Categoriearchief: Dochterlief

I love you… more….

Mijn dochter is allang groot. Een volwassen vrouw met een partner, een hond, een eigen huis, een drukke baan en een druk sociaal leven. Daardoor zien we elkaar niet heel erg vaak maar we appen elke dag. Soms hele gesprekken, soms maar een paar berichtjes. Maar we sluiten de dag eigenlijk altijd af met een ‘Welterusten!’ gevolgd door een ‘Love you’ soms verbasterd tot een ‘Lof joe’ of een oer-Hollands ‘Ik houd van jou’.

En soms belanden we in de  volkomen onzinnige en oeverloze discussie wie er nou meer van wie houdt. Houdt een kind meer van zijn of haar moeder? Of houdt een moeder meer van haar kind? Ik ben heilig overtuigd van de laatste stelling maar mijn dochter beweert dat zij meer van mij houdt dan ik van haar. Ha! Dat kán helemaal niet!

Soms appt ze mij haar ‘Love you’ vlak voor ze gaat slapen. En omdat ik vaak later naar bed ga dan zij, grijp ik dan mijn kans om er nog snel een ‘Love you more’ tegenaan te gooien. Ghèhèhè. Dat ik dan ‘s morgens wakker wordt met een huilende smiley van haar kant omdat ik gewonnen heb, neem ik op de koop toe.

Afgelopen weekend was ik met mijn moedertje op pad. Omdat ze op haar 91ste niet echt soepel meer is, heeft ze best wat hulp nodig. Voorzichtig probeerde ik haar haar jas aan trekken terwijl zij in haar rolstoel zat. Ik sjorde en ik trok aan haar broze armpjes en ik ben altijd bang dat ik per ongeluk iets afbreek. Ik klop af; tot nu toe is het altijd goed gegaan.

We lunchten gezellig bij mijn tante, waarbij mijn moeder meer praatte dan at. En omdat haar handen ook niet echt meer doen wat zij wil, wil ze nog wel eens knoeien. Geen probleem. Ik poetste de restjes eiersalade van haar bloes terwijl ik haar gerust stelde. ‘Geeft niks, ik was het wel uit’. En met een servetje veegde ik haar toet schoon. Eenmaal in de taxi terug naar huis sukkelde mijn moedertje in slaap. En ik zat vertederd naar haar te kijken. Zoals ik vroeger naar mijn dochter keek, tevreden slapend na een dagje uit.

Ineens realiseerde ik me dat de rollen omgedraaid zijn. Zoals mijn moeder mij vroeger in mijn baby-jasje wurmde, wurm ik haar nu in haar jas. Zoals zij vroeger mijn kinderwagen duwde, duw ik nu haar rolstoel. Zij smeerde mijn boterhammen en ik smeer nu de hare. En zoals zij vroeger mijn mond schoonveegde na een boterham met chocopasta, veeg ik nu de hare schoon.

Niet helemaal, trouwens. Want mijn moeder had de gruwelijke gewoonte, zoals zoveel moeders destijds waarschijnlijk, om onze mondhoeken schoon te poetsen met een zakdoek die ze vochtig maakte met speeksel. Met haar eigen speeksel welteverstaan. Verschrikkelijk vond ik dat!

De ultieme wraak zou zijn om haar nu, terwijl ze gekluisterd zit aan haar rolstoel, schoon te poetsen met míjn speeksel. Maar ik realiseerde me ineens dat ze daar helemaal niet mee zou zitten. Want ik ben haar kind. Zij houdt gewoon meer van mij dan ik van haar. Dat moet wel! Want als moeder doe je de meest ranzige dingen.

Al die poepluiers die je verschoont, de liters kots die je ruimt en de ongeveer 564.986 groene snottebellen die je afveegt. Of al die bloedende knietjes die je schoon wast na de zoveelste valpartij. Of die keer dat je je kind troostte dat een tand door haar lip viel, dicht tegen je aan, zodat je er zelf uitzag alsof je net een varken geslacht had. Dat is liefde. Oneindige, onvoorwaardelijke liefde.

Het is vast biologisch bepaald maar ik weet het zeker. Moeders houden meer van hun kind dan andersom. I rest my case. Sorry, Mich. Ik win! Love you more! ❤️

Geslaagd.

Als liefhebster van taal, lezen en schrijven kon het niet anders; ik probeerde mijn dochter de liefde voor taal met de paplepel in te gieten. Al voor ze geboren werd, was ze lid van de Disney Boekenclub dus toen ze eenmaal oud genoeg was om voorgelezen te worden, lag er al een stapel Disney-boekjes klaar. Ik wisselde af met sprookjesboeken en – onvermijdelijk – Jip en Janneke.

Samen op haar bed moet ik uren voorgelezen hebben. Meestal met veel plezier maar soms ook met haast. Als ik visite had, die in de huiskamer zat te wachten terwijl ik haar naar bed bracht. Of als de vuile vaat nog op het aanrecht stond en er een strijk wachtte. Dan probeerde ik stiekem een paar bladzijdes over te slaan. Waarop mijn dreumes haar vingertje op stak. ‘Nee, nee, mama!’ sprak ze dan vermanend. ‘Zó gaat dit verhaaltje niet!’ En zuchtend begon ik dan opnieuw.

