Als kind al zat ik altijd met mijn neus in de boeken. Ik was lid van de bieb bij mij in de buurt en ik kon úren door de biebboeken struinen. Ahhh! En dan dat moment, hè! Dat je met je nieuwverworven schatten naar de uitleen-balie liep! Er waren nog geen pasjes, geen streepjescodes, geen digitale klantenbestanden. Voor in je boek zat een kartonnen vakje en in dat vakje schoof je het kaartje dat je kreeg met daarop een datumstempel met de datum waarop het boek weer ingeleverd moest zijn.
Toch was mijn favoriete jeugdboek geen bibliotheekboek. Het was een boek dat van mijzelf was en ik kan me met de beste wil van de wereld niet meer herinneren hoe ik aan dat boek kwam. Het was een boek van Leni Saris en het heette ‘Spreek eens met Vincie’*.
Ik herinner me de gekleurde losse omslag met daarop een tekening van de hoofdpersonen. Maar de kaft van het boek zelf was groen. Zonder plaatjes. En dat vond ik eigenlijk veel mooier. Spannender. Alsof het verhaal in het boek verborgen bleef tot dat je het opende. Die plaatjes op de omslag verpestten het beeld dat ik in mijn hoofd had van de hoofdpersonen. En ik vond het als kind al jammer dat er een koffiekring op die mooie groene kaft zat. Wie zet er nou zijn beker koffie op een boek?
Het verhaal gaat over Vincie. Een klein meisje dat in een dorp woont waar een onbekende soldaat uit de Tweede Wereldoorlog begraven ligt. En het komt door Vincie dat men uiteindelijk ontdekt wie die onbekende soldaat is en men zijn nabestaanden kan vertellen waar hun vermiste zoon gebleven is en wat voor heldendaad hij verricht heeft. Want door zijn actie, die hem zijn leven kostte, bleef het dorp – dat bomvol onderduikers zat – gespaard.
Ik was als kind zó onder de indruk van dat verhaal dat ik het nummerbord van de nieuwe auto die mijn vader in 1982 via zijn werk kreeg, onthield via een ezelsbruggetje. Ik was net 13 toen. En nu, 38 jaar later, weet ik dat nummerbord nóg. HZ-99-KH. De personages uit het boek. HaZel en KennetH. En die 99, ach die was niet zo moeilijk te onthouden..
Maar ik raakte mijn dierbare boek kwijt. Ik leende het uit en kreeg het niet terug. Of ik gooide het weg, in een vlaag van verstandsverbijstering. En toen ik ooit ging zoeken naar het boek uit mijn jeugd, vond ik het op internet. Te koop. Tweedehands. Ik kocht het. Voor een paar euro. Met dezelfde getekende omslag. Het zelfde groene boek maar zonder koffievlek.
Het boek verhuisde mee naar ons dorp, waar op de begraafplaats bij de kerk zes Engelse jongens begraven liggen die omkwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen ik weer eens langs de graven van ‘onze’ jongens liep, moest ik aan ‘Spreek eens met Vincie’ denken. En ik besloot het boek opnieuw te lezen. Een gewoon papieren boek. En ik, inmiddels groot fan van e-books, ik geef het toe. Ik probeerde de bladzijdes om te slaan door de swipen. Dat ging niet. Het was even wennen. Maar die lelijke omslag bleek een functie te hebben. Het was een prima boekenlegger!
Wat ik bijzonder vond, was de ontdekking dat het verhaal van Vincie eigenlijk pas heel laat aan bod komt. Het hele verhaal is eigenlijk een – zoals we dat nu noemen – chicklit over een jongedame genaamd Nicky, die het hart van de piepjonge burgemeester van het dorp verovert. Dat de hoofdpersoon van het boek Nicky heet, deed mij vast iets als kind. Vaag herinner ik me dat ik onder de indruk was van haar uitgesproken doen en laten. Als verlegen meisje wilde ik dat ík dat zou durven.
Maar inmiddels zelf volwassen en opnieuw lezend vond ik die Nicky eigenlijk maar een irritant persoontje. Ze blaast nogal hoog van de toren, zeg maar. Ik vond haar bijhoorlijk irritant. Het boek kwam niet heel gedateerd over, vond ik. Maar dat het van Aruba afkomstige vriendinnetje van Vincie aangeduid wordt als ‘zwart’ is natuurlijk totaal niet meer van deze tijd. En dat de nieuwe woning van Nicky in het dorp betimmerd wordt met hout, deed me grinniken. Ah! Dat zullen schrootjes geweest zijn! Want wie had die niet in die tijd? Al met al was het boek nog prima te lezen. De hoofdpersoon uit het boek werkte zelfs thuis! Hoe actueel is dat?
