De Nieuwveerbrug.

Mijn vader was spoorman, zijn hele leven lang. Eerst als rangeerder en later, toen ik een jaar of zeven was, werd hij brugwachter bij de Nieuwveerbrug. De Nieuwveerbrug was de spoorbrug over de Mark bij Terheijden, vlak langs de A16 van Breda naar Rotterdam.

Er stond een klein huisje pal naast het spoor met daarin een oude gaskachel, een wastafel, een bureau en een bureaustoel. Buiten was er een toilet met een oude, houten deur met een hartje er in. Er was een grasveldje met een kersenboom en een grindpaadje langs het water van de Mark. Verder was er niets. Helemaal niets. De spoorlijn en uitgestrekte weilanden, zover het oog reikte met hier en daar een boerderij.

Daar bracht mijn vader zijn dagen door. Hij had, via de telefoon, contact met zijn collega een brug verderop in Lage Zwaluwe. En met de schippers die voorbij kwamen. Maar verder was er niemand en zat hij daar moederziel alleen. Dag in dag uit. Maar mijn vader kon dat als de beste. Hij draaide de brug om schepen door te laten en onderhield de brug en het huisje. Hij had altijd een enorme tas bibliotheekboeken bij zich, hij luisterde naar de radio en hij tuinierde. De prachtige bloementuin bij het brugwachtershuisje was zijn visitekaartje
van de NS.

Als kind ging ik vaak met mijn vader mee naar ‘het Veer’, zoals wij de brug noemden. Lange zomermiddagen lag ik met mijn leesboeken en kleurboeken op een deken op het grasveld onder de kersenboom en telde de vrachtwagens op de A16. Ik viste met mijn vader in de Mark en zocht mooie steentjes die ik vol trots aan mijn vader liet zien. En ik wachtte. Ik wachtte vol spanning tot er een schip aan kwam.

Ik tuurde de Mark af en als er in de verte een stipje verscheen, rende ik naar het brugwachtershuisje, schreeuwend “Papa! Papa! Een schip!” Soms waren het kleine bootjes die zo onder de brug door konden. Maar vaak was het een heus binnenvaartschip waar mijn vader de brug voor moest openen. Dan haalde hij een grote hendel over zodat de seinen op rood sprongen en alle treinen moesten stoppen. En we liepen samen over het spoor, de brug op. Midden op de brug maakte mijn vader een luikje open en duwde op wat knoppen. Langzaam kwam de brug dan een beetje omhoog en draaide opzij, met ons er bovenop, zodat het schip door kon varen. Samen met mijn vader zwaaide ik de schipper na, waarna mijn vader de brug weer sloot en de seinen weer op groen zette.

Ik kwam graag bij ‘het Veer’. Als kind, maar ook later, toen ik al ‘groot’ was. Even bijkletsen met mijn vader. Weer die vertrouwde geur ruiken van het linoleum in de keet, zoals wij het brugwachtershuisje noemden, en altijd weer die enorme schrik als je toevallig net op dat kleine wc’tje zat als, anderhalve meter verderop, de intercity naar Rotterdam langs raasde en alles aan, in en om de keet rammelde.

Mijn vader is meer dan twintig jaar geleden overleden. De brug is vlak daarna gesloten. Niet omdat mijn vader er niet meer was maar omdat er een automatische brug kwam. Met één druk op de knop kunnen schippers tegenwoordig de brug openen. Een brugwachter was niet meer nodig.
Een tijdperk werd afgesloten.

Wat blijft zijn de herinneringen. Aan mijn vader, aan die lange zomermiddagen, aan hoe trots ik was op mijn sterke, stoere, grote vader. Die plek, daar aan de Mark blijft bijzonder.

Zo bijzonder dat ik, al jaren, af en toe internet afstruin op zoek naar verhalen of foto’s van de brug. Ik vond nooit iets. Tot vorige week. Ik had eindelijk beet! Ik vond iets over de brug. Of beter gezegd; iets over die magische plaats aan de Mark. De plaats waar mijn vader later ging werken. Een waar spookverhaal*!
En ik vind het prachtig.

Al geloof ik niet écht dat het spookt bij de Nieuwveerbrug.
Mochten er geesten ronddolen, dan is het hooguit de geest van mijn vader.
Die zit daar vast rustig te vissen op zijn stekkie aan de Mark
en zwaait vrolijk naar de schippers. Net als vroeger.

Bijschrift bij de foto, met de klok mee:
– mijn vader op de brug;
– een aquarel van de brug en het brugwachtershuisje;
– De Eendracht, een vaste voorbijganger, passeert de brug;
– ik, bij het brugwachtershuisje, vlak voor Mich geboren werd.
Mijn vader staat binnen, de wegvarende Eendracht na te kijken;
– de Mark met een schip in aantocht.

* met dank aan het Brabant Historisch Informatie Centrum.

9 gedachten over “De Nieuwveerbrug.

  1. zus

    jeugdsentiment
    auto’s wassen op zaterdag
    met de kinders er naar toe
    samen koffie drinken
    lang geleden maar een hele mooie tijd
    zou best wel eens terug willen
    het plekje ken je nu niet meer terug
    heel jammer
    maar het zit in onze gedachten
    pa op de veer brug

  2. Nicky

    @ Zus: weet je nog dat je dat auto wassen goed moest timen? Als-ie nog nat was als er een trein langs kwam, zat-ie onder het zand en kon je weer opnieuw beginnen! En weet je nog dat Pa altijd stond te zwaaien als hij wist dat wij met de trein naar tante Rietje gingen? Ik zie ‘m in gedachten nog staan! Mooi was dat!

  3. zus

    ja inderdaad
    en de keren dat wij in de trein zaten en pa zagen
    nu zit ik eigenlijk niet meer in de trein
    blijft een specaal plekje ook nu nog

  4. Colin

    Vanuit Terheijden varen tot aan de brug en net daarvoor draaien en weer terug naar het haventje waar het vissersbootje van pa lag … je zou toch denken dat ik die brugwachter vast een keer gezien moet hebben 🙂

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *