Categoriearchief: Me, myself and I

Pssssst….

Het begon redelijk onschuldig. Ik had een wit, metalen bijzettafeltje dat ik zwart wilde maken. Leek me geen beginnen aan met een kwastje de ronde pootjes van het tafeltje te verven. Dus liep ik de Action binnen en kocht daar een spuitbus zwarte verf. Toen ik aan het klusje wilde beginnen, regende het. En de wind stond verkeerd zodat het ook op mijn balkon regende. Ongeduldig als ik ben, bedacht ik een oplossing. Ik plakte mijn douche af en besloot het tafeltje in de badkamer zwart te spuiten.

Dat bleek niet zo’n goed plan. Hoewel er ‘Low odeur’ op de spuitbus stond, legde ik bijna het loodje van de verfdampen in mijn badkamer waar geen raam in zit. Toen ik mijn neus snoot werd mijn tissue zwart. En op alles in de badkamer lag een zwarte waas die ik – gelukkig – goed weg kon poetsen. Maar mijn tafeltje was prachtig zwart geworden.

Maar toen kwam de avond dat ik mijn varen wilde verpotten en geen grotere bloempot had. Nou ja, die had ik wel. Maar het was zo’n lelijke, bruine plastic bloempot. Zo eentje waar een plant in zit als je hem koopt. Gelukkig was het droog. Op mijn balkon spoot ik de bloempot zwart en verpotte mijn varen. Ge-wel-dig!

En toen was het hek van de dam. Want na die spuitbus met zwarte verf kwam er een spuitbus met goudkleurige verf. Leuk om mijn knutselwerkjes van lege blikjes goud te spuiten. En inmiddels ben ik helemaal verslaafd aan de spuitbussen met verf van Action.

Spiedend loop ik door mijn huis. Op zoek naar items die ik zwart of goud kan spuiten. Schelpen zijn erg leuk. Glazen potjes worden bloempotjes en flesjes worden vaasjes. Het is zelfs zo erg dat ik de mysterieuze blauwe afdekdop die de werkmannen vorige week achterlieten niet weggooide maar bewaarde. Leuk om goud te spuiten. Of zwart. En daarna zie ik wel wat ik ermee doe.

Mijn nieuwe hobby begint de spui(t)gaten uit te lopen. Ik heb zelfs mijn schoonzusje aangestoken. Ook zij was enthousiast en spuit alles wat ze tegenkomt goud. Die spuitbussen blijken werkelijk verslavend te werken. Gelukkig is mijn verslaving redelijk onschuldig. Tenminste, zolang ik op mijn balkon spuit. En niet in de badkamer.

Het magische woord.

Het was november 2022 en ik droomde van een nieuwe keukenvloer voor Kerst. Helaas, dat werd ‘m niet. Sterker nog; ook tijdens Kerst 2023 had ik nog steeds geen keukenvloer. De keukenvloer bleef nat en de verhuurder van mijn woning bleef laks. Ik ontdekte zelfs dat de muur van mijn studeerkamer enorme schimmelplekken vertoonde en ik werd bozer en bozer.

De contactpersoon die speciaal aangesteld was om ‘vinger aan de pols’ te houden reageerde niet meer op mijn e-mailtjes. Zelfs niet toen ik hem een link stuurde van Youtube, die leidde naar het nummer van Davina Michelle’s ‘Duurt te lang’. Of de email kwam niet door hun spamfilter of de beste man heeft echt geen humor want ik kreeg geen reactie. En de dames die de telefoon opnamen, hadden overduidelijk de opdracht gekregen mij niet door te verbinden. Ik kwam geen steek meer verder.

Tot ik er genoeg van had. Ik besloot mijn verzekeringsagent te bellen om een te informeren naar een rechtsbijstandverzekering. Die had ik namelijk niet. En ik kon ook zelf wel bedenken dat je zo’n verzekering niet meteen in kunt schakelen als je hem nodig hebt. Er was vast een wachttijd.

Mijn verzekeringsagent pakte mijn gegevens erbij en vertelde me dat hij goed nieuws en slecht nieuws had. Het slechte nieuws was dat er inderdaad een wachttijd van een half jaar gold bij het afsluiten van een rechtsbijstandsverzekering. Maar het goede nieuws was dat ik wel degelijk een rechtsbijstand bleek te hebben. In november 2023 hadden ze me een brief gestuurd met de mededeling dat er een rechtsbijstandsverzekering aan mijn pakketpolis toegevoegd zou worden. Als ik dat niet wilde, moest ik dat even laten weten.

