“Hoe bevalt je nieuwe baan?” vraagt iedereen. En er wordt verbaasd gereageerd als ik niet super enthousiast ben. Natuurlijk ben ik blij met mijn nieuwe baan. En zeker met een baan die zo in mijn straatje past. Maar dat paste mijn vorige baan ook. Ik had een droombaan en ik had het met gemak volgehouden tot mijn pensioen. Maar door omstandigheden was dat geen optie meer. Dat maakt het allemaal een beetje zuur.
Daarnaast vind ik het niet fijn om helemaal opnieuw te beginnen. Ik had zoveel kennis opgedaan in mijn oude baan. En nu weet ik niet eens waar het papier voor de printer ligt. “Leuk!” roept iedereen “Een nieuwe uitdaging!” Nou. Eerlijk gezegd ben ik niet zo dol op uitdagingen. Maar het is wat het is, en het komt ook wel goed.
Mijn nieuwe werk is niet zo geautomatiseerd als ik gewend ben. “Het werkt” zeggen ze “Dus we hebben het nooit aangepast.” Waar ik 12,5 jaar werkte in een papierloos kantoor met alle documenten in de cloud, loop ik nu weer met ordners vol paperassen te slepen. Maar ergens is het ook wel heel grappig omdat de werkwijze vrijwel dezelfde is als bij de vrachtwagengarage waar ik vroeger werkte. Ik zie pakbonnen voorbij komen van leveranciers die ik herken van vroeger en ik hoor dezelfde termen weer voorbij komen. Het gaat over werkorders, tachografen, luchtbalgen, proefritten, RDW-papieren en RAL-kleuren. Net als toen.
Ik voel me Alice in Wonderland. Ik ben ergens in een konijnenhol gevallen en in 1998 terecht gekomen. Zo lijkt dit bedrijf op de garage waar ik vroeger werkte. Het is maar goed dat mijn nieuwe werkplek 100 kilometer verwijderd is van de plaats waar ik in 1998 woonde en werkte. Want aan het einde van mijn werkdag heb ik steeds de neiging om naar het kinderdagverblijf te fietsen om mijn dochter op te halen. Gelukkig herinner ik me altijd net op tijd dat het 2023 is. Mijn dochter is dertig inmiddels. Die wóónt niet eens meer bij mij. En bovendien heeft ze een rijbewijs. Die komt zelf wel thuis.
Maar natuurlijk is er ook goed nieuws. De fietstocht van bijna een half uur naar mijn werk, waar ik – lui varken – als een berg tegenop zag, bevalt me eigenlijk heel goed. Als het regent, ga ik met de auto. En eerlijk is eerlijk, daar baal ik dan best van. Op de fiets vind ik fijner. Toch luister ik nog een beetje weemoedig naar de verkeersinformatie. Om te horen of er weer zo’n vervloekte file staat op de A9. Waar ik dan weer geen last van heb.
Maar de grootste omschakeling is toch wel het vroege opstaan en de deur uit gaan. Ik ben gewend aan laat opblijven en opstaan rond een uur of kwart voor acht. Kopje koffie, laptopje opstarten, tussendoor ontbijten en aankleden. Radiootje aan, lekker thuis. In plaats daarvan gaat de wekker nu om half zeven en zit ik om half acht op de fiets.
En na drie jaar thuis werken of alleen op kantoor moet ik enorm wennen aan de hele dag mensen om me heen. Gelukkig zijn het hele lieve mensen. Want mijn nieuwe collega’s zijn echt heel erg aardig. Daar bof ik dan weer mee! En eerlijk is eerlijk; als ik door de werkplaats loop, tussen al die grote vrachtwagens door, vind ik dat toch wel weer heel erg gaaf. Net als vroeger. Dus het komt wel goed. Het is alleen even wennen.