Ooit vergezelde ik een vriend naar een meneer die Tarot-kaarten legde. Die vriend liet belangrijke beslissingen afhangen van de uitkomst van de kaarten, wat ik echt belachelijk vond. Maar voor de lol legde de Tarot-meneer ook voor mij kaarten. ‘Jij gaat ver weg wonen’ verkondigde hij bloedserieus.
Ik viel bijna van mijn stoel van het lachen. Ik, die al heimwee kreeg als ik het tuinpad af was. Ik, die zo verknocht was aan mijn kleine huisje in die grote nieuwbouwwijk in Breda. Ik die zó dol was op mijn baan bij die garage dat ik altijd zei dat ik er op mijn 65ste nog zou werken. Al moest ik lopend met een rollator naar mijn werk komen. Ik? Ik ging helemaal nergens heen.
Een paar jaar later ontmoette ik een Amsterdammer. Ik werd verliefd op hem. En op Amsterdam. En ik pakte mijn spullen en vertrok. Amsterdam is niet heel ver weg. Maar voor iemand die zo honkvast is als ik, was het een hele stap. Ver weg. Precies zoals de Tarot-meneer ooit voorspelde. Het verliep niet vlekkeloos maar ik vond mijn draai. Ik maakte nog nét het leuke Amsterdam mee. Waar de humor op straat lag en mensen nog praatjes maakten in de tram. De gezellige buurtkroegjes, de markten, de leuke winkeltjes.
Amsterdam veranderde. Toen ons favoriete Chinese restaurant veranderde in een Halal Seafood restaurant, de ene na de andere belwinkel verscheen en de ene na de andere Nutella-shop geopend werd in de Kalverstraat, verhuisden we naar een dorp twintig kilometer verderop. Nu woon ik daar naar volle tevredenheid. Heimwee naar Breda heb ik niet. Of in elk geval niet meer. En heimwee naar Amsterdam ook niet. Ik woon in het mooie Heemskerk en ik werk in Zaandam. En als het moet, ben ik in anderhalf uur bij mijn broer en zussen in Brabant. Mijn leven is hier nu.
Een tijdje terug werd er op mijn werk gevraagd wie er bereid zou zijn de meldteksten van het keuzemenu van de telefooncentrale opnieuw in te spreken. Tot mijn grote verbazing riepen al mijn collega’s dat ik dat moest doen. Ze roemden mijn telefoonstem en een van mijn collega’s schreef zelfs een vreselijk overdreven aanbeveling die niet had misstaan in Jan van Veen’s Candlelight.
‘De stem, waar ik echt van onder de indruk ben – moet je maar eens luisteren – is de zoetgevooisde stem van Nicky. Zacht, duidelijk articulerend en als een vallend blad dat de aarde raakt. Een fluistering die in de stilte zweeft, waar haar stem de koude lucht als in een innige omarming wegsmelt.’
Ik moest er vreselijk om lachen. Want natuurlijk maakte hij maar een grapje. Maar ik sprak de teksten in. Hoe kon ik ook anders na zo’n aanbeveling? En stiekem ben ik ook een tikkie trots dat ik van alle 700 collega’s uitgekozen werd om dat te doen. Als Brabantse in Noord-Holland. Ik geloof dat mijn integratie voltooid is.