Categoriearchief: Terug in de tijd

Achter de feiten aan.

Een van de dingen die ik leuk vind aan wandelen door een woonwijk is het stiekem ergens binnen kijken. Ik ben een nieuwsgierig Aagje. Ik wil zien waar mensen hun bankstel hebben staan en ik ben benieuwd naar hoe ze leven. Maar je komt nooit achter al die voordeuren waar je langs wandelt.

Bloggen is eigenlijk net zo iets. Je leest waar mensen hun bankstel hebben staan en hoe ze leven. Een kijkje áchter de voordeur! Ik vind het nog steeds geweldig.

Zelf blog ik vrolijk mee. In het begin nog heel onnozel. Ik gaf de link van mijn blog door aan vrienden en bekenden en had er nooit over nagedacht dat er op deze manier ook vreemden achter míjn voordeur konden kijken.

Ik weet nog dat ik bijna van mijn stoel viel, toen de eerste reactie van een ‘vreemde’ binnen kwam. En het zou me niets verbazen als die van Leidse Glibber was. Daarna kwamen er gestaag meer ‘vreemden’ langs om te lezen. En uiteraard was ik reuze nieuwsgierig wat al die mensen deden dus begon ik blogs te lezen.

Inmiddels zijn we 19(!) jaar verder. De ‘vreemde’ bezoekers zijn allang geen vreemden meer. Af en toe mag ik achter jullie voordeur kijken. Ik weet waar jullie bankstellen staan, ik weet een beetje hoe jullie leven en sommigen van jullie heb ik in het echt ontmoet. En ook degenen die ik nooit ontmoet heb, voelen inmiddels als oude bekenden.

Er is één verschil met 19 jaar geleden. Toen was ik alleenstaande moeder van een kind van twaalf. Als zij op bed lag, kon ik nergens heen en kroop ik in de kast onder de trap om blogjes te lezen. Ook later, toen zij groot was en ik mantelzorgend aan huis gebonden was, kon ik jullie makkelijk bijhouden.

Maar nu ik nog maar in mijn eentje ben, loopt mijn agenda steevast vol en loop ik hopeloos achter met blogjes lezen. ‘Dit weekend ga ik bij lezen’ denk ik als ik door de week geen tijd heb. Maar als het eenmaal weekend is, blijkt dat weekend alweer helemaal vol gepland.

Ik zou jullie allemaal op ‘gelezen’ kunnen zetten maar dat is natuurlijk geen optie. Dat zou een avondwandeling door een woonwijk zijn waar alle gordijnen dicht zijn. Zo ongezellig! Dus loop ik achter de feiten aan en lees ik voornamelijk oud nieuws.

Maar dat geeft niet. Ik vind oud nieuws ook leuk. Dus schrijf rustig door, jullie. En heb geduld. Ik kom vanzelf een keer voorbij wandelen.

Deze blog werd mogelijk gemaakt door de NS en geschreven in de sprinter van 08.02 uur van Uitgeest naar Zaandam.

Gezinsuitbreiding.

Nog niet zo heel lang geleden was het slecht gesteld met mijn kamerplanten. Zo slecht dat mijn aloë vera-planten spontaan uit hun pot sprongen. Ik probeerde een appje om mijn planten in leven te houden, maar dat werd helemaal niets. Veel te ingewikkeld en mijn planten waren er ook niet blij mee. Uiteindelijk ging ik over tot de al oude methode ‘Een keer in de week een scheut’ En warempel! Dat lijkt te werken.

Er is hier een complete geboortegolf gaande bij mijn groene vriendjes. Mijn grote liefde Bert tovert elke week wel een nieuw blad te voorschijn. Mijn graslelie heeft een baby geproduceerd die inmiddels al in een eigen bloempot op zich zelf woont. Mijn vetplantje heeft een uitloper met bloemetjes. Het stekje van de zamioculcas (oftewel de ZZ-plant) heeft maandenlang zielig in een potje aarde gestaan en heeft nu ineens twee nieuwe scheuten. Zijn grote broer, die ik nog niet zo lang geleden kocht, zie ik met de dag groeien. Ondanks dat ik de bananenplanten-baby van mijn dochter om zeep heb geholpen, vertrouwde ze mij toch een pannenkoekenplant-baby toe. En die is inmiddels al zo groot gegroeid dat ze (want ik denk dat het een ‘zij’ is) zelf een baby heeft.