Die uurtjes op bed met een boek waren niet alleen gezellig. Ze leverden mijn dochter ook een woordenschat op waar je u tegen kon zeggen. Toen ze twee en en half was, kon ze feilloos verbanden leggen, haar gevoel uiten én vertellen waarom ze zich zo voelde.

Dat voorkwam krijspartijen in de supermarkt. Mijn dochter kon gewoon vertellen dat ze boos was omdat we geen Kapitein Koek gingen kopen. Maar soms was het uitermate vermoeiend om een goed gebekt kind te hebben. Want als ‘s morgens haar ogen open gingen, ging ook die kwebbel open. 1001 vragen. En even zoveel opmerkingen over de wereld om haar heen, over wat ze voelde en wat ze dacht. Soms had ik spijt dat ik haar überhaupt had leren praten.

Vorige week zat ik bij de zoveelste diploma uitreiking. In De Balie in Amsterdam nam mijn dochter haar diploma als GZ-psycholoog in ontvangst. Na een toespraak van haar studiebegeleider die haar zo treffend in beeld bracht. Zó helemaal mijn kind. Ik ontplofte bijna van trots.

Stralend nam ze haar diploma in ontvangst. En de bijbehorende bos bloemen. Die gaf ze in – verband met een weekendje weg – door aan mij. Ik ben niet persé fan van bloemen in een vaas maar ze prijken nu op mijn tafel.

Omdat ik ze verdiend heb. Voor al die keren dat ik, compleet uitgeteld, haar instopte en om half acht eindelijk op de bank zat met een welverdiend kopje koffie. Na een lange dag met 683 vragen, 357 constateringen en 98 meningen van mijn kind. En als ik dan eindelijk zat, met mijn koffie, genietend van de rust, kwam dat stemmetje weer van boven.

‘Mama?’
‘Ja, schat?’
‘Ik ga even op mijn andere zijtje liggen’

Eigenlijk verbaast het me niks, dat ze van praten haar werk heeft gemaakt.

2022 – Een jaar in beeld.

2022 was het jaar van opnieuw beginnen. Van een nieuw leven. 2022 was het jaar waarin ik dochterlief en schoonzoon soms teleur moest stellen als ze oppas voor hun hondje zochten. ‘Sorry schatten, ik heb nu ook een leven’.

Maar we hadden goede gesprekken op het strand, gingen samen naar Brugge dit voorjaar, Michelle en ik maakten onze – door corona uitgestelde – stedentrip naar Dublin en we gingen samen naar de Nacht van de Filmmuziek. Tussendoor gingen we bij elkaar op de koffie of samen naar (O)ma. Dank jullie wel, lieve Michelle en Robby, voor alle leuke uitstapjes, mooie momenten en al die keren de slappe lach. En oh! Vooral dank jullie wel voor jullie geweldige Sinterklaasgedicht en bijbehorend cadeau! 

2022 was het jaar van wennen. Wennen aan dat nieuwe leven. Voor mij en voor mijn liefste ex. Het gaat gelukkig goed met hem. Hij sport veel en kookt elke vrijdag voor mijn medebewoners. Ik ga regelmatig op de koffie, neem hem mee om ergens te lunchen of kijk een avondje tv bij hem. Dank je wel, lieve Frank, dat we gewoon vriendjes kunnen zijn. 

2022 was ook het jaar dat ik tijd had voor mijn vrienden en vriendinnen. Ik croste ontelbare keren naar Brabant, dronk koffie en at worstenbrood. En bij hun tegenbezoekjes wilden ze altijd naar het strand. Ik integreerde mijn Brabantse vriendenkring in mijn andere vriendenkring en het bleek bijzonder goed te klikken. Ik had niet anders verwacht, trouwens. Dank je wel, lieve Simone & Werner, Chris, Erik, Marion en Arjan. Ik zie jullie allemaal weer in 2023!

2022 was het jaar waarin ik samen met mijn broer familiebijeenkomsten regelden. We vierden samen de 91ste verjaardag van onze moeder. En tweede Kerstdag waren we weer allemaal bij elkaar. Hoewel we elkaar niet heel vaak zien, is het altijd gezellig als we bij elkaar zijn. Dank jullie wel, Jan, Cocky, Gerda, Jantien en Hanny. We moeten er maar familietraditie van maken om regelmatig bij elkaar te komen.

Ik ging veel op pad met mijn moeder, sleepte haar in de taxi naar familiefeesten, naar familie en vrienden of gewoon naar de stad. Ze genoot ervan. Net zoveel als ik. Dank je wel, Annemarie & Mink, Adrie & Auke, Gerdine, tante Lies en tante Ria, Maudy & Arthur, Kathleen & Guus en Piet. Ik hoop jullie volgend jaar allemaal weer een keer te zien. 

