.

Naar de televisie staat uiteraard een foto van mijn grote kattenvriend, onze Spike. Het mini-dromenvangertje aan het fotolijstje van Spike maakte ik zelf van een mondkapje. Het fotolijstje kocht ik bij de Xenos. Ik deed er een foto van Michelle in. Met wat zand en schelpjes. En van stukjes hout die ik vond op het strand, knutselde ik een vis in elkaar. Als basis gebruikte ik twee eetstokjes die ik nog in de keukenla had liggen na een afhaalmaaltijd.

Op de salontafel staat een plant. En wat waxinelichthoudertjes. Die kocht ik bij de kringloopwinkel. Ze staan op een simpele plantenschotel van de Action van een paar eurocent. De onderzetters kreeg ik cadeau toen ik wegging bij de garage waar ik werkte in 2008. Er hoorden twee flessen wijn bij maar die gingen de avond van mijn afscheid al op. En geen zorgen; ik had hulp daarbij.

 

De meeste snuisterijen staan in de boekenkast. Bovenop staan, naast de plant, de enige twee dingen die ik nieuw kocht. Een paard en een masker. Allebei van Xenos. Op de tweede plank staan dierbare foto’s. De fotolijstjes komen van de Action vandaan. De Boeddha die voor de foto’s staat bracht een ex-collega voor me mee toen hij ooit terug kwam van vakantie. Ja, die ene ex-collega; die met de meeste praatjes.

Op de derde plank staat een schermerlampje van de Action. Het ding kostte nog geen vijf euro. Ik heb het hout zelf wat donkerder gebeitst. De twee flesjes kocht ik in de kringloopwinkel. En daarvoor staat een olielampje dat ik in 1989 kocht in Bernkastel-Kues tijdens een weekendje weg. Op de vierde plank staat een nepplant in een mandje van de kringloopwinkel. Ook het glazen flesje komt daar vandaan.

En op de onderste plank staan de boeken die ik nog moet lezen voor ze in mijn minibieb kunnen. Ze zijn allemaal tweedehands. Daarnaast staat een grote glazen vaas. Die stond zomaar bij de glasbak! Ik heb ‘m mee genomen en eerst een nachtje in de gootsteen laten staan met water er in omdat ik bang was dat hij zou lekken. Maar nee, hoor! Niks mis mee! Ik gooi er altijd mijn standjutter-vondsten in als ik terugkom van het strand.

Naast de boekenkast staat een grote glazen fles. Ooit las ik bij haar een stukje over damigiane. Die vond ik zo leuk dat ik er graag een wilde. Dus keek ik op Marktplaats en zocht op ‘damigiana’. Er waren er niet veel. Ze werden ver weg te koop aangeboden en ze waren erg duur. Meestal zo rond de 60 euro. Toen besloot ik te zoeken op ‘groene fles’. Dat pakte beter uit. Ik kocht dit exemplaar voor 20 euro, vijf kilometer hier vandaan. Het is misschien geen echte damigiana maar ik vind ‘m mooi. De rode takken kreeg ik erbij van de vorige eigenaresse en de pluimen die er in staan, plukte ik ergens aan de waterkant.

Kortom, geen dure spullen. Geen sjieke items. Gewoon een bij elkaar geraapt zooitje dat bijna niets kostte. En dát vind ik misschien nog wel het leukste ervan.

Wat is het duurste item dat jij in huis hebt?