Categoriearchief: Klussen met kijkers

Stom.

Weten jullie nog? Die opslagruimte die ik destijds geheel per ongeluk huurde? Nou, die opslag ging een hele tijd geleden verhuizen. We konden kiezen; of onze spullen door hen laten verhuizen naar de nieuwe locatie, of zelf een verhuizing regelen naar een locatie naar keuze. Liever lui dan moe koos ik voor mee-verhuizen. Dus hadden we ineens een opslag in Haarlem. Niet dat het mij iets uitmaakte. Ik kwam er toch nooit.

Maar toen moesten er meubels van Frank in de opslag. Vaag herinnerde ik me dat die opslag vol stond met allerlei rotzooi, dus moest eerst de opslag leeg. Ik was nog nooit op de nieuwe locatie geweest dus besloot ik eens poolshoogte te nemen. Toen bleek Haarlem toch niet zo handig. Voor mijn gevoel doorkruiste ik de halve stad maar uiteindelijk was ik daar waar ik wezen moest.

De opslagruimte bleek in een spiksplinternieuw pand te zitten. Een medewerker van de firma liep met me mee om de weg naar mijn box te wijzen en te laten zien hoe alles werkte. Het zag er allemaal prachtig uit. Ik kan niet anders zeggen. Omdat ik die dag geen zin had om te slepen, zocht ik uit wat weg kon, zette dat aan de kant en vertrok. Het kostte me bijna een half uur om de uitgang te vinden, zo groot is het daar. Ik was er van overtuigd dat ik mijn box nooit meer terug zou kunnen vinden.

Maar dat slepen met spullen moest toch eens gebeuren. Ik had inmiddels een verhuisbedrijf geregeld om de meubels naar de opslag te brengen dus de deadline waarop de de opslag leeg moest zijn kwam in rap tempo dichterbij. Vorige week trok ik de stoute schoenen aan en reed op een zondag naar Haarlem. Google Maps had een goede dag en ik wist het gebouw wonderbaarlijk genoeg vrij vlot te vinden. Omdat het zondag was, was het hek dicht. Maar ha! In mijn zak zat het briefje met de code die ik vol vertrouwen intoetste op het kastje dat op het hek hing. “Code niet herkend” verscheen er op het display. Ik toetste nog een keer de code in. En nog een keer. Maar dat stomme kastje op het hek bleef zeggen dat de code niet herkend werd.

Geïrriteerd reed ik naar huis en nam me voor de volgende dag te bellen naar het bedrijf om te vragen hoe of wat. Maar ik had het druk, de week vloog voorbij en dat telefoontje plegen kwam er niet van. En toen kwam het weekend dat de opslag toch écht leeg moest omdat het verhuisbedrijf maandag heel vroeg zou komen om de meubels naar de opslag te brengen. Laatste kans. Ik reed wéér naar de opslag en ik parkeerde mijn auto om eens goed de omgeving in me op te nemen, zodat ik de verhuizers later de weg zou kunnen wijzen.

En toen viel me ineens op dat op er een soort eenrichtingsverkeer-route rond het gebouw van de opslag ligt. Logisch eigenlijk, want het is er vrij smal en dus is het wel handig als iedereen dezelfde kant op rijdt. Op het ene hek staat een grote blauwe pijl. En op het andere hek prijkt een ‘verboden in te rijden’-bord. Dat was me de week daarvoor finaal ontgaan. Ineens viel het kwartje. De week daarvoor had ik mijn toegangscode dus bij de uitgang in staan tikken.

Ja, dat is stom. Dat geef ik zonder meer toe. Oerstom. Maar welke sukkel hangt er dan ook een kastje bij de uitgang waar je je code in kunt voeren? Dát is pas stom!

Bijschrift bij de foto: moest ik nog hoofdrekenen ook. 

Uncle Bob en de expositie.

In november had Uncle Bob er geen zin in. De opdracht van die maand was de zonsondergang fotograferen en dat lukte niet echt. Ik leverde wat foto’s uit mijn archief in voor mijn fotografie-opdracht en toen hoorde ik dat je twee jaar mag doen over de twaalf opdrachten! Twee jaar! Jongens! Dan ga ik toch niet in de kou staan klungelen?

In de maand december had de opdracht veel met water te maken. Een knappende waterballon fotograferen, bijvoorbeeld. Ook niet handig. Zie in december maar eens waterballonnen op de kop te tikken. Dat lukte dus niet. En bovendien had ik niet veel zin om in de kou buiten te gaan staan knoeien met water. Dus ook de opdracht van december liet aan mij voorbij gaan. 

In januari had ik geen tijd op te fotograferen. Wat natuurlijk gewoon een smoesje is. Oké, ik hád ook echt weinig tijd. Maar als ik echt gewild had, had ik best tijd kunnen maken. Het moge duidelijk zijn dat toen ik hoorde dat ik twee jaar de tijd had om mijn twaalf opdrachten in te leveren, mijn stok achter de deur verdwenen was.

Inmiddels is het februari. De grootste drukte is voorbij, ik heb zeeën van tijd en het blijft ‘s avonds al langer licht. Dus het wordt tijd om weer aan de slag te gaan. En om het moraal hoog te houden heb ik besloten iets van mijn eigen werk in mijn pas verbouwde huis op te hangen. Als nieuwe stok achter de deur en als geheugensteuntje hoe leuk ik fotografie vind.

