Ergens in juli vorig jaar werd mijn oude moedertje (89) onderzocht door een geriater. De beste man constateerde beginnende vasculaire dementie en vergevorderde artrose. Zijn advies was duidelijk; het zou verstandig zijn om eens voorzichtig een leuk zorgcentrum te gaan zoeken en te zorgen dat mijn moeder op de wachtlijst kwam. Mijn nichtje, die met mijn moeder mee was, belde me om de diagnose door te geven. En ze opperde dat ik eens met mijn moeder zou praten om haar ervan te overtuigen dat het echt het beste was om eens op zoek te gaan naar een leuk bejaardentehuis.
Dus stroopte ik mijn mouwen op, stelde in gedachten een lijst me argumenten op en zette mijn beste beentje voor om mijn moeder een tehuis in te praten. Maar dat bleek niet nodig. Trots vertelde mijn moeder me hoe de dokter had gezegd dat hij nog nooit iemand gezien had met zulke versleten botten. “En ach” bedacht mijn dappere moedertje “Als ik niet meer alles zelf hoef te doen, kan ik misschien nog wel een paar jaar mee.” Eigenlijk verbaasde het me niets. Mijn moeder zou, uit zichzelf, nooit – maar dan ook nóóit – toegeven dat ze te oud wordt om zelfstandig te wonen. Ze zou nooit uit zichzelf zeggen dat het tijd wordt voor een zorgcentrum. Maar hé! Als de dokter het zegt? Tja, dan moet het, hè. Mijn broer en ik namen de taak op ons om een indicatie voor haar in orde te maken en alles te regelen.
Om ons te oriënteren bezocht ik met mijn moeder een zorgcentrum bij haar in de buurt. Dat centrum viel, ondanks de vriendelijke dame die ons een rondleiding gaf, meteen af. Het was er donker en somber en de kamer waren klein, vonden wij. Het tweede zorgcentrum ligt in de wijk waar ik opgroeide. De wijk waar mijn moeder meer dan twintig jaar woonde. “Ik heb het nog gebouwd zien worden”, zei ze. Bij deze tweede rondleiding kregen we iets te drinken aangeboden door de coördinatrice, wat op mijn moeder een diepe indruk maakte. En we mochten ook bij een van de bewoners in de kamer kijken.
Hilarisch vond ik dat. De bewoonster zat in haar kamer in haar rolstoel. En ik reed mijn moeder binnen, in haar rolstoel. Mijn moeder keek eens rond en zei tegen mij “Ik zou mijn bed daar neer zetten. En dan daar een kast. En de stoel zo”. De bewoonster van de kamer kruiste opstandig haar armen voor haar borst zoals mijn moeder ook vaak doet en mompelde stuurs “Ik ben nog niet weg, hoor!” En vervolgens vertelde ze ons dat ze erg op zichzelf is. Aan de activiteiten die georganiseerd worden, deed ze niet mee. Mijn moeder knikte goedkeurend, sloeg eveneens met haar armen gedecideerd over elkaar en knikte instemmend “Dat ga ik ook niet doen, hoor!” De coördinator die de rondleiding gaf, vroeg aan de bewoonster of ze dan ook niet naar de barbecue ging die die middag georganiseerd werd. “Jawel!” antwoordde de vrouw vrolijk, “Een van de vrijwilligers komt me zo halen!”. Juist. Zo op zichzelf was ze dus!
De kamers in dit zorgcentrum waren iets ruimer dan in het vorige en – het grootste pluspunt – een van mijn zussen, woont recht tegenover het zorgcentrum. Dát en het feit dat de markt er pal naast is, gaf de doorslag. Dit zorgcentrum zou het worden. Omdat mijn moeder het zo zeker wist, besloten we niet verder te zoeken. Ondertussen was de indicatie aangevraagd en goedgekeurd. Vanaf oktober stond mijn moeder op de wachtlijst voor het door haar uitgezochte zorgcentrum en was het wachten geblazen. De meeste mensen worden binnen een jaar geplaatst. Ondertussen maakten we plannen. Wat ze mee zou nemen, wat ze zou gaan doen als ze wat meer energie en vrije tijd zou hebben als ze haar eigen huishouden niet meer hoefde te doen. Maar ondertussen holde haar gezondheid achteruit. Met name het lopen werd in rap tempo slechter. Ze zag het zelf ook. “Als ik nog lang moet wachten, is het niet meer nodig.” zuchtte ze vaak.
