Zaterdagavond, acht uur. Ik zit op bed de schone was op te vouwen. Zo’n lekker geestdodend werkje waarbij je gedachten alle kanten op gaan. Er ploppen allerlei onzinnige gedachten op in mijn hoofd. Zoals “Waarom hebben we het bed eigenlijk zo neer gezet? En niet aan de andere kant?” En tja, dan ben ik verloren, hè. Om half negen ’s avonds begin ik met de meubels te schuiven.
Nou wil het geval dat we een loodzwaar bed hebben, met daaraan vast gemonteerd twee nog zwaardere nachtkastjes. Onverwoestbaar maar niet van z’n plek te krijgen. Maar wie niet sterk is, moet slim zijn. Ik weet vier washandjes onder de poten van het bed te friemelen en – lang leve het laminaat! – ik begin te schuiven. Maar om half tien moet ik toegeven dat het niet gaat lukken. Het bed staat inmiddels diagonaal in de kamer. Klem tussen de muren. Om hem nog verder om te draaien zal ik een nachtkastje moeten demonteren.
Er zijn tijden geweest dat ik daar vrolijk nog aan begon ’s avonds laat. Zo herinner ik me hoe ik ooit – toen Michelle uit logeren was – het geweldige idee had om met haar van kamer te ruilen. Ik moest daarvoor haar hoogslaper uit elkaar halen én mijn tweepersoonsbed. Om vervolgens te ontdekken dat wat ik wilde helemaal niet paste. Om half een ’s nachts was ik nog bezig om onze bedden weer in elkaar te zetten. Maar hé! Ik ben geen twintig meer. Ook bij mij kwam de wijsheid met de jaren en ik besluit de volgende dag, op mijn gemak, de nachtkastjes te demonteren.
De hele zondag ben ik vervolgens bezig. Met demonteren, schuiven, monteren. Het wordt laat die avond maar ik ben tevreden als ik rond een uur of half een ’s nachts eindelijk mijn bed in rol. Het is even zoeken op welke kant ik nu moet gaan liggen, maar ik slaap als een roosje. De volgende morgen drink ik een kop koffie op bed. Om te genieten van mijn ‘nieuwe’ slaapkamer nu alles weer aan kant is.
Maar dan valt mijn oog op de boekenkast. Plop. Daar komt weer zo’n onzinnige gedachte op in mijn hoofd. Eigenlijk best rommelig een boekenkast in je slaapkamer. Als ik nou eens….
Soms word ik zo moe van mezelf.
Bijschrift bij de foto: slechte foto, I know. Mijn camera stond ergens aan de andere kant van het bed.