Vaag herinnerde ik me een brief die binnen kwam in de periode dat mijn moeder net overleden was en ik druk bezig weg met alle regeldingen die nodig waren. Ik las de bewuste brief vluchtig door, zag het woord ‘Rechtsbijstandsverzekering’, dacht ‘Oh, die heb ik niet’ en gooide de brief weg. Dat was in november 2023 en inmiddels was het juni 2024. Ik bleek dus verzekerd voor rechtshulp én de wachttijd was voorbij.

Ik belde de verhuurder en de telefoniste weigerde mij wederom door te verbinden. ‘Maar kun je wel een notitie maken in mijn dossier?’ vroeg ik poeslief. ‘Maar natuurlijk, mevrouw’ zei zij vriendelijk. ‘Het is maar één woord, hoor’ stelde ik haar gerust. En ik articuleerde extra duidelijk ‘Rechts-bij-stands-ver-ze-ke-ring’.

En dat bleek een magisch woord te zijn! Een soort toverspreuk. Een code-woord. Alsof er een knarsende sleutel omgedraaid werd en er roestige tandwielen rammelend tot leven kwamen. Ineens kwam er wéér een lekdetectiebedrijf. De conclusie die zij trokken had ik al eerder gehoord. Door de lekkage bij de bovenburen was er vocht in mijn muren getrokken. Hierdoor waren de muren bol gaan staan waardoor de scheuren in de tegels in badkamer wijder werden en er water doorheen kwam.

Dat verhaal kende ik al. Het was niet voor het eerst dat dit gemeld was aan de verhuurder. Maar deze keer werd er ook écht iets met die conclusie gedaan. Het duurde weer maar liefst 10 weken (!) voor de offerte beoordeeld en goed gekeurd werd. Maar uiteindelijk werd ik gebeld door een aannemersbedrijf dat het vervangen van de badkamertegels wilde inplannen. En as we speak wordt mijn badkamer daadwerkelijk opnieuw betegeld.

En, jawel! Als kers op de taart bleek mijn keukenvloer inmiddels droog genoeg te zijn. Het duurde maar liefst 1 jaar, 9 maand en 15 dagen maar hier is-ie dan!

Tadaaaa! Mijn nieuwe keukenvloer!

 

 

Ik was 55 toen ik leerde dat…

Mijn bejaarde bovenbuurman kijkt graag voetbal. Ik ook. En ik heb bepaalde sportzenders bij mijn tv-abonnement die hij niet heeft. Dus als er een leuke wedstrijd uitgezonden wordt, app ik mijn bovenbuurvrouw om te vragen of haar man hier voetbal mag kijken. Dat mag altijd. Dus daalt de bovenbuurman af van drie hoog naar één hoog om hier een wedstrijd te kijken.

Terwijl we voetbal kijken, kletsen we er op los. Zo hadden we het laatst, met een half oog op het scherm, over de restaurantjes in ons dorp. Ik vertelde hem over het akkefietje dat liefste ex en ik ooit hadden bij die ene Chinees is ons dorp. En ik vertelde dat we sindsdien altijd naar het andere Chinese restaurant gingen.

‘Die hebben hele lekkere haaienvinnensoep’ vertelde buurman. Ik griezelde. Haaienvinnensoep! ‘Bah! Dat lust ik niet, hoor’ riep ik uit. Buurman begon te grinniken. En toen ik meldde dat ik sowieso niet van vis houd, veranderde het grinniken van buurman in een bulderende lachbui. Hij rolde nog net niet van de bank van de bank van het lachen.

Gierend van de lach vertelde buurman me dat er helemaal geen haaienvinnen in haaienvinnensoep zit. Kip en ei schijnt er in te zitten. Of ham en ei. ‘Meer niet’ zei buurman terwijl hij de lachtranen uit zijn ogen veegde. Hij lachte nog toen hij na de wedstrijd naar huis ging. En het kan verbeelding zijn, maar volgens mij hoorde ik een paar minuten later de bovenbuurvrouw lachen. Op drie hoog.

