Categoriearchief: Ergernissen

Demonstratie.

Laat ik één ding duidelijk stellen; er is niks mis met demonstreren. Het is fijn dat we in een land wonen waar je je mag laten horen als je het ergens niet mee eens bent, mits je je aan bepaalde regels houdt. Dikke prima! Daar boffen we maar mee. En dus vind ik het prima dat er op het station in Zaandam regelmatig een pro-Palestina-demonstratie gehouden wordt. Of je nou voor of tegen bent, dat doet er niet toe. Je mag hier gewoon demonsteren. En dat is fijn.

Ik liep laatst langs de demonstranten het station in en ging de trap af naar het perron waar ik geduldig wachtte op de trein die mij naar huis zou brengen. Terwijl ik stond te wachten kondigde het bekende NS-deuntje een dienstmededeling aan. ‘Ding-dong!’ deed het door de speakers. Daarna werd er omgeroepen: ‘Wij vragen uw aandacht voor de pro-Palestina-demonstratie bij de ingang van het station want de genocide door Israël moet stoppen’.

Mijn wenkbrauwen gingen een stukje omhoog. Maar mijn mond viel pas echt open toen de dienstmededeling verder ging met ‘Van de rivier naar de zee. Neem een folder mee!’ Het bericht eindigde met een afsluitende typische NS-‘Ding-dong’.

Ik keek eens om me heen maar ik zag nergens verbaasde blikken. Iedereen was – zoals gewoonlijk – druk bezig met telefoons. Reizigers met oortjes in haastten zich naar het juiste perron, alles reilde en zeilde en niemand leek verbaasd. Maar ik wel. Nogmaals; demonstreren? Helemaal prima. Maar ik vond het vreemd dat de NS partij trok in deze kwestie die toch enigszins gevoelig ligt momenteel. Ik hield mijn telefoon stand by om de mededeling op te nemen mocht-ie nog een keer afgespeeld worden. Maar mijn trein kwam. Op tijd deze keer. Zul je altijd zien.

Toch liet het me niet los. Noem me een zeurpiet; maar ik vond het gewoon niet kunnen. En ik was nieuwsgierig naar het hoe en waarom. Ik waagde er een chat gesprek met de chatrobot van de NS aan, die gelukkig snel begreep dat ik een medewerker wilde spreken. Die medewerker deed zijn of haar best en bood me allereerst excuses aan voor het feit dat ik me ongemakkelijk had gevoeld door de dienstmededeling die ik hoorde op het station. Daarna volgde een antwoord:

‘Als NS hebben we een neutrale positie ten opzicht van politieke kwesties en conflicten wereldwijd. Het is niet onze intentie op een standpunt in te nemen of een bepaalde politieke boodschap te verspreiden via onze mededelingen.

Het lijkt er op dat er sprake is geweest van een incident waarbij een individu of groep buiten de normale procedures is getreden. Dit is niet in lijn met ons beleid en we zullen dit intern onderzoeken om ervoor te zorgen dat soortgelijke situaties in de toekomst worden voorkomen.’

Of ik op de hoogte gehouden wilde worden van het onderzoek, vroeg de NS-medewerker. Nou, dat wilde ik wel. Een week later werd ik gebeld door een andere medewerker van de NS. Hij legde uit dat uit hun onderzoek was gebleken dat de dienstmededeling niet van de NS was maar afgespeeld werd op een geluidsbox die de demonstranten bij zich hadden. Hij bood nogmaals zijn excuses aan.

Dat was niet nodig, zo erg was het niet. Ik was alleen nieuwsgierig. En nu heb ik mijn antwoord. De stationschef gaat er op toezien dat het niet nog een keer voorkomt. Terecht, lijkt mij. De treinen op tijd laten rijden, blijft een dingetje bij de NS. Maar dit hebben ze prima uitgezocht en opgelost. Mag ook wel eens gezegd worden.

De keukenvloer update.

