Categoriearchief: Ergernissen

Ergernissen.

 

In de auto zitten en je autosleutel kwijt zijn.

‘s Avonds denken dat je je haar nog niet hoeft te wassen als je gaat douchen. En ‘s morgen wakker worden met haar dat wél gewassen had moeten worden die avond daarvoor.

Of ‘s avonds laat je tanden poetsen voor de badkamerspiegel en ontdekken dat je haar echt geweldig zit. En dan ‘s morgens weer wakker worden met een coupe wanhoop.

Er op je werk pas achterkomen dat je verkeerde sokken aan hebt. Van die sokken die afzakken in je laarzen. Of je riem vergeten om te doen en op kantoor de hele dag je broek op moeten hijsen.

Tubetjes secondenlijm. Die lijm plakt álles aan je vingers. Maar bij de onderdelen die je aan elkaar wilt plakken, werkt dat niet. Zo’n tubetje krijg je ook nooit meer open. Want het dopje plakt wél muurvast.

Dat je in de auto – heel cool – je tegenligger met groot licht wil seinen dat hij eerst mag. En dat je dan aan het verkeerde hendeltje trekt. En heel charmant een scheutje ruitenwisservloeistof op de voorruit kletst.

Of rijdend ontdekken dat je rechter buitenspiegel beslagen is. Gelukkig heb ik mijn rijbewijs gehaald toen rechter buitenspiegels nog niet bestonden. Lang leve de binnenspiegel!

Blisterverpakkingen. Vooral die waar een schaar in zit. En waar je dus een schaar voor nodig hebt om hem open te maken.

Of automobilisten die je inhalen en dan vol op de rem gaan omdat ze uit moeten voegen.

Of gewoon geen tijd hebben om een fatsoenlijk logje te schrijven.

 

Klussen voor dummies.

In de restyling van mijn huiskamer besloot ik te kiezen voor twee naast elkaar hangende, zwevende tv-kastjes. En op een van die kastjes moest een spiksplinternieuwe tv komen te staan. En dat laatste maakte dat ik twijfelde aan mijn eigen klusvermogen. Ik zag al voor me hoe de tv met kastje en al van de muur zou kukelen. Dus had ik hulp nodig. En in de flow waarin ik nu zit, verbouwde ik – in mijn eentje – mijn hele huiskamer in nog geen twee weken. Dus de hulp die ik nodig had, moest snel komen. Héél snel! Sneller dan schoonzoon of broer hier konden zijn.

Dat lukte. Ik scoorde via werkspot een klusjesman die de volgende dag al op de stoep stond. Hij was zó snel dat ik nog geen gaten in de kastjes geboord had om de kabels weg te werken. Maar ach, dat kon altijd nog. Terwijl ik thuis aan het werk was, ging mijn klusjesman voortvarend aan de slag met de kastjes. Ik probeerde mijn aandacht bij mijn werk te houden maar het ontging me niet dat hij een gat boorde op een verkeerde plaats. Toen hij vervolgens een mattie belde omdat hij het ophangsysteem van de kastjes niet begreep, werd ik een tikkie nerveus. Als dat maar goed ging. Maar het ging goed en uiteindelijk hingen mijn kastjes keurig netjes naast elkaar. Volledig waterpas.

Dus toen mijn klusjesman vertrokken was, pakte ik mijn gatenboor en boorde ik een gat in de bovenkant van een van de kastjes. Hopla! Fluitje van een cent! Maar toen ik een gat in de onderkant van het kastje wilde boren, bleek dat mijn boor er niet onder paste. Kak! Ik bekeek het kastje van alle kanten. Overwoog zelfs om dan maar een schuin gat te boren maar kon toch geen andere conclusie trekken dan dat het kastje van de muur moest om er een gat in te zagen. Vloekend en scheldend heb ik het kastje van de muur gehaald en woest een gat in de onderkant gezaagd. En wat ik daarna ook probeerde; ik kreeg het kastje niet meer recht opgehangen.

