Kat.

Photobucket

En toen was daar De Kat.


De kat van Frank, die bij zijn ex woonde, maar een nieuw thuis nodig had. En dus kwam Kat bij Frank wonen, waar ik een groot gedeelte van de week ook bivakkeer.


Laten we vooropstellen dat ik een ‘hondemens’ ben.
Ik ben dol op alle soorten honden. Groot, klein, ras, bastaard. Het maakt me niet uit. Zolang het blaft en kwispelt vind ik het prachtig.


Katten, daar heb ik niet veel mee. Behalve dan een soort diepverankerde afkeer, omdat ze in het verleden de gewoonte hadden mijn mooie tuintje onder te poepen.


Nu ik niet meer in het bezit ben van tuin, is mijn kattenhaat enigszins afgezwakt, maar een kattenliefhebster…
Nee, niet echt.


Maar Kat kwam, de kattenbak vond een plekje, er waren bakjes met water, blikvoer en droogvoer.
En Kat ging onverstoorbaar zijn gang. Hij verkende zijn nieuwe huis, keek uit het raam en kroelde met de baas die hij al zolang niet gezien had, maar overduidelijk nog wel kende.


Ik hield me op de vlakte, drong me niet op aan Kat en wachtte rustig af. ‘s Nachts maakte hij uitstapjes over ons bed en ’s morgens maakte hij me snorrend wakker.


Ik geloof dat dat een goed teken is.
Ik denk dat Kat mij wel lief vind.
Toen ik gisteren mijn spullen pakte om weer naar mijn eigen huis te gaan, zat Kat in de gang. Zijn staart zwiepte driftig heen en weer. Kat was boos, volgens Frank, omdat ik wegging.


Ik aaide Kat en vertrok.
En onderweg naar huis dacht ik na over katten.


Over hoe Frank lief tegen hem praat, maar dat Kat geen sjoege geeft. Hoe Kat alleen komt knuffelen als hij er zelf zin in heeft.

Hoe een hond allang kwispelend aan je voeten had gezeten, bij een enkel lief woordje.Of, zoals Frank zegt:
“Een hond heeft een baas, een kat heeft een butler.”


En ik trok de conclusie. Ik ben geen kattenmens.


Eenmaal in Breda, opende ik de deur en stapte binnen in een leeg huis. Zoekend keek ik om me heen.
Ik miste iets.


Er was geen teken van leven, geen geluid. Helemaal niks.
Geen hooghartige “zo, ben je daar eindelijk?- blik” vanaf de bank.


Schijnbaar was ik na een paar dagen met Kat, al helemaal gewend aan “Zijne Koninklijke Aanwezigheid”.


Toen ik later die dag boodschappen ging doen, stond ik besluiteloos met een paar kattenspeeltjes in mijn handen.
Ik had ze bijna in mijn karretje gegooid.


Het moet niet gekker worden!
Straks word ik nog een kattenliefhebster…

4 gedachten over “Kat.

  1. Leidse Glibber

    Wij hebbenm een hond en een kat, kan je je indenken hoe zwaar wij het hebben hahahah.
    maar inderdaad een kat gaat helemaal zijn of haar eigen gang.
    En weet je heel duidelijk aan te geven wat ze wel of niet wil, ook wel leuk hoor.

  2. Leidse Glibber

    Off topic.
    Echt lachen, ik zat een log te maken voor morgen en zag onderin popups dat er reacties op diverse logs binnenkwamen.
    Eerste gedachte was, ohhh Nicky is aan het bijlezen en het klopte ook nog hahahahaahhh.
    Trouwens voorstelletje, de komende weken zit ik nog even vol, maar als het nu eind juli/begin augustus een keer mooi weer is even contact opnemen en dan kom ik een biertje pakken bij jullie in de buurtkroeg.

  3. Joyce

    Dat is nou juist het mooie aan katten, dat hard to get-spelletje. Daardoor wil ik ze nog meer knuffelen. En zo’n plakaat kots op m’n mooie houten tafel vanmiddag neem ik dan maar op de koop toe…

  4. Lind@

    Ik was ook geen kattenliefhebster, totdat ik er zelf één had. Na er drie versleten te hebben , die alle drie al vroeg omkwamen in het verkeer ( Doodlopende straat voor auto’s) hebben we een kat aan een lijn genomen.Dat noemen ze dan een hond.
    Lind@

Reacties zijn gesloten.