Weten jullie nog? Kerst 2022? Toen ik zo graag een nieuwe keukenvloer wilde? Hoogste tijd voor een update. Want geloof het of niet; die keukenvloer kwam niet want mijn vloer bleef nat. Er kwam nóg een leger klusmannen over de vloer tot er uiteindelijk eentje tot de conclusie kwam dat de rookgasafvoer van mijn cv-ketel lekte in de loze ruimte achter mijn muur. Ik geloofde hem. Het was inmiddels voorjaar 2023 geworden en het euvel werd gerepareerd. Nu hoefde ik alleen maar te wachten tot mijn keukenvloer opgedroogd was. Regelmatig liep de ‘locatiemanager’ formerly know as huismeester binnen om het vochtgehalte van de vloer te meten. Maar echt drogen deed het niet.

Ik dacht dat ik dat wel begreep. Wie weet hoeveel water er achter mijn muur gelopen was? En in mijn keuken kan geen raam open (ja, dat is raar) dus echt luchten deed het ook niet. En, eigenwijs als ik ben, had ik een keukenkastje weer op zijn originele plaats gezet naast de natte plek waardoor het ook niet lekker door kon luchten. Dus ik snapte het wel. En ik wachtte geduldig af. Alles went, zelfs een keuken zonder keukenvloer dus ik zag het amper meer. Pas als ik weer eens bijna mijn nek brak over een los stuk laminaat, belde ik de locatiemanager weer, die dan weer eens kwam meten en mistroostig zijn hoofd schudde.

En toen werd het november 2023 en vond ik een nieuwe baan. Eentje waarbij ik – na de inwerkperiode – weer lekker thuis kon werken. Vol goede moed begon ik mijn werkkamer weer in orde te maken. Ik had de ruimte onder mijn bureau de afgelopen periode vooral gebruikt als opslag ruimte. Dus ik begon op te ruimen en weg te gooien. En ik ontdekte tot mijn grote schrik dat de muur onder mijn bureau vol schimmel zat. Schuimbekkend belde ik de verhuurder en het hele spelletje begon opnieuw. Wachten tot het bedrijf dat de verhuurder inschakelde, contact met mij opnam. Wachten tot zij langs kwamen voor wéér een lekdetectie en hun bevindingen teruggekoppeld hadden aan de verhuurder. Wachten tot die vervolgens een offerte ontvangen én goedgekeurd had en wachten op de uiteindelijke reparatie.

Eind 2023 was mijn geduld op. Maar dan ook echt op! Ik schreef een aangetekende brief aan de directeur van de toko waar ik mijn huis van huur. Eindelijk kwam er wat actie. De locatiemanager belde me lachend op. Dat mijn brief het hele bedrijf doorging en dat er nu wel snel iets zou gebeuren. Uiteindelijk ging er nog bijna twee maanden voorbij. Waarbij ik nóg een aangetekende brief aan de directeur stuurde en vervolgens de telefonistes begon te stalken. Ik belde elke dag, soms zelfs twee keer per dag. Ik mailde me suf en uiteindelijk na veel kastjes en muren kwamen er weer klusmannen die constateerden dat de standpijp lekte (de afvoerpijp die van de bovenburen naar het riool loopt). Zij hakten een gat in de muur en zetten heel efficiënt een bakblik dat toevallig in mijn washok stond in het gat. Er zou weer een ander bedrijf komen om de standpijp te repareren.

Die meneer kwam, keek eens en constateerde vervolgens dat de lekkage niet van die standpijp kwam. Hij beweerde dat er bij de bovenburen iets lekte. Er werd een nieuwe afspraak gemaakt en mijn bovenburen kregen net zo’n mooi gat in de muur als ik had. De monteur maakte een foto door het gat in de muur. Van boven naar beneden. In de diepte zie je mijn bakblik staan. En er loopt een duidelijk lekspoor van mijn bovenburen naar mij. Het lek was eindelijk boven water! Als het goed is – en ik herhaal: als het goed is – is de lekkage eindelijk verholpen. Ik ga ervan uit dat als Mariah weer zingt, ik een keukenvloer heb.

Sommige mensen…

Zien jullie deze kruising? Als ik met de auto van mijn werk naar huis rijd, moet ik daar rechtsaf. Achter die vrachtwagen aan, zeg maar. De meeste auto’s moeten linksaf overigens. Dus die sorteren links voor. Zodat je lekker rechts voor kunt sorteren als je rechtsaf moet. Want er passen daar prima twee auto’s naast elkaar.