Ik was dus 55 toen ik leerde dat er geen haaievinnen in haaievinnensoep zitten.

Wat heb jij op latere leeftijd nog geleerd?

Nader onderzoek leerde dat je in China of Thailand nog wel eens echte haaienvinnensoep tegen kunt komen. Het schijnt een ware delicatesse te zijn. Maar in de EU is échte haaienvinnensoep verboden. Omdat de vin van de haai gesneden wordt en het arme dier daarna compleet stuurloos terug in zee wordt gegooid. Beetje zielig inderdaad.

Verborgen talent ontdekt.

Mijn vakanties verlopen altijd op dezelfde manier. Ik houd niet van reizen dus ik blijf lekker thuis. En ik neem me altijd voor om eens lekker te gaan relaxen. Maar in de praktijk komt het er altijd op neer dat ik een to do-lijst heb van hier tot ginder, dat mijn hele agenda vol staat met afspraken én dat ik ook nog eens ‘leuke dingen’ moet doen. En als ik dan weer moet gaan werken, ben ik volledig gesloopt.

Dit jaar besloot ik geen afspraken in te plannen. Of nou ja, niet te veel. Ik ging langs bij mijn kinderen in Almere en bij vrienden in Zandvoort, Westzaan, Zaandam en Purmerend. Ik ging langs bij mijn zussen in Breda en – uiteraard – bij de liefste ex in Hillegom. Te overzien, nietwaar? Die to do-list was er ook. Ik zou de berging opruimen, de muren van de studeerkamer schilderen, mijn kledingkasten opruimen, bijlezen in weblogland, mijn administratie doen en de stapel papieren die op mijn bureau ligt eindelijk eens inscannen.

En toen begon mijn vakantie. En ik ging voortvarend van start. Op mijn eerste vrije dag schilderde ik de eerste muur van de studeerkamer. En toen barstte de zomer los. De temperaturen stegen en mijn enthousiasme om ook maar iets te doen verdween als sneeuw voor de zon. Zelfs mijn enthousiasme voor de ‘leuke dingen’ verdween. In één keer schoot ik volledig in de luiaard-fase.

Als een soort Japie Krekel probeerde mijn geweten me aan de gang te krijgen. ‘Moet je kijken wat een prachtig weer! Waarom fiets je niet naar strand?’ fleemde mijn geweten. Maar ik gaf geen duimbreed toe. ‘Omdat ik geen zin heb’ antwoordde ik. ‘Maar je zou die andere muur toch nog verven?’ ging mijn geweten door. Maar met een ‘Klopt. Maar niet nu’ legde ik dat irritante stemmetje het zwijgen op.

Zelfs mijn heilige wekelijkse poetsrondje moest wijken voor mijn luiaard-fase. Ik keek eens rond in mijn huis en ik hoorde het stemmetje in hoofd zeggen ‘Pak nou even de stofzuiger. En een emmer sop.’ Maar het geluid van mijn koffiemachine overstemde het stemmetje in mijn hoofd en met een kop koffie en een boek ging ik weer op mijn balkon zitten.

Mijn geweten deed nog diverse pogingen. ‘Zou je niet eens een logje schrijven? Of even bij lezen in weblog-land?’ Glashard weigerde ik. ‘Ze wachten maar even’. En zo lummelde ik twee weken lang rond. Beetje uitslapen, lekker langzaam opstarten. Halve dagen luieren op het balkon. Als het te warm werd naar binnen, waar ik verder luierde op de bank.

Ik heb een nieuw talent ontdekt! Ik kan uren doelloos scrollen, lui films kijken, uren aan de telefoon hangen met vrienden en familie en twee keer achter elkaar op mijn gemak mijn nagels lakken omdat ik toch niks beters te doen heb. Ik kan podcastseries in één keer afluisteren, mezelf trakteren op pizza, een beetje knutselen en uren lanterfanten.

Afgezien van de uitjes naar familie en vrienden, heb ik niks gedaan. Helemaal niks. Althans; niet meer dan de hoognodige boodschappen. Ik wist niet dat ik het in me had. En man, wat was het lekker! Ik heb een heerlijke vakantie gehad! Die to do-list komt wel weer. Ik ben tenslotte helemaal uitgerust nu.