Categoriearchief: Werk

De laatste keer.

Had ik jullie al verteld dat mijn nieuwe collega’s superlief zijn? We werken met z’n zevenen in een team. Allemaal dames en stuk voor stuk heel aardig. Zo aardig dat ik, nog voor ik hen ontmoet had, hoorde dat ze het heel ongezellig vonden dat mijn eerste werkdag meteen een cursus zou zijn. Of ik niet voor die tijd een keer langs wilde komen om kennis te maken? Dat deed ik en ik bleef meteen een hele dag op kantoor. Handjes schudden en mee kijken met hun werkzaamheden. Ik weet nog hoe ik zat te kijken hoe collega J. vreselijk de slappe lach kreeg. ‘Ik denk dat het wel oké is hier’ dacht ik.

Dat is het ook. Het werk is stukken leuker dan ik verwacht had. En de collega’s in mijn team zijn top! Nooit te beroerd om in te vallen voor een ander. Nooit te beroerd om iets over te nemen van een ander als iemand zijn werk niet af krijgt. En we hebben lol met elkaar. Soms loggen we na een werkdag in op teams en ‘vergaderen’ we nog even. Dan kletsen we even bij over alles wat niet werk-gerelateerd is. Superleuk! Tijdens een van die kletspraatjes hadden we het over hobby’s. En ik vertelde mijn nieuwbakken collega’s dat ik zo’n taartenmaak-fase gehad heb. ‘Oh!’ riep er een ‘Dan kun jij  wel een taart maken voor de Paaslunch!’. En voor ik het wist had ik toegezegd een Paastaart te maken. Ik weet het; stom! Maar ze zijn zó aardig!

Maar lieve help! Wat is die taartenmaak-fase alweer lang geleden! Ik jatte een plaatje van internet, sleepte mijn taarten-maak-gereedschapskoffer te voorschijn en kocht de ingrediënten. Ik was een beetje roestig, merkte ik toen ik begon te knutselen met fondant. En ineens herinnerde ik me dat ik voorheen altijd met marsepein knutselde omdat ik fondant niet fijn vond werken. Maar ja, ik had al ingeslagen dus ik moest gewoon door. Dus ik prutste door en knutselde een paashaasje en worteltjes.

Daarna bakte ik een taart. Voor het eerst in deze oven. Gelukkig is hij prima gelukt! Ik maakte botercreme en vulling en zette de taart in elkaar. Wat een kliederboel is het om vervolgens die taart met fondant te bedekken. Maar het lukte me! Schijnbaar ben ik het nog niet verleerd. Mijn keuken zag er na afloop uit alsof er een bom ontploft was. En ineens herinnerde ik me dat mijn liefste ex vroeger mee hielp om de bende op te ruimen. Die klus kwam nu helemaal voor mijn rekening en daar was ik ook nog eens een uurtje zoet mee.

Over zoet gesproken.. Het ergste is dat ik helemaal niet van fondant-taarten houd. Ik zal morgen een klein stukje proeven maar het is gewoon niet aan mij besteed, al die zoetigheid. Dus heb ik besloten dat dit mijn laatste fondant-taart was. Ik doe het gewoon niet meer. Ik begin er niet meer aan. Ik zeg niet dat ik nooit meer een taart zal maken. Maar niet meer met fondant. Maar mocht er iemand nog een recept hebben liggen voor een kroket-taart dan houd ik me aanbevolen.

Fijne Paasdagen!

Afgeleid.

Sinds ik een nieuwe baan heb, ga ik weer met de trein naar mijn werk. Ik vertrek van station Uitgeest en neem de trein naar Zaandam. Het is een bekend ritje omdat ik jarenlang van Uitgeest naar Amsterdam Sloterdijk reisde. Alleen moet ik nu één station eerder uitstappen.

Vier dagen per week zit ik ‘s morgens 17 minuten in de trein en ‘s avonds 17 minuten. En ik vind dat nét te kort om me te verdiepen in een boek. Gelukkig heb ik een andere nuttige bezigheid gevonden om me te vermaken tijdens mijn treinritjes. Ik lees jullie blogjes. Het is heel prettig reizen terwijl ik ondertussen op mijn telefoon lees wat jullie allemaal meemaken en uitspoken.