Da’s wel zo handig. Want de auto’s die linksaf moeten, moeten vaak langer wachten voor er ruimte is. Er komt meer verkeer van links dan van rechts. Naar rechts kun je er dan vaak prima even tussendoor piepen omdat er minder verkeer is dat die kant op moet.

Ik kwam aanrijden en zag een auto die stond te wachten, keurig links voorgesorteerd. Daarachter stond nog een auto. De bestuurder gaf geen richting aan maar hij stond duidelijk voorgesorteerd om linksaf te slaan. Dus ik wilde beide auto’s passeren en doorrijden naar de kruising om rechtsaf te slaan. Terwijl ik de achterste auto passeerde die – ik meld het nog maar even – géén richting aan gaf, ving ik een glimp op van de bestuurder.

Ik zag zijn mond openvallen en zijn gezicht vertrok in een boze grimas. Hij sperde zijn ogen zo wijd open dat ze bijna uit hun kassen puilden, zó boos keek hij. ‘Oeps’ mompelde ik en ik stopte. Schijnbaar moest dit heerschap ook rechtsaf maar heeft hij én niet voorgesorteerd én geen richting aan gegeven. Kan gebeuren.

Ik wachtte geduldig. De auto voor hem trok op en sloeg linksaf. Ik lachte lief, gebaarde ‘Sorry’ en maakte een armgebaar waarmee ik hem galant voor liet gaan om rechtsaf te slaan. Ik ben de beroerdste niet.

Hij trok ruw op, met nog steeds een van woede vertrokken gezicht. Hij schuimbekte nog nét niet. En met rechts gaf-ie me de vinger.

Snap ik. Hij kon niet anders.
Want met zijn linkerhand hield hij zijn mobiel aan zijn oor.

Sommige mensen…

Uncle Bob en opnieuw beginnen.

Het was natuurlijk te verwachten; na mijn vorige logje over die twee foto’s die ik maakte, kreeg ik een preek van mijn lichtend voorbeeld in de fotografie, mijn leermeester, mijn goeroe. Of nou ja, een preek was het niet eens. Met gerichte vragen probeerde ze mijn fotografie-enthousiasme weer wat aan te wakkeren. En dat lukte; want ik beloofde haar spontaan dat ik met mijn camera op pad zou gaan. Zelfs dat weekend al!

Maar toen het eenmaal weekend was, waren er wat kleine kinkjes in de kabel. Die kinkjes bestonden uit een beetje keelpijn en een beetje hoofdpijn dus zegde ik de afspraak om op bezoek te gaan bij een vriendin met een fotogeniek hondje af. Maar het grootste kinkje was toch wel de regen die werkelijk het hele weekend met bakken uit de lucht viel.

Maar eigenlijk was het een geweldige combi. Zaterdag regende het zó hard en zó veel dat je buiten niks te zoeken had. Dus hing ik met mijn zere hoofdje de hele dag wat rond in mijn pyjama. ’s Middags probeerde ik zelfs nog even een middagdutje te doen. De enige buitenlucht die ik die dag kreeg, was toen ik even op het balkon zat. Mét mijn camera! Want ik had beloofd om foto’s te maken.. Bij gebrek aan een fotogeniek hondje probeerde ik wanhopig een opspattende regendruppel op de balustrade van mijn balkon te fotograferen. Maar 50 opnamen verder moest ik toch echt constateren dat dat íets te hoog gegrepen was en gaf ik het op.

Zondag regende het nog steeds maar ik was inmiddels aangekleed. Want in mijn iets minder pijnlijke hoofd borrelde een ideetje. Wat als ik nou eens probeerde een spiegelfoto te maken in één van de vele plassen? Tussen de buien door rende ik even snel naar buiten. Naar de kerk hier net om de hoek. Er waren plassen genoeg en al snel vond ik er eentje waar ik de kerk in kon zien.

Echt heel spectaculair is het allemaal niet. Maar je moet ergens beginnen. Met een beetje mazzel krijgen we een zonnig najaar. Wie weet wordt het dan nog eens wat.