Een paar weken geleden gebeurde waar we al bang voor waren. Mijn moeder viel en kon niet meer opstaan. Niets gebroken, hoor. Maar ze is gewoon te stram en te oud om zelf op te staan. Ze heeft zeker een uur op haar billen door haar huis geschoven (lang leve laminaat!) om een meubelstuk te zoeken waaraan ze zich op kon trekken. Pas toen dat niet lukte, belde ze mijn zus die meteen kwam om haar omhoog te helpen. Mijn moeder was niet onder de indruk. Sterker nog: vol trots vertelde ze ons dat haar broek nog schoon was. Zó schoon was haar vloer dus! Maar wij waren wel onder de indruk en hielden ons hart vast. Bij de volgende stuiter zou ze wel eens wat kunnen breken.
Die stuiter maakte ze vorige week. Ook deze keer brak ze gelukkig niks. En deze keer belde ze meteen mijn zus. Maar die kreeg haar deze keer niet opgetild. Dus werd de thuiszorg ingeschakeld, die vervolgens de huisarts inseinde, die vaststelde dat mijn moeder echt niet langer alleen kon blijven. En zo ging het balletje rollen. Mijn moeder werd van een ‘niet-actief wachtende’ op de wachtlijst een ‘actief-wachtende’ en ze zou geplaatst worden in het eerste zorgcentrum dat plaats had. Dat was al binnen twee dagen. In een zorgcentrum in een dorp net buiten Breda.
We zouden er zelf – door de ligging – nóóit zijn gaan kijken. Maar bij nader inzien is het eigenlijk een heel leuk zorgcentrum. Het is heel kleinschalig en mijn moeders kamer is erg mooi. Mooier dan de kamer in het zorgcentrum waar ze op de wachtlijst staat. En het mooie is; als daar een plaatsje vrij komt, kan ze alsnog naar dat zorgcentrum verhuizen. Of ze mag blijven waar ze nu zit. Dat is een enorme luxe positie natuurlijk. Wij vinden het een geluk bij een ongeluk! Binnen twee dagen was alles geregeld. Op dinsdag viel ze en op donderdag verhuisde ze.
En mijn moedertje… Die dappere dodo! Wat ben ik ongelooflijk trots op haar. Want dit is natuurlijk geen gewone verhuizing. Zo eentje waarbij je spullen inpakt, je nieuwe huisje gezellig inricht en dan vertrekt. Mijn moeder heeft haar huisje achtergelaten om nooit meer terug te komen. Terwijl haar bed er nog gewoon staat en de koelkast nog vol was. Ze is met wat kleding vertrokken naar een kamer waar – zolang – alleen wat tweedehands meubeltjes in staan. Mijn hartje brak een beetje als ik daaraan dacht.
Maar inmiddels zijn we een paar dagen verder en zijn we druk bezig om haar kamertje in te richten met haar eigen spulletjes. Haar oude huisje wordt steeds leger. En zoals mijn broer opmerkte: “Hoe leger haar huis wordt, hoe meer het daar thuis wordt”. En dat vind ik mooi gezegd. We maken er een thuis van voor haar. En nu dat een beetje vorm krijgt, merk ik pas hoe fijn ik het vind dat ze niet alleen is nu. Dat er altijd iemand in de buurt is om haar te helpen en voor haar te zorgen. Het werd echt hoogste tijd. Ik hoop dat ze kan wennen.