2022 was het eerste jaar dat ik twéé overzichtsfilmpjes maakte. Ik moest wel want in de originele versie zitten al mijn dates verwerkt. Die sloopte ik er vakkundig uit omdat ik hen uiteraard niet zomaar op internet kan gooien. De gecensureerde versie die je bij dit bericht ziet, is een stuk saaier dan de oorspronkelijke versie met de heren erin. Wat heb ik genoten van alle terrasjes, wandelingen, etentjes en goede gesprekken. Dank je wel, S….., M…, A…., C…., M….. en W….. Jullie maakten 2022 een stuk vrolijker. 

2022 was het jaar waarin ik een heus team van Guardian Angels had. Dank jullie wel, lieve Michelle en Simone. Dat jullie zo goed op mij gepast hebben en me zo verschrikkelijk aan het lachen gemaakt hebben! Ik hoop dat jullie volgend jaar ook weer op mij passen! 

En dan nog een hele grote dank je wel voor al mijn trouwe lezers hier! Hoewel ik altijd zeg dat het me niet om de reacties gaat, vind ik het altijd weer leuk dat jullie zo trouw bij me komen lezen. Dus dank jullie wel, lieve Emiel, Rietepietz, Liesbeth, Rianne, Ilona, Deborah, Audrey, Neeltje, Mara, Nicole, Sas, Sandra, Netty, Sandra, Niekje, Sally, Mrs. T., Iris, Edith, Willemijn, Zo simpel is dan geluk, Marieclaire, Natiza en iedereen die ik vergeten ben. Jullie horen van mij in 2023!

En als laatste:
Een shout out naar Michelle, die met haar turnkunsten mijn filmpjes altijd opleukt. Blijven turnen, kind! Je moeder kan niet zonder je filmpjes.

En mijn excuses aan de barman van de Mary Macs in Dublin die nu pontificaal in beeld op internet staat. Sorry, man! 

Ik wens jullie allemaal een fijne jaarwisseling en een gelukkig en gezond 2023. 

 

 

De appel en de kerstboom.

Al vanaf het moment dat ik op mezelf ging wonen, zet ik de kerstboom. Met wisselend succes. Het ene jaar was-ie prachtig. Andere jaren was het treurnis alom. Toen ik pas op mezelf woonde, haalde ik altijd een echte kerstboom, samen met mijn vader. Toen hij overleed was ik kerstboom-technisch op mezelf aangewezen, wat niet altijd goed afliep.

Het eerste jaar zonder mijn vader, twee maanden na zijn overlijden, viel op tweede Kerstdag mijn – zelf uitgezochte – kerstboom om. Te midden van de ravage van gebroken kerstballen en een gesneuvelde piek huilde ik tranen met tuiten en besloot ik een namaak kerstboom te kopen en nooit, maar dan ook nooit meer een echte kerstboom te zetten.

Ondanks dat is de kerstboom zetten nooit mijn hobby geworden. Ik deed het dan ook altijd met frisse tegenzin. Gedoe, vind ik het. En die boom staat meestal in de weg. Maar ja, ik vond dat ik de boom moest zetten omdat ik een kind heb. Je wilt niet dat zo’n kind een kerst-trauma oploopt omdat ze opgroeide zonder kerstboom omdat haar moeder te lui was om de boom te zetten.

Dus sleepte ik jaar in jaar uit de boom voor de dag, versierde het kreng en keek hem daarna zowat de deur uit. Van de versiering maakte ik ook niet veel werk. Thema? Hoezo thema? Mijn thema was altijd vooral ‘goedkoop’ en ‘onbreekbaar’. En dat thema bleef ook jarenlang hetzelfde. Sterker nog; dat thema heb ik eigenlijk nog steeds.

En natuurlijk was het best leuk. Vooral toen Michelle klein was. Grote verbaasde ogen waarin kerstlichtjes weerspiegeld werden tijdens die eerste Kerst. Het versieren van de boom toen ze wat groter werd, terwijl ze kerstliedjes zong. De zelf-geknutselde versiersels tussen de onbreekbare ballen. Kerstversieringen van strijkkraaltjes. Maar toch vond ik het altijd weer een feest als de kerstboom weer naar de zolder mocht.

Ook bij Michelle nam de liefde voor kerstbomen in rap tempo af. Hoe groter ze werd, hoe minder ze erom gaf. Als ik uit mijn werk kwam en zij al thuis was uit school, trof ik vaak een donkere kerstboom aan zonder dat de lampjes brandden. Het maakte haar geen bal uit. Toen ze eenmaal op zichzelf woonde, leende ze soms een mini-kerstboompje dat kant-en-klaar voor gebruik in een plastic tas op zolder lag. En soms ook niet. Want ook zonder kerstboom vond ze het prima.

Drie keer raden wie er nu een jóekel van een kerstboom in huis heeft? Drie keer raden wie er nu een sport van maakt om de meest originele kerstballen op de kop te tikken? Drie keer raden wie er een heus thema in haar kerstversiering heeft? Juist! Mijn kind! Dat kind dat vroeger niet eens de kerstverlichting aan deed.

Mijn hemel, die appel is echt ver van de kerstboom gevallen!