En zo kon het gebeuren dat mijn oog, tijdens het lezen van jullie hersenspinsels, op het digitale klokje bovenin mijn telefoonscherm viel. 08.09 las ik. Dat was gek want ‘mijn’ trein hoort om 08.04 uur aan te komen in Zaandam. ‘We hebben weer eens vertraging’ was mijn eerste gedachte. Maar toen ik opkeek, viel het me op dat het verdacht druk was in de trein. Drukker dan normaal op het traject Uitgeest-Zaandam. En toen werd het donker omdat we door een tunnel reden.

Een tunnel die ik maar al te goed ken, van mijn ritjes naar Sloterdijk. Die tunnel loopt onder het Noordzeekanaal door als je van Zaandam naar Amsterdam Sloterdijk reist met de trein. Terwijl ik jullie blogjes las, was ik station Zaandam finaal voorbij gereden. Bedankt, jongens!

Lang weekend.

Vanaf het moment dat mijn dochter naar school ging, was ik op woensdagen vrij. Dat was gewoon heel praktisch omdat ze op woensdag maar een halve dag naar school hoefde. En die woensdagochtenden waren lekker! Het was fijn om niet te hoeven werken én de ochtend voor mezelf te hebben. Ik maakte er vaak een feestje van. Als ik mijn dochter naar school gebracht had, deed ik boodschappen. En dan haalde ik voor mezelf een croissantje als ontbijt. (Sorry, Mich…). Soms kroop ik zelfs terug in bed om nog even een tukkie te doen. Of ik las de hele leesmap uit terwijl ik koffie dronk.

Als ik Michelle opgehaald had van school, deden we niet veel bijzonders. Ik denk dat we naar de bibliotheek gingen. Of dat er vriendjes of vriendinnetjes kwamen spelen. Maar echt heel bijzonder was het niet. Gewoon lekker thuis. Soms een filmpje, soms knutselden we. Soms speelde Michelle in de tuin. Ik herinner me vaag dat we op woensdagmiddag altijd wel iets lekkers aten bij de lunch. Broodjes met knakworstjes of zo. Of het écht zo was of dat ik dat soort huiselijke dingen alleen van plan was, kan ik me niet eens meer herinneren.

Michelle groeide groter, ging  naar de middelbare school en was niet meer op woensdagmiddag vrij. Maar woensdag bleef mijn vrije dag, zelfs toen ik wisselde van woonplaats en van baan. Zelfs toen Michelle ging studeren en op zichzelf ging wonen. Op woensdag vrij is gewoon lekker. Je hoeft altijd maar twee dagen te werken en dan ben je alweer vrij. Bovendien vallen veel feestdagen op maandag en ben je met één snipperdag lekker lang vrij. En als ik bij een nieuwe werkgever begon, was er altijd die optie om vier dagen te werken én op woensdag vrij te zijn.

Tot ik bij mijn huidige werkgever in dienst kwam. Er waren al veel mensen op woensdag vrij. Mensen met schoolgaande kinderen. Dus koos ik een andere dag. Het werd de maandag. Ik verwachtte dat ik enorm zou moeten wennen na 27 jaar ‘op woensdag vrij’. ‘Als ik er woensdag niet ben, moeten jullie me even bellen’ grapte ik tegen mijn nieuwe collega’s. En zij beloofden op hun beurt om me naar huis te sturen als ik op maandag op het werk zou verschijnen.

Eigenlijk is die maandag vrij extra lekker omdat iedereen tegen de maandag aan zit te hikken en ik dan lekker nog een dagje vrij ben. Ik, daarentegen, hik een tikkie tegen de dinsdag op. Maar niet zo heel erg, want tenslotte heb ik na vier dagen werken een lang weekend. Alwéér! Ik was er binnen no time aan gewend en heb me nog niet één keer vergist. En ach, die eerste Paasdag en eerste Pinksterdag neem ik op de koop toe.

Als ik wil, kan ik nog wisselen, waarbij vrijdag geen optie is. Dus…
Hebben jullie een vaste vrije dag? En waarom die?

Die baan waar ik zo blij mee was.