Uiteindelijk deed ik iets verstandigs. Voor de zekerheid stutte ik mijn kastje met daarop de tv met stapels boeken en besloot in het weekend RUSTIG en MET BELEID het probleem op te lossen. Dat leek me beter dan woedend te blijven smijten met gereedschap. Want ik was inmiddels in staat dat stomme kastje zo over het balkon te donderen. Afgelopen zaterdag was ik weer rustig geworden. En pakte ik helemaal zen het karwei aan, compleet met een verstandig stappenplan. Et voilá! Het kastje hangt weer. Ietsje-pietsje minder recht dan-ie oorspronkelijk hing maar ik ben tevreden.

Conclusie: ik kan het best zelf. Ik heb geen klusjesman nodig. Ik moet alleen nog leren mijn gezonde verstand te gebruiken.

De hortus botanicus van Nicky

Het trieste einde van de aloë vera.

In augustus plaatste ik een logje over de enorm slechte conditie van mijn kamerplanten. En hoe ik ervoor zou zorgen dat ze allemaal weer gingen groeien en bloeien. Ik installeerde zelfs een app op mijn telefoon om mij daarmee te helpen. Hoogste tijd voor een update. Ik had jullie graag willen melden dat mijn kamerplanten enorm opgefleurd zijn en tegen de klippen van de hel omhoog groeien. Helaas. De waarheid is iets minder rooskleurig.

Dat appje is op zich best handig. Je krijgt elke dag een seintje welke plant water moet hebben. Je kunt de status van je planten bij houden en er is zelf een heus plantenkerkhof waar je je overleden planten heen kunt brengen. Voor de verwerking van het verdriet over je overleden plant is dat misschien wel goed. Toch bleek ik zelfs met een app niet in staat mijn planten in leven te houden.

Als eerste moest ik afscheid nemen van mijn graslelie. De blaadjes gingen van ‘een beetje bruin’, via ‘behoorlijk bruin’ naar ‘bijna zwart’. Ik moest constateren dat mijn graslelie het loodje had gelegd. Eerlijk gezegd was ik niet erg aan haar gehecht en mikte ik de stoffelijke resten zonder pardon in de afvalbak. Stiekem juichte ik een beetje. Want die graslelie was écht niet om aan te zien. En aangezien ik nu weer een lege bloempot had, mocht ik van mezelf een nieuwe plant kopen.

Iets treuriger werd het, toen ik op een morgen de huiskamer binnen kwam, en zag dat mijn aloë vera-plant alle hoop verloren had. Ze was van een fier rechtopstaande plant al getransformeerd naar hangplant door mijn goede zorgen en gaf er daarna zelf de brui aan. Zonder uitzicht op verbetering, heeft ze zichzelf uit de pot vanaf de kast te pletter gestort op de grond, 1.80 meter lager. Dat vond ik toch wel heel verdrietig.

Maar wat écht mijn hart brak was het overlijden van de bananenplant-baby, die ik van mijn dochter kreeg.  “Het is mijn eerste bananenplant-baby!” jubelde het kind blij toen ze mij trots haar eerste baby-plant overhandigde. Ik heb haar zonder ongelukken groot gebracht, dus ze had er alle vertrouwen dat ik haar bananenplantbaby ook gezond groot zou brengen. Maar die planten-baby bleek lastiger in onderhoud te zijn dan een mensenkind. Ik deed enorm mijn best, samen met mijn appje. Maar ik kon niet voorkomen dat de bananenplant-baby binnen een dag bruin werd en ik afscheid moest nemen. Gelukkig verzekerde mijn dochter mij dat ze nog steeds van mij houdt. Dat wel, maar of ik ooit nog een stekje van haar krijg, is de vraag. 

En daarna was ik klaar met mijn planten-app. Ik gooide de app, inclusief het plantenkerkhof met daarop mijn graslelie, mijn aloë vera en mijn bananenplant-baby, resoluut van mijn telefoon.
Voortaan gaan we weer voor de old fashion way. Eén keer per week water geven. En niet te veel. Eens kijken waar dat ons brengt.

Ze doet het weer.