Wat een verandering voor jullie allemaal, fijn dat het uiteindelijk goed kwam en komt. Sterkte en succes met alles… Liefs!
Succes met alles.
En jouw moeder… Een toppertje !!
Wat een mooi (en ook treurig) verhaal. En wat flink van je moeder dat ze de veranderde omstandigheden kan accepteren! Dat maakt vooral veel indruk omdat het bij mijn ouders heel anders (met veel strijd en uiteindelijk ingrijpen door de huisarts) gepaard ging. Succes met het leegruimen van het oude huis (best een emotionele klus) en voor je moeder en jullie sterkte met wennen aan de nieuwe situatie.
Wat een mooi artikel <3 Een vervelende aanleiding, maar een mooie uitkomst. Hopelijk kan je moeder nog lang van een fijn leven genieten. En jullie van elkaar!
Goh best heftig zeg. Toch een afsluiting van een heel werkzaam actief leven. Is toch wel een ding vind ik. Wat een dappere moeder maar ook knap van jullie kinderen. Is toch niets. Ik hoop dat ze nog lang van haar nieuwe thuis mag genieten.
Dat is inderdaad even pittig. Ik hoop dat ze er heel lang nog heel fijn mag wonen (of eventueel nog een keer kan verhuizen naar dat andere huis en daar nog heel lang heel fijn mag wonen).
Wat een leeftijd, en wat ziet ze er nog goed uit. Heel fijn dat jullie haar niet hebben moeten overreden om naar een tehuis te gaan. Altijd héél naar om mensen tegen hun wil te moeten dwingen omdat het echt niet meer kan dat alleen wonen. Ik hoop dat ze er fijn woont en er veel gezelligheid kan vinden.
Het is een hele geruststelling als je weet dat er altijd iemand in de buurt is. Fijn dat ze een leuk huis heeft gevonden en wie weet gaat ze van de zomer ook naar de barbecue en wil zelfs naar de bingo 🙂
Wat heb je dit mooi opgeschreven Nicky. Ik heb genoten van je beschrijving van de bezoekjes om te kijken welk verzorgingstehuis mooi was. En wat goed dat je moeder nu zo snel terecht kon, en dat ze het niet naar vindt of zo.
Wat een mooie blog je liefde voor je moeder druipt er vanaf en ik bij elke foto die ik van haar zie denk ik wat een lieverd is dat toch. Mooi oud worden is dat met opgeheven hoofd enzo. Fijn ook dat ze het zelf zo graag wil, dat scheelt weer enorm. Vergeet geen afscheid van haar huis te nemen nu er nog wat dingen binnen staan. Ik hoop echt dat je moeder het naar haar zin gaat hebben op haar nieuwe plek.
Wat mooi beschreven! Je moedertje doet het allemaal maar even en ook nog eens op die leeftijd en in deze tijden! Zeker wel een end van een tijdperk.. Heb het zelf ook met mijn opa, die naar het verzorgingstehuis hier om te hoek (super fijn!) is gegaan na het overlijden van mijn opa. Gelukkig wel naar zijn zin maar met corona best wel wat eenzaam. Ik stuur hem dan ook geregeld foto’s van Noa en even een berichtje om te vragen hoe het met hem gaat. Of laat een bloemetje bezorgen.
Ohh nu is het echt zover…heftig voor je lieve moeder maar ook voor jullie. Ik hoop dat je moeder daar nog vele mooie jaren mag beleven.
Wat een stap! Maar fijn dat het tot nu toe allemaal goed gaat. Veel sterkte, ook voor jouw moeder uiteraard!
Wat schrijf je mooi, zeg. Ik heb het in één ruk uitgelezen. Ik kan me nog herinneren dat we in een zelfde soort situatie met mijn oma terecht kwamen. Zij werd uiteindelijk heel gelukkig op haar kamertje in het verzorgingstehuis. En ik vond het zo’n fijn idee dat er dan gewoon altijd iemand voor haar was!