Die baan dus. Die nieuwe. Tja, ik moet zeggen dat het enigszins paniekvoetbal was toen mijn baas verkondigde dat het bedrijf waar ik al zolang werkte failliet zou gaan. Want de schoorsteen moet wel roken hier. Dus begon ik als een speer te solliciteren. En toen kwam die vacature voorbij voor officemanager in een vrachtwagengarage in de buurt. Ik heb van 1998 tot 2007 met heel veel plezier bij precies zo’n garage gewerkt. Dus ik was meteen super enthousiast en solliciteerde. En ik werd meteen aangenomen. Uiteraard, zou ik bijna zeggen…

 

Er waren een paar dingen waar ik in mijn haast niet over nagedacht had. Dat ik mijn werk daar destijds, op het laatst, ook al een tikkie saai vond. Dat ik nooit officemanager heb willen worden omdat ik dat gewoon geen leuke functie vind. En dat het inmiddels 2023 is. Of, zoals een goede vriendin zei: ‘Ik ben bang dat je dat niveau inmiddels ontstegen bent’.

Maar ik begon vol goede moed. En die werkplaats vol joekels van vrachtwagens vond ik nog steeds prachtig. De grapjes van de monteurs maakten me nog steeds aan het lachen. Alleen het werk. Dat viel tegen. Ik gooide het op ‘wennen’. Na 12,5 jaar bij hetzelfde bedrijf en veel thuiswerken valt opnieuw beginnen ook niet mee. 

 

Ik had vooral moeite met de ouderwetse werkwijze. Altijd was nog precies zoals bij de vorige garage vorige eeuw. Elke dag weer de stroom pakbonnen die ik uit moest zoeken. Ik had ook niet verwacht dat ik zo’n hekel zou hebben aan de financiële klusjes. Facturen inboeken en wanbetalers bellen. Ik had het zien staan in de vacature maar onderschat dat het zo’n groot deel van mijn werk zou zijn. Maar veel anders was er niet te doen. Elke dag opnieuw. Ik had niet echt een klik met mijn direct leidinggevende en weinig contact met klanten. Er kwam volk genoeg over de vloer. Maar meer dan ‘ik kom de VR-88-CHT brengen’ kwam daar ook niet uit.

 

Het wende gewoon niet. Sterker nog; mijn afkeer groeide en ik ging elke dag met tegenzin naar mijn werk. Het was zo ontzettend saai dat ik mijn hoofd er niet bij kon houden en vaak fouten maakte. Het ging me uiteindelijk zó tegenstaan dat het al mijn energie opslurpte en ik ‘s avonds en in het weekend niet verder kwam dan lamlendig op de bank hangen en nergens zin in hebben.

 

Ik begon voorzichtig om me heen te kijken. En voorzichtig een beetje te solliciteren. En toen ik voor de zoveelste keer een fout maakte, zuchtte ik eens diep en vroeg mijn leidinggevende of we niet beter konden stoppen met elkaars tijd verdoen. Ik geloof dat zij eigenlijk ook wel opgelucht was. Uiteindelijk is mijn jaarcontract ontbonden en had ik een keurige opzegperiode van één maand. Ik trakteerde de monteurs op gebak, kreeg een bos bloemen en dat was dat. No hard feelings.

 

Omdat ik al aan het solliciteren was, had ik binnen no time een andere baan. En door mijn laatste vrije dagen op te nemen, had ik ook nog eens een weekje vakantie tussen mijn oude en mijn nieuwe baan. Is het zonde dat het zo gelopen is? Niet echt. Ik heb altijd vol weemoed terug gedacht aan de jaren dat ik in die garage in Breda werkte. Ik kon er niet blijven werken doordat ik verhuisde naar Amsterdam. Maar ik weet nu zeker dat het sowieso tijd was om te vertrekken en verder te gaan.

 

Het is mooi ook om te merken dat ik dat gedaan heb. Ik bén verder gegaan. Ik heb zoveel gedaan en zoveel bijgeleerd dat ik niet meer pas in dezelfde functie als in 2007. En dat is toch eigenlijk ook wel mooi.

 

Inmiddels heb ik de eerste dagen op mijn nieuwe werk er op zitten. Wat een verademing dat alles digitaal is en ik niet meer met ordners hoef te slepen. De koffie is er – niet geheel onbelangrijk – lekker en het is er lekker warm. Wat heerlijk dat ik een laptop en een telefoon kreeg en ik straks – na de inwerkperiode – weer lekker thuis kan werken. En ik ben zo blij als een kind met mijn stoere toegangspas. Ik ben met open armen ontvangen, er stonden bloemen klaar en al mijn accounts waren al aangemaakt en werken als een zonnetje. Kortom; ik ben blij! En ’s avonds heb ik weer wat energie over. Ik zeg win-win!