Sinterklaas 1974. Nicky uiterst links
klik voor groter
Ach, die Decembermaand.
Wat brengt die een hoop spanning met zich mee.
Sint is in het land en zijn Pieten zien alles.
Als kind vond ik dat een tikkie akelig.
Hoezo, de Pieten zagen alles?
Zagen ze het ook als ik op het toilet zat?
Ik voelde me altijd een tikkie begluurd.
En dat mysterie van cadeautjes in mijn schoen, heb ik nooit begrepen.
Wij hadden tenslotte geen schoorsteen.
En als Sinterklaas zomaar binnen kon komen,
wie kon er dan nog meer binnen?
Daar kon ik piekerend van wakker liggen.
Ooit moet ik van mijn geloof gevallen zijn.
Hoe en wanneer weet ik niet meer.
Waarschijnlijk was ik alleen maar opgelucht,
dat niemand ons huis binnen kon als ik sliep
en niemand mij begluurde als ik op het toilet zat.
Maar met mijn eigen kind, zette ik de traditie vrolijk voort.
Niet gehinderd door mijn eigen kinderangsten.
Op een avond in mei stampte ze de trap af.
Ineens, geen idee hoe, had ze het geheim ontrafeld.
Ze was niet opgelucht. Wel woedend.
Op mij. Omdat ik gelogen had.
Ik, daarentegen, was wel opgelucht.
Het was leuk geweest.
Maar het was wel lekker dat we
die poppenkast nu konden laten voor wat het is.
Om me heen zie ik nu de nieuwe slachtoffers.
Kinderen als stuiterballen in de supermarkt.
Opgefokt door al het suikergoed,
onhandelbaar door de niet te dragen spanning
van het Sinterklaasjournaal.
Want zelfs na al die jaren lukt het de Sint nog steeds niet
om de boel foutloos te laten verlopen.
Of de pakjesboot is de weg kwijt, of zijn paard is kwijt.
Er is altijd wel iets waardoor de kleine gelovigen
zich zitten te verbijten voor de televisie.
Nu het heerlijk avondje in zicht komt,
klopt ook bij menig ouder het hart vol verwachting.
Uitgeput zijn ze, door hun uitzinnige kinderen
die voor dag en dauw al naast hun bedjes staan om hun schoen te checken.
Papa’s en mama’s tellen de nachtjes tot Sinterklaas weer naar Spanje vertrekt.
En alles weer rustig wordt.
Nog even volhouden, jongens.
Eén troost; Sint zelf heeft ’t er ook niet makkelijk mee.
Het is me ook een rare (maar leuke) traditie. Leer je je kinderen dat ze niet mogen liegen en ohhhh wat flik je dan, jaaaarenlang? Omdat het zo leuk is?
Ik weet eigenlijk niet meer hoe dat bij mij thuis gegaan is, hoe ik er achter kwam. Ik weet alleen mijn broertje slimmer was. Die lag boven in het trapgat naar beneden te kijken wat mijn ouders in de schoen deden en hield geheim dat ie het wist. Zo ging ie ook op zoek naar de plek waar mijn moeder de kadootjes verborgen had.
Dat is overigens erfelijk. Het schijnt, zo vertellen de dames, dat ze toen ze het wisten van het bedrog ook op speurtocht gingen ;-).
Ik was ook altijd zo’n angsthaas. Het is maar goed dat Sinterklaas niet ‘live’ bij ons thuiskwam. De klop op de deur ( van de buurman) was voor mijn zusje en mij voldoende om onder de bank te kruipen. Mijn vader sjouwde vervolgens de zak met cadeautjes naar binnen.