Ondanks het hoge chicklit-gehalte van het boek was het gedeelte over de onbekende jongen, begraven daar op dat kerkhof, nog steeds even mooi. Ik weet niet meer of ik dat ook deed toen ik 13 was, maar ik pinkte nu toch een traantje weg. En ik ben blij dat ik mijn favoriete jeugdboek – mét omslag en zonder koffievlek – weer in de kast heb staan. Nu doe ik ‘ m nooit meer weg.
* Leni Saris schreef overigens een hele serie boeken over Vincie. Ik heb ze nooit gelezen. Het was verhaal van de Engelse soldaat dat mij als kind zo aansprak. Verder kon die hele Vincie mij gestolen worden.
Wel jammer dat er ook veel irritatie was bij het herlezen…
Ik herinner me de niet-digitale bieb ook nog goed. Bij ons zat er dan een blaadje voorin waarop de datum werd afgestempeld, en het kaartje voorin ging dan – met jouw nummer erop geschreven – in het systeem van de bieb. Ik weet zelfs nog dat ik nummer 306 had…
Ik heb heel veel boeken van Lenie Saris gelezen, maar deze serie zegt mij niets.
BTW.
Wat ik uit mijn jonge jaren van de bieb herinner was een kaartje met een klantnummer, een kaartje voor in het boek waar de titel en auteur van het boek op stond, met daaronder heel veel hokjes. Op dat kaartje werd het klantnummer geschreven, en dat kaartje werd per dag op alfabet gezet. Voor in het boek zat een stuk papier met vakjes en daar werd de retourdatum met een stempel gestempeld.
Zo herkenbaar! Hier was Lenie Saris ook ooit favoriet. Ik heb ook mijn jeugdboeken in de kast en laat dochterlief ze ook bewaren, voor leuk en later 😉
O ja, dat kaartje voor in het boek waar dan stempels in gezet werden wanneer je het boek moest inleveren. De schrijfster herinner ik me wel , heb wel eens iets van haar gelezen, héél vroeger!
Heel veel indruk heeft het waarschijnlijk niet gemaakt want ik heb geen idéé wel boek het was;-)
Wat een mooie herinneringen heb je aan dat boek! Ik heb dat met De Gebroeders Leeuwenhart. Dat was mijn favoriete boek vroeger. Heb het ook nog ergens liggen.
Ik schat in dat wij in dezelfde bieb snuffelden. Toen ik ouder werd, mocht ik naar de grote biebbroer in de stad … en inmiddels ga ik naar nog altijd naar de nieuwbouwversie maar die heeft nooit de sfeer van toen gekregen. Ik las vooral Enid Blyton … wereld van verschil; kostschool vs brugsmurf op het NC 🙂
Ja, die ‘grote bieb’ was geweldig. Wat een feest als je eindelijk oud genoeg was om daarheen te fietsen. Prachtig gebouw ook. Dat was nou een échte bieb. Jammer dat-ie weg is.
Mooi hoor zulke herinneringen aan een boek. Ik heb dat ook met een aantal en die heb ik nog boven liggen <3 #nostalgie
Ik heb veel boeken van Leni Saris gelezen, maar deze kende ik nog niet. Leuk dat jeugdsentiment : )
Zelfs al leest het toch anders als volwassene.
De schrijfster is me zeker bekend, het boek niet. We mooi dat je het boek weer hebt.
Ken het boek ook niet maar heb zeker boeken van Lenie Saris gelezen. Ben jaren lid geweest van de bieb en later ook de kinderen lid gemaakt. Was ook lid van de boekenclub en kocht iedere maand dan boeken. Had een hele kast vol. Maar met de vele verhuizingen eigenlijk alles weggedaan
Ik ken de naam Lenie Saris uiteraard maar heb denk ik nooit iets van haar gelezen. Ik had het vast te druk met lezen van de Schippers van de Kameleon 🙂 Die kaartjes in dat vakje voor in je bibliotheekboek weet ik nog heel goed. En als je te laat inleverde moest je een dubbeltje of zoiets boete betalen. Ik snap als je zo’n boek nu herleest je veel dingen heel anders beleefd dan toen.
Wat leuk deze herinnering!
Zo leuk om je herinnering te lezen aan dit jeugdboek en ook super dat je weer een exemplaar hebt kunnen bemachtigen. Zelf ken ik dit boek niet.
Mooi hoor! Stipendia door een papieren boek. Dat is mij nog nooit overkomen!
Swipen moet dat zijn!