Beugelen.

Als kind duimde ik. En als volwassene ook nog, eigenlijk, zij het onbewust. Zodra ik in dromenland was, stak ik – zonder het te merken – mijn duim in mijn mond. Ik heb dat zó lang gedaan dat er een paar verkeringen geweest zijn die dat gezien hebben. Ik noem geen exacte aantallen maar ik heb ‘s morgens toch wel eens de vertederende woorden gehoord ‘Ahhhh, je lag te duímen vannacht’. Ik denk dat ik er mee gestopt ben ooit. Want mijn huidige verkering heb ik er nooit over gehoord. Maar goed, die slaapt ook gewoon eerder dan ik.

Ondanks al dat duimen, heb ik nooit een beugel gehad. Ik viel in het ‘dertienjarigen-plan’ uit de jaren 80 waardoor, voor zover ik heb begrepen,  de tandarts gratis was maar een beugel was schijnbaar niet inbegrepen. Of niet nodig. Ik kan me alleen herinneren hoe ik twee keer per jaar kwijlend in de tandartsstoel zat voor fluoride-behandeling nummer zoveel. Ik vond het wel prima. En het ging ook een half leven goed.

Maar Brigitte Kaandorp zei het al: ‘Als je ouder wordt gaat alles hangen. Behalve je tandvlees; dat kruipt omhoog’. En ze had gelijk. Mijn tandvlees kroop omhoog wat resulteerde in een charmant spleetje tussen mijn voortanden. Maar het verval stopte niet en het spleetje werd steeds groter. ‘Karma, mam!’ concludeerde mijn dochter keihard, refererend aan de tijd dat zij en ik samen de serie McLeods Daughters keken. Een van de hoofdrolspeelsters had een scheve voortand. En als de serie uitgezonden werd, herinnerde ik dochterlief aan ons televisiemomentje door te verkondigen ‘Vanavond komt ‘Tandje’ weer!’ Tja. Dan vráág je erom.

Toch zat ik er niet echt mee. Het doet geen pijn en er zijn ergere dingen. Een been missen of zo. Dus bleef ik vrolijk lachen. Tot ik foto’s moest laten maken voor mijn nieuwe paspoort. ‘Je mag niet lachen’ zei de fotograaf. ‘Alleen glimlachen. Je mag geen tanden zien.’ Omdat ik niet jaren met een chagrijnige paspoortfoto rond wil lopen, toverde ik mijn breedste glimlach tevoorschijn. De fotograaf klikte en bromde ‘Hm. Ik zie je voortand.’  Hij klikte opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. En nog een keer opnieuw. Mijn vrolijke glimlach werd steeds kleiner. Op mijn paspoort prijkt nu een foto van mezelf, proberend met een krampachtige grijns mijn lippen op elkaar te houden om mijn scheve voortand binnenboord te houden.

En schijnbaar begon het scheef staan van mijn tanden toch een dingetje te worden. Want bij de eerstvolgende halfjaarlijkse controle opperde mijn tandarts ineens om een beugel aan te meten. Ik dacht aan het kostenplaatje van de beugel van mijn kind destijds en bromde iets van ‘Neuh. Niet nodig’. Ik kon me voorstellen dat hij het wel zag zitten, zijn hypotheek moet ook betaald tenslotte, maar ik zag mezelf niet een paar duizend euro neertellen voor rechte tanden. Nogmaals; een been missen is erger. Maar aan de andere kant: je weet niet waar het stopt, hè?

Mijn tandarts is er een van weinig woorden. ‘Joh!’ opperde hij ‘Nachtbeugeltje. Drie honderd euro. Paar maandjes. Zo gepiept. Ik stuur je een offerte’. Oh. Oké. Die offerte viel inderdaad reuze mee en ik besloot ervoor te gaan. Ik ging happen en kreeg een mooi groen beugeldoosje met een nachtbeugeltje. En een zakje met een plaatje van een aapje er op vol met elastiekjes. 

Sinds een week of zes slaap ik ‘s nachts met een beugeltje. En ik moet zeggen; ik ben erg tevreden. Het spleetje tussen mijn tanden wordt in rap tempo minder. Ik ben er eigenlijk best wel trots op en ga breed lachend door het leven om de verbetering aan de buitenwereld te showen. Maar ja, niemand die het ziet. Toch jammer, die corona crisis.

16 gedachten over “Beugelen.

  1. Rianne

    Ik voelde ‘em aankomen. maar toch anders. Dacht aan een dagbeugel die nu toch niemand ziet. Maar je mooie glimlach gaat verscholen. Dat is wel heul erg…
    Ik duim (zonder op dat ding te zeveren) dat de kapjes snel weer vergeten mogen worden.

  2. Audrey

    Een nachtbeugel voor 300 euro zou ik dan inderdaad ook wel weer overwegen. Ik vraag me af of dat te integreren valt met het antiknarsdingetje dat ik ’s nachts draag… Al zijn het bij mij de ondertanden die wat scheef zijn. Die vallen sowieso minder op.

  3. Deborah

    Vroeger…. Toen je nog hele stellages om je hoofd heen had zitten. Wat het leven een stuk lastiger maakte. Of het slapen… Hoewel ik er niet over mee kan praten. Ik hoef gelukkig niet. Nu is dat allemaal niet meer. Ze zijn tegenwoordig zelfs doorzichtig! Maar de gekleurde beugelbakkies zijn nog steeds hetzelfde hahaha.

  4. Liesbethblogt

    Ik snap je hoor, een spleetje is zo erg niet maar als ie scheef gaat groeien ben je gewoon de sjaak. Ik spuugde mijn nachtbeugel in mn slaap uit dus ben ermee gestopt en accepteer het verval wat er nog komt. Zolang ze niet naar voren gaan trouwens.

  5. Rietepietz

    O ja dat dertien jaren plan, herinner me dat in dié tijd tandartsen verplicht werden kinderen als patiënt aan te nemen die van de (toen nog) lagere school kwamen omdat tandartsen heel schaars waren. Dat was er al in ’75 toen zoon Ruud niet meer bij de schooltandarts terecht kon.
    Ik vind de huidige trend van een extreem wit ( bijna licht gevend) super kaarsrecht gebit griezelig. Zie liever hier en daar iets dat nét niet helemaal recht is , al is waken voor grotere ontsporingen natuurlijk wel verstandig.
    Maar wie kijkt er nou naar een scheve tand als er zulke prachtige donkere ogen boven te zien zijn. .

  6. Mrs. T.

    Ik heb ook een spleetje en had van die voortanden die a la David Bowie naar binnen groeiden. Dat is opgelost door de tanden dikker te maken. Daardoor werd het spleetje ook wat minder. Ben er tevreden over.
    We zien de echte foto nog wel. Toch?

  7. Leidse Glibber

    Eigenlijk zonde dat nachtbeugeltje want die mondkapjes hebben we nog wel even nodig 🙂 🙂 🙂 Nee hoor heel verstandig en Frank slaapt toch eerder dan jij dus ook die merkt er niets van.

  8. Saskia

    Fijn dat het resultaat oplevert. Ik kan er niet over meepraten, nooit een beugel gehad. Wel inderdaad dan balen van die mondkapjes, moeten er maar snel vanaf 😉

Reacties zijn gesloten.