En toen, ineens, ontdekte ik een raar friemeltje in mijn grote zamioculcas. Ik google eens en vond dit:

Het friemeltje groeide groter. En halleluja! Mijn zamioculcas staat in bloei, jongens! Hoezo ‘Dit zal niet snel gebeuren’? Ha! Moet jij eens opletten! Ik doe schijnbaar toch iets goed want mijn zamioculcas staat toch echt in bloei. En verwijderen? Geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt. Ik ben veel te trots.

Zegeningen.

Het eerste wat mijn moeder altijd zei als ze me zag was ‘Ik zal even koffie zetten’. Jarenlang deed ze dat ook. Toen ze ouder werd, bood ik vaak aan zelf even koffie te zetten. Niet omdat het niet meer ging, maar omdat ik iets sneller was. Tot koffie zetten écht niet meer ging. Maar mijn moeder blééf het zeggen, zelfs vanuit haar rolstoel. ‘Ik zal even koffie zetten’.

Van het bescheiden erfenisje dat mijn moeder achterliet toen ze overleed, zette ik het grootste gedeelte op mijn spaarrekening. En ik kocht een koffiemachine. Zo’n luxe, waar koffiebonen in kunnen. Ik vind het een mooi aandenken. Op een of andere gekke manier, lijkt het zo een heel klein beetje of mijn moeder weer koffie voor me zet. Net als vroeger.

Tussen de buien door schijnt even de zon en ik heb de balkondeur open gezet. Ik zit binnen, op de bank, met een overheerlijk bakje koffie om me heen te kijken. Door de open balkondeur zie ik de ijsbloemetjes en de portulaca aan de balustrade hangen. Ik zie nog net de geraniums in de potten. En aan de aardbeienplant naast de deur zitten een paar aardbeien.

Ik kijk rond in mijn huis en ik vind – nog steeds – dat ik het superleuk ingericht heb. Leuke meubels, leuke kleuren, leuke dingen. En van waar ik zit, valt het niet op dat ik nog steeds geen keukenvloer heb. Die keukenvloer is eigenlijk ook maar bijzaak, realiseer ik me als mijn telefoon tingelt en er een appje binnen komt met vakantiefoto’s van dochter en schoonzoon. Ze hebben het naar hun zin ergens in Verweggistan.

Zittend op de bank, besef ik ineens hoe enorm ik bof. Ik heb een gezond en gelukkig kind én een gezond en gelukkig schoonkind. Ik heb een dak boven mijn hoofd en een koelkast vol eten. En als die koelkast leeg is, dan koop ik gewoon weer iets om er in te leggen. Ik kan mijn rekeningen betalen en af en toe iets leuks doen. En beneden op de parkeerplaats staat mijn nieuwe auto te blinken. Voor iemand met alleen een strikdiploma en een typdiploma ben ik best goed terecht gekomen.

En zo zit ik dan op mijn bankje, te genieten van mijn koffie en vreselijk onbeschaamd gelukkig te zijn. Ik tel mijn zegeningen en realiseer me weer eens dat dat echt niet vanzelfsprekend is. Dat er mensen zijn die het veel slechter treffen. Ik tel nog een keer. En nog een keer. En ik kan niet anders dan concluderen dat ik vreselijk bof.

De klad erin.

Er zijn jaren geweest dat als je me midden in de nacht wakker zou maken om te vragen wat er op mijn bankrekening stond, ik je het juiste bedrag kon noemen. Nauwkeurig tot op de cijfers achter de komma, vrees ik. Dat kwam voornamelijk omdat ik meestal rood stond. Ik was alleenstaande moeder en verdiende maar een heel gewoon salarisje. Ik kreeg gelukkig huurtoeslag en we hadden eigenlijk alles wat we nodig hadden. Maar soms was het even puzzelen.

