Wat doe je als je verhuist van een riant appartement naar een poppenhuisje? Heel simpel; de helft van je inboedel opslaan! En Nicky ging dat fijn even regelen. De opslag bij ons om de hoek was vol maar even Googlen, even bellen en op zaterdagmorgen om 11.00 had ik een afspraak bij de firma A in Amsterdam om te kijken wat de mogelijkheden waren én om een mooie ruimte voor onze spulletjes te regelen.
Nou had ik geen idee waar de Firma A zich bevindt in Amsterdam maar ook daar wist Google wel raad op. Ik typte het adres in op mijn telefoon en Google-Maps loodste me naar het juiste adres. Ergens op het einde van de rit, zo’n drie minuten voor ik mijn bestemming zou bereiken, werd het toch een beetje ingewikkeld. Iets met vrouwen en kaartlezen of zo. Maar nét op dat moment kwam er een bestelbusje voor me rijden met daarop een prachtige reclame voor opslagruimte.
Potverdikkie! Was dat mazzel! Ik hoefde alleen nog maar dat busje te volgen! Keurig om 11.00 uur meldde ik me bij de balie waarna een behulpzame meneer liet zien wat voor opslagruimtes ze te huur hadden. En om 11.15 uur hadden we een deal. Met een contact van onze vers gehuurde opslag, de sleutels van de opslagruimte én een tag voor het hek van het terrein op zak vertrok ik weer naar huis. “Kon je het vinden?” vroeg Frank. Ik overhandigde hem de sleutels, de tag en antwoordde achteloos “Tuurlijk!”.
‘s Avonds arriveerden de hulptroepen, de halve inboedel werd ingeladen en de heren gingen op pad. Een kwartiertje later ging mijn telefoon. “Wat is de pincode van het hek van de opslag?”. Ik meldde dat ze het hek open moesten maken met de tag. Oh. Oké. Tien minuten later ging weer mijn telefoon. Ze moesten toch écht een pincode hebben; met die tag konden ze niks. Ik groef in mijn geheugen maar het woord ‘pincode’ was die morgen, toen ik de opslag huurde, écht niet gevallen. Maar die zou vast in het contract staan. Beetje jammer dat dat inmiddels in het nieuwe huis lag.
Terwijl de mannen met de inboedel, een tikkie ongeduldig, stonden te wachten voor het gesloten hek van de opslag, sprong ik in de auto en racete naar het nieuwe huis. Daar las ik het hele contract letter voor letter door maar nergens stond een pincode vermeld. Ik belde de heren terug en verzekerde ze dat ik écht geen pincode had gekregen en dat er niks over een pincode in het contract stond. Maar zij bleven stug volhouden dat ze een pincode moesten hebben.
“Staan jullie wel voor het goede hek?” vroeg ik in lichte paniek. Ja, ze stonden voor het hek van de Firma A in Amsterdam, op het adres dat ik opgegeven had. Ik las nóg een keer het contract door en ineens viel mijn oog op de firma-naam bovenaan het contract. De firma B in Amsterdam! Op een héél ander adres dan het adres dat ik die ochtend op Google opgezocht had.
In een soort van flashback zag ik weer voor me hoe het busje van het opslagbedrijf voor me kwam rijden. En hoe ik, zonder verder te kijken, blindelings achter dat busje aan reed, zó het terrein van het opslagbedrijf op. Schijnbaar heb ik een busje van de firma B gevolgd, ben ik firma A finaal voorbij gereden en heb ik, zonder ook maar iets in de gaten te hebben, opslagruimte gehuurd bij firma B in plaats van firma A.
Ik stuurde de mannen naar het adres van firma B, twee straten verderop. Ze maakten het hek open, mét de tag en stalden onze inboedel in de opslag. Toen ze terug kwamen heb ik de grap over vrouwen en kaartlezen zélf maar gemaakt. Om de heren voor te zijn.
Heerlijk dit is zo’n verhaal dat een leven lang meegaat. Leuk voor de toehoorders, jammer voor jou 🙂
Ik lig hier plat….
Haha heerlijk verhaal om te lezen!
Hahaha, wat een verhaal. Wel lekker makkelijk om achter zo’n busje aan te rijden trouwens. 🙂
Hé, je lay-out is veranderd. Lekker fris hoor. Bloglovin had je bericht verstopt ik kwam ‘m net pas tegen. 🙁
Ha ha ha … echt ontzettend grappig!!!