Bij ons thuis draaide er altijd wel iemand muziek. Alle genres waren vertegenwoordigd. Mijn oudere broer leerde mij, zittend in de kinderstoel, al “Ozzie” en “Blacksabbath” zeggen. Bohemian Rhapsody van Queen is voor mij de ultieme jeugdherinnering. Mijn zussen waren fan van The Partridge-family en David Cassidy. Mijn vader hield van country en mijn moeder luisterde graag naar BZN. En ik draaide als kind alle LP’s van Abba grijs op mijn pick-upje. Als mijn vader de herrie vanuit onze slaapkamers beu was, greep hij in. Hij was een man van weinig woorden. Hij mopperde niet, hij waarschuwde niet. Hij draaide gewoon beneden de stop eruit, zodat de stroom uit viel. En dan ging je LP steeds langzamer. Dan werden de stemmen van de favoriete artiesten steeds lager. Tot het uiteindelijk stil werd. En dan wist je dat je muziek te hard stond.

Nu ik groot ben, heeft mijn muzieksmaak zich verder uitgebreid. Ik houd van van alles. En sinds ik, door Corona, met de auto naar mijn werk ga, is zelfs mijn kennis van de Top 40 weer een beetje up to date. En er komt een heleboel voorbij dat ik leuk vind. En er komt ook een hoop voorbij wat in níet leuk vind. Daar heb ik meestal niet zo’n moeite mee. De vier minuten dat zo’n liedje gemiddeld duurt, zit ik geduldig uit. Maar er zijn een paar artiesten die ik écht niet aan kan horen. Nog geen twee minuten. Waarom niet? Geen idee.

Bij Davina Michelle gaat meteen de radio uit. Zij heeft iets in haar stem wat ik verschrikkelijk vind. Ook van Glennis Grace krijg ik acuut bloedende trommelvliezen. Uit moet die radio! Uit! Helemaal uit! Hoewel de beide dames ongetwijfeld goed kunnen zingen, vind ik ze altijd zo enorm schreeuwen. Nou wil het toeval dat Davina en Glennis ook niet echt types zijn waar ik graag bevriend mee zou zijn. Ze lijken mij te uitgesproken, te druk. Ik zou gillend gek worden als ze op mijn verjaardagsfeestje zouden zijn. Ik dacht altijd dat dat meespeelde bij mijn afkeer van hun muziek.

Afgelopen week heb ik ontdekt dat dat niet zo is. Want Adele maakte haar comeback. Ze denderde de Top 40 binnen en kwam meteen op de eerste plaats met haar nieuwe nummer ‘Easy on me‘. Ik vind Adele leuk. Echt! Ik vind haar geweldig in interviews. Ik vind haar een prachtige vrouw om te zien. Met een geweldige lach. Maar oh, oh, die muziek, hè! Prachtige stem heeft ze. Maar ze doet het weer! Van die uithaaltjes…  “Go éééééaééééásy on me”. Ik trek dat niet. Ik trek dat écht niet. Ik druk de uit-knop van mijn radio bijna door mijn dashboard heen in mijn haast om Adele het zwijgen op te leggen. Zo jammer. Want ze lijkt me zo’n leuk mens. Zij mag best op mijn verjaardagsfeestje komen. Lijkt me beregezellig! Als ze maar niet gaat zingen.

Bij wie zet jij de radio uit?

Verklarende woordenlijst voor jonge lezers:
Pick-up: Niet de vrachtwagen; dit betreft een elektrisch apparaat. Je kon er LP’s en singeltjes opleggen. Die gingen ronddraaien als je de pick-up aanzette. Daarna zette je een arm met daarin een naald op de LP en werd er muziek afgespeeld.
LP: Ook wel plaat genoemd. Zwarte plaat van vinyl met een gekleurd etiket in het midden. Er zaten groeven op. Als je daar de naald van de pick up in zette, werd er muziek afgespeeld. Dat moest je heel nauwkeurig doen. Als je niet voorzichtig genoeg deed, kreeg je een kras op je plaat, bleef hij hangen en speelde hij dus steeds hetzelfde stukje muziek af.
Stop: onderdeel van de elektrische installatie in een huis. Het is wat nu een aardlekschakelaar is. Het was een porseleinen kegel met schroefdraad die ter beveiliging in de groepenkast zat. Bij overbelasting of storing in een apparaat, sprong de stop en viel de stoom uit.