Het was de tijd van de papieren bankafschriften. Die bewaarde ik zorgvuldig in een plastic map van de bank. Betalingen gingen per acceptgiro en alle acceptgiro’s die binnenkwamen verzamelde in voorin de map van de bank. En als mijn salaris binnen kwam, betaalde ik alle acceptgiro’s. Soms, als ik een beetje krap zat, verschoof ik wel eens een acceptgiro en betaalde dan de herinnering die later binnen kwam. Ik was altijd voorzichtig met wát ik verschoof. Nooit de premies van verzekeringen omdat ik dondersgoed wist dat ik niet verzekerd zou zijn als ik die niet betaalde. Ooit nooit de contributie voor Michelle’s turnlessen. Omdat ik die mensen persoonlijk kende en niet als wanbetaler te boek wilde staan.

Mijn inkomsten en uitgaven hield ik bij in een schrift. En later, toen de computer zijn intrede deed, maakte ik een Excel bestand waarin ik nauwkeurig bij hield wat er binnen kwam en wat er uit ging. Ik bleef dat doen. Toen ik alleen woonde met mijn kind, toen mijn kind uitvloog, toen ik later samen ging wonen en ook toen ik weer alleen ging wonen. Nog steeds noteerde ik alles in mijn Excel bestand. Jaar na jaar, maand na maand. En ik kan het iedereen aanraden. Het geeft je inzicht in je financiën en je bent je beter bewust van wat er aan geld binnen komt. Maar vooral van wat er uitgegeven wordt.

Soms kijk ik nog wel eens in mijn oude kasboeken. De oudste die ik nog heb is van 2004. Het was een bijzonder jaar want Michelle en ik gingen samen met mijn zus en haar dochter op vakantie naar Spanje. Kijk die blije koppies eens op de foto! Het is leuk om te kijken wat voor bedragen ik toen betaalde. Ik verdiende ongeveer € 1100,- en daar was ik mega-trots op. Grappig is ook het kleedgeld van Michelle, die toen bijna 12 was. Per maand kreeg ze € 40,- . Ik moet tot mijn grote schande bekennen dat dat bedrag altijd hetzelfde is gebleven. Tot ze op kamers ging wonen op haar 17e. Ik ging voor € 13,- naar de kapper en ik deed mijn boodschappen bij twee verschillende supermarkten. Ook bijzonder; ik kocht haar verjaardagscadeautje bij Kruidvat en echt veel besteedde ik niet. En ik betaalde maar € 234,02 huur. Met dank aan de huursubsidie die ik destijds kreeg. Ik zei het al; het was soms puzzelen maar we kwamen echt niks te kort.

Eind vorig jaar liep mijn altijd zo zorgvuldig bijgehouden boekhouding in de soep. Voor het eerst in jaren. Mijn moeder overleed en ik was druk met van alles en nog wat. Daarna kwam de troost-shop-fase die nou eenmaal bij een overlijden hoort. Ik keek eigenlijk nergens meer naar. Ik lette niet op prijzen en dacht nergens over na. En van mijn kasboek invullen kwam helemaal niks. Steeds nam ik me voor om in de volgende maand weer te beginnen. Maar ik liet de boel de boel.

Op zich is dat niet erg. Ik woon alleen, heb een goed salaris en ik hoef niet meer zo op de centjes te letten. Maar ik vind het wél gewoon zonde van het geld. Dat gewoon de deur uitvliegt zonder dat ik weet waarheen. Want dát gebeurt er als het niet bijhoudt. En natuurlijk had ik een goed excuus. Voor die eerste maand na mijn moeders overlijden. En misschien ook nog voor de maand daarna. Maar het is een beetje onzin om je dode moeder na een half jaar nog te gebruiken als excuus voor je eigen laksheid.

Dus als mijn volgende salaris binnen komt, ga ik alles weer noteren. Ik ben wel benieuwd waar mijn geld inmiddels allemaal heen vliegt. En het is gewoon fijn om goed te weten hoe je er financieel voorstaat. Mijn moeder zou trots op me zijn 😉

Houden jullie een kasboek bij?