Sinds ver, ver vorige eeuw ben ik bloeddonor. Een goede gewoonte die ontstaan is, ergens in 1987, toen ik nog een arme caissière was, geen cent te makken had en toch iets wilde doen voor een goed doel. Al die jaren wordt, als dank voor mijn donatie, regelmatig mijn bloeddruk en het ijzergehalte in mijn bloed gecheckt. Achter de schermen wordt op nog veel meer gecheckt maar daar sta ik nooit bij stil. Ik ben al tevreden met de koffie en de roze koek na iedere donatie. En aangezien ik geen lichamelijke klachten heb na het bloed geven ben ik van plan nog heel lang door te gaan.
Na jarenlang gedoneerd te hebben in Breda en daarna in Amsterdam, googelde ik na mijn verhuizing naar Heemskerk op ‘bloedbank Heemskerk’. En ja, hoor! Ook daar was een locatie van Sanquin. Ik verstuurde een adreswijziging en wachtte mijn volgende oproep af. Begin dit jaar kreeg ik een uitnodiging in de bus.
Op de uitnodigingen die ik in Amsterdam kreeg, stonden de openingstijden vermeld en het bericht dat ik binnen twee weken langs kon komen voor een donatie. Maar op de uitnodiging die ik nu kreeg, stond maar één datum vermeld. Op die dag kon ik langs komen om bloed te geven. Vreemd, vond ik, maar toevallig was het die dag mijn vrije dag dus op de bewuste dag keek ik op Google Maps waar ik moest zijn. Zes minuten fietsen. Makkie. Maar de regen viel met bakken uit de hemel dus besloot ik, lui als ik ben en van suiker bovendien, de auto te pakken.
Vier minuten rijden. Met mijn navigatie aan ging ik op weg. Eerste rotonde, rechtdoor, tweede rotonde rechtdoor. Het zag er naar uit dat ik het dorp uit reed. Terwijl de regen op mijn voorruit kletterde, meldde mijn navigatiemevrouw zich. ‘Uw bestemming bevindt zich aan de linkerkant.’ Ik tuurde door mijn beregende ramen naar links maar ik zag geen bloedbank. Alleen de parkeerplaats van de plaatselijke voetbalvereniging.
Het leek me verstandig om daar even te kijken wat er misgegaan was en desnoods te keren. Ik parkeerde op de parkeerplaats en ineens zag ik hem staan. Een enorme bus met een belettering van een enorme onderarm er op. Verhip! Een bloedbankbus! Ik stapte uit de auto en beklom twijfelend het trapje naar de bus. Door het raam zag ik een vrouw in stoel, duidelijk bezig met een donatie, vriendelijk wijzen naar het gebouw naast de bus; de kantine van de plaatselijke voetbalvereniging.
Ik volgde de bordjes die ik in eerste instantie over het hoofd gezien had. ‘Voor bloeddonatie melden in de bestuurskamer’. En zo gebeurde het dat ik mijn formulier om bloed te mogen geven invulde in de bestuurskamer van de voetbalvereniging. Waarna ik door mocht lopen naar de bloedbankbus waar ik, zonder problemen, mijn halve litertje bloed af liet tappen. ‘Gaat het goed?’ vroeg de medewerksters toen ik klaar was. ‘Neem lekker een bakkie koffie’ vervolgde ze vriendelijk. En dat deed ik. Met een roze koek erbij. Zittend op een chique stoel in de bestuurskamer van Odin ’59.
“Je raadt nooit waar ik was!” zei ik tegen Frank toen ik thuis kwam. “De bloedbank, toch?” antwoordde hij. Waarop ik triomfantelijk riep “In de bestúúrskamer van Odin ’59!”
Zo zie je maar; als bloeddonor verricht je niet alleen een goede daad.
Je komt ook nog eens ergens!
Grinnik… Ik weet niet of ik in de bestuurdkamer van VVV wil eindigen… (Maar hier zit de bloedbank inclusief ruime openingstijden in een grandiose ruimte in het volgende dorp en ben ik gestopt met bloedgeven dus die kans is enorm klein..)
Hier ook sinds een paar jaar in de bus en de koffie/thee in de kantine van de hockeyclub.
Haha super leuk zeg waar je dan terecht kan komen! Dat is nog eens een verhaal 😉
Het voordeel van bloedgever, afgezien van het goede doel, is toch ook de medische keuring die je hiermee ondergaat.
En inderdaad je komt zo nog eens ergens haha.
Mooi toch dubbel plezier, je doet een goede daad en je komt op plekken waar je anders niet snel komt. 🙂