Naar de kapper is voor mij geen relax-momentje. Ik heb helemaal niks met dat gefrut aan mijn hoofd. Ik ben dan ook een kei in ‘nee’ zeggen bij de kapper. Nee, ik wil geen koffie. Nee, de massagestoel hoeft niet aan tijdens het wassen. Nee, ik wil geen versteviging. Nee, ik wil niet geföhnd worden. En eigenlijk voel ik ook helemaal niks voor het haast verplichte praatje met de kapster.
Als ik aan het eind van de koopavond plaats neem op de kappersstoel, ben ik er van overtuigd dat de kapster al de hele dag verhalen van klanten aan heeft moeten horen, dus ik doe er lekker het zwijgen toe. Fijn voor het arme kind; ze zal wel moe zijn.
Tot mijn grote verbazing begint zíj te kletsen. Het begint met een praatje over sporten. Ze vertelt dat ze weer is begonnen met sporten. Sinds een week of tien. En ze woont ook weer bij haar ouders. ‘Oh oh’ denk ik nog. Maar ik zit met een cape om in de kapperstoel, met rare klemmen in mijn haar en ik kan geen kant op.
Dus ik doe eens ‘Humhum’ en ‘Nou, nou’ als ze vertelt over haar relatiebreuk, de verslaving van haar ex en wat dat met haar deed. Maar als ze vertelt dat ze psychologische hulp gezocht heeft, prijs ik haar. Ze zegt dat ze zich er eerst voor schaamde. Maar ik zeg dat het niets is om je voor te schamen en dat het juist goed is dat ze hulp gezocht heeft.
Dan vertelt ze dat haar psycholoog de laatste afspraak afgezegd heeft en dat het nu heel lang duurt voor ze weer terecht kan. Als een soort verbale diarree blijft ze maar praten over de dingen die ze moeilijk vond en hoe ze nu probeert haar leven weer op te bouwen. Met iets meer levenswijsheid en relatie-ervaring dat zij, kan ik het niet laten en blijf ik wijze antwoorden geven.
Dat ze de issues waar ze in haar relatie tegenaan liep, beter nu op kan lossen omdat ze er anders later wéér tegen aanloopt. Dat ze niet moet blijven proberen om de problemen van haar ex op te lossen omdat het zijn problemen zijn. En dat ze de lat met sporten niet zo hoog moet leggen. Dat ze moet sporten om te ontspannen en niet om zichzelf te bewijzen. En dat ze vooral door moet gaan met haar gesprekken met de psycholoog.
Dan is ze klaar met knippen. Ze laat mijn achterhoofd zien in de spiegel en ik roep ‘Ja, hoor! Helemaal prima!’ zonder te kijken. Als eindelijk die cape af is, spoed ik me naar de kassa en reken af. Buiten haal ik opgelucht adem. En dan pas bedenk ik me dat zij míj beter had kunnen betalen. Want het was best een goede sessie, al zeg ik het zelf.
Bijschrift bij de foto: tijdens mijn eerste kantoorbaan bij CZ in 1989 toen ik nog een hele bos haar had, telefoon-hoorns nog aan een snoertje zaten en de asbakken nog gewoon op de bureau’s stonden.
Zo herkenbaar, ik zit daar ook he-le-maal niet op mijn gemak. Vreselijk!
Wel fijn dat je even als reservepsycholoog kon inspringen voor haar, ze had het nodig.
Ik heb dan ook liever een vaste kapster (sowieso ook omdat zij weet wat bij mij en mijn haar past). Nu heb ik een super lieve kapster en die komt aan huis. Ideaal als je het mij vraagt 🙂
Echt wel! Die kapster heeft gratis therapie gehad van jou : )))
Zelf heb ik ook nooit zin om te praten bij de kapper. Het handigst vind ik als ik naast een andere klant zit die zoveel babbelt dat ‘mijn’ kapper met die klant kan meepraten.
Ik heb sinds 2004 (2003?) dezelfde kapster. Zij had in eerste instantie haar salon in het ziekenhuis waar ik werkte. Wij hebben een dusdanige band opgebouwd (ik ben zelfs op haar bruiloft geweest samen met Zoon) dat ik haar in mijn directe omgeving en frutselend aan mijn haar kan verdragen.
Dus … nu ik weet dat ik naar de kapper moet, maar zij vakantie heeft… accepteer ik coupe ‘iets meer werk om het fatsoenlijk te krijgen’ want ik wil niet dat iemand anders aan mijn hoofd zit of tegen mij aan praat.
Wel fijn dat jij je levenswijsheid in hebt gezet. Maar euh… Hoe zit je haar? Dat heb je niet geschreven
Je bent gek dat je haar niet afkapte, ze heeft duidelijk ook niet in de gaten wat privé en zakelijk is. Ik zou er niet meer terugkomen. Ik ga liefst ook zonder m’n vent naar de kapster, die gaat zitten ouwehoeren waardoor zij niet opschiet.
Ik heb al héél lang dezelfde kapper, hij werkt zonder personeel en we weten wat we aan elkaar hebben. Jouw kapstertje heeft nog wel iets te leren al kan ik me voorstellen dat ze overloopt, in de haak is het niet. Lief dat je haar “een gratis praatsessie” gaf zonder iets in rekening te brengen.
Het is niet zo, maar dit lijkt mijn kapster wel! ‘t Is dat ze zo fijn en goed knipt, maar dat gekakel aan mijn hoofd… vreselijk! Ik zeg ook nee tegen koffie, nee tegen wassen, nee tegen massage en nee tegen föhnen. D’r in en d’r uit wat mijn betreft, maar helaas is het nooit zo’n feest want ze neemt uitgebreid de tijd voor me, inclusief haar belevenissen van de voorgaande drie tot vier maanden !
Zij een gratis therapie sessie en jij een geknipt hoofd (en tuitende oren). Die foto is leuk. Ik weet dat nog wel; typemachines, carbonpapier en doorslagen. En inderdaad werd er nog gerookt op kantoor, in de kantine, in trein en bus. Dat kun je je bijna niet meer voorstellen nu.
Hahaha! Op één of andere manier zijn echt alle kappers kletskousen.
Je kan alsnog een tikkie sturen en vragen wanneer ze een nieuwe afspraak wil 🙂
Wat een leuke foto.
Bij mij wisselt het: soms heb ik veel zin om te kletsen, soms ook helemaal niet.
Och ik heb ook, precies om deze dingen een hekel aan de kapper. Maar nu we in een dorp wonen, heb ik 1 kapster waar ik graag mijn haar knip. Die zegt een paar zinnen, vraagt naar Noa en verder. Hupsa klaar. ZO fijn.