Dus Uncle Bob heeft nu een heuse expositie.
Op het toilet. 

Klussen voor dummies.

In de restyling van mijn huiskamer besloot ik te kiezen voor twee naast elkaar hangende, zwevende tv-kastjes. En op een van die kastjes moest een spiksplinternieuwe tv komen te staan. En dat laatste maakte dat ik twijfelde aan mijn eigen klusvermogen. Ik zag al voor me hoe de tv met kastje en al van de muur zou kukelen. Dus had ik hulp nodig. En in de flow waarin ik nu zit, verbouwde ik – in mijn eentje – mijn hele huiskamer in nog geen twee weken. Dus de hulp die ik nodig had, moest snel komen. Héél snel! Sneller dan schoonzoon of broer hier konden zijn.

Dat lukte. Ik scoorde via werkspot een klusjesman die de volgende dag al op de stoep stond. Hij was zó snel dat ik nog geen gaten in de kastjes geboord had om de kabels weg te werken. Maar ach, dat kon altijd nog. Terwijl ik thuis aan het werk was, ging mijn klusjesman voortvarend aan de slag met de kastjes. Ik probeerde mijn aandacht bij mijn werk te houden maar het ontging me niet dat hij een gat boorde op een verkeerde plaats. Toen hij vervolgens een mattie belde omdat hij het ophangsysteem van de kastjes niet begreep, werd ik een tikkie nerveus. Als dat maar goed ging. Maar het ging goed en uiteindelijk hingen mijn kastjes keurig netjes naast elkaar. Volledig waterpas.

Dus toen mijn klusjesman vertrokken was, pakte ik mijn gatenboor en boorde ik een gat in de bovenkant van een van de kastjes. Hopla! Fluitje van een cent! Maar toen ik een gat in de onderkant van het kastje wilde boren, bleek dat mijn boor er niet onder paste. Kak! Ik bekeek het kastje van alle kanten. Overwoog zelfs om dan maar een schuin gat te boren maar kon toch geen andere conclusie trekken dan dat het kastje van de muur moest om er een gat in te zagen. Vloekend en scheldend heb ik het kastje van de muur gehaald en woest een gat in de onderkant gezaagd. En wat ik daarna ook probeerde; ik kreeg het kastje niet meer recht opgehangen.

Uiteindelijk deed ik iets verstandigs. Voor de zekerheid stutte ik mijn kastje met daarop de tv met stapels boeken en besloot in het weekend RUSTIG en MET BELEID het probleem op te lossen. Dat leek me beter dan woedend te blijven smijten met gereedschap. Want ik was inmiddels in staat dat stomme kastje zo over het balkon te donderen. Afgelopen zaterdag was ik weer rustig geworden. En pakte ik helemaal zen het karwei aan, compleet met een verstandig stappenplan. Et voilá! Het kastje hangt weer. Ietsje-pietsje minder recht dan-ie oorspronkelijk hing maar ik ben tevreden.

Conclusie: ik kan het best zelf. Ik heb geen klusjesman nodig. Ik moet alleen nog leren mijn gezonde verstand te gebruiken.

Keuzestress.

Na het schuiven met meubels in de slaapkamer was het tijd voor stap 2 in mijn snode plannen; het verven van de muur. Nou is een lockdown niet persé heel handig voor het uitkiezen van kleuren verf. Even rustig rondneuzen in een bouwmarkt was er niet bij. Maar niet getreurd! Er zijn overal reuzehandige verftesters te koop. Kleine minirollertjes met een klein beetje verf er in zodat je kunt kijken hoe de kleur er op jouw muur uit ziet.

Ik besteld drie kleurtesters. En toen begon het. Keuzestress. Eigenlijk vond ik de kleuren alle drie niet geschikt. Ik bestelde drie andere kleurtesters en smeerde ook die kleuren op de muur. Dat leverde alleen nog maar meer keuzestress op. Nu kon ik helemaal niet meer kiezen. Dat deed ik dus ook niet. Laf schoof ik mijn verfplannen op de lange baan. Ik zou het ooit nog wel eens zien.

En toen zat ik zomaar te scrollen op Twitter. En plaatste iemand daar een foto van haar pasgeboren dochtertje dat voor het eerst in haar eigen kamertje sliep. Talloze hartjes stroomden binnen onder de foto van het schattige kindje. Maar ik zag alleen de muur achter het ledikantje. Wat een prachtige kleur! Brutaal vroeg ik haar naar de verf die ze gebruikt had. En de trotse moeder was zo lief een foto te plaatsen van het blik verf dat ze nog had staan. Ik bestelde meteen de zelfde verf. 

En toen had ik weer keuzestress. Want was deze kleur ook niet heel leuk in de woonkamer in plaats van in de slaapkamer? Ik dacht nog een nachtje na en nam een besluit. Het werd de woonkamer! Ik haalde de klink van de onzinnige deur naar de slaapkamer, die ik toch nooit gebruik, en beplakte hem met een bijpassend behangetje. Et voilá! Welkom in mijn groene fase!