Vorig weekend was ik, na twee weken binnen zitten, wel een beetje klaar met social distancing. Ik besloot er met mijn camera op uit te gaan en op zoek te gaan naar lammetjes. Want die wilde ik nog steeds op de foto zetten. Ik heb geen klachten dus zolang ik maar anderhalve meter uit de buurt van andere mensen bleef, kon dat best.
Het was stil op straat. Het was ijskoud en het waaide als een tielelier. Binnen no time liepen de tranen over mijn wangen. Maar het was zo lekker om even buiten te zijn! Dus fietste ik naar Chateau Marquette. En daar waren ze! Lammetjes! Ik maakte een omtrekkende beweging van twee meter om een eenzame wandelaar heen en zette mijn fiets aan de kant. Maar de lammetjes waren te ver weg om ze goed op de foto te krijgen. Dit werd helemaal niks.
Ik had koffie in mijn thermoskan. En nog geen zin om naar huis te gaan. Dus fietste ik zomaar een beetje doelloos rond. Door de polder. In mijn eentje. Tot ik ineens op de Noordermaatweg terecht kwam, waar ik laatst zulke leuke foto’s gemaakt had. En ergens halverwege stonden een heleboel koeien in de wei. Koeien zijn leuk! Dus blij sprong ik van mijn fiets, groette de dames vriendelijk en pakte mijn camera.
Maar de dames hadden minder zin in een fotosessie dan ik. Ze bleven stug door grazen en weigerden ook maar één moment mijn kant op te kijken. Al grazend liepen ze door, tot ze bij een hek kwamen en ze besloten eens een kijkje over het hek te nemen. Een vrij stomme actie natuurlijk, want het uitzicht is boven het hek precies hetzelfde als ernaast. Maar ik vond het leuk, die koeienkoppen boven dat hek uit. Dus ik volgde de koeien, stapte op het wildrooster over de sloot en liep naar het hek.
En toen gebeurde er iets in mijn brein. Ik bevroor. Ik stond echt wel veilig, hoor. Het wildrooster is stevig genoeg. Er loopt weliswaar een sloot onder maar je zakt er echt niet doorheen. Toch durfde ik me ineens niet meer te verroeren. Vóór me was het hek, met die enorme koeien erachter. Onder me was het wildrooster, waar ik wankelend opstond. En een koude Noordenwind – windkracht 6! – rukte aan mijn haren, aan mijn jas en aan mijn camera.
Iets in me zei dat ik om moest draaien en terug moest lopen naar het pad naast de sloot. Maar mijn benen weigerden dienst. Ik durfde niet. Totaal ongegrond was ik ineens bang dat ik met mijn voeten tussen het wildrooster zou schieten, zou vallen en – met camera en al – in de sloot zou belanden. “Stel je niet aan!” sprak ik mezelf streng toe, denkend aan al die kinderen die ik op wildroosters heb zien lopen. “Draai je gewoon om en loop terug!”. Maar het gíng gewoon niet. Voorzichtig draaide ik mijn hoofd een beetje links en een beetje rechts. Ik stond moederziel alleen in een verlaten winderige polder. Gevangen op een wildrooster, gadegeslagen door een stel koeien, die ineens wél volop aandacht voor me hadden.
Ik zwéér het je! Ik zag ze denken. “Zo! Dus jij vond ons stom omdat we over het hek kijken! En wie staat hier nu voor lul op een wildrooster waar wij twee keer per dag gewoon overheen lopen? Hè?” Ik overwoog serieus de mogelijkheid om me te laten zakken en op handen en voeten terug te kruipen. Maar dan moest ik mijn camera loslaten die dan vervolgens aan de riem om mijn nek zou bungelen. Geen optie dus. Bovendien… zóveel lol gunde ik die koeien nou ook weer niet.
Uiteindelijk ben ik voetje voor voetje achteruit terug geschuifeld. Klein stapje naar achteren, gewicht verdelen, stevig staan. Weer een klein stapje naar achteren, gewicht verdelen enzovoorts. Ik heb er tien minuten over gedaan om veilig op de kant te komen. Zittend op een bankje pufte ik uit, terwijl ik mijn laatste restje koffie dronk.
Dus wat heeft Uncle Bob nu geleerd? Let altijd op je veiligheid als je aan het fotograferen bent! Je zult de eerste niet zijn die jammerlijk omkomt bij het maken van een te gekke selfie. En je zult ook niet de eerste zijn die voor schut staat voor een kudde domme koeien midden in de polder, want dat was ik. Geen idee wat dit nou ineens was. Waarom ik niet meer terug durfde. Het was de wind, jongens. Het was gewoon de wind. Want het waaide héél héél erg hard. Echt waar!
Welkom in de wereld der hoogtevrezen. Ik moet me er altijd even voor schrap zetten. Maar nee echt fan ben ik niet van roosters in het algemeen.
Ja, dat is het ook, hè! Door zo’n rooster kijken naar de sloot er onder. En niks hebben om je aan vast te houden.
Ach meissie toch, wat een stress ineens. 🙁
Yep. Maar de opluchting daarna was het waard, hoor.
Die roosters zijn een ramp en daar hebben heel veel mensen last van. Het is niet voor niets dat er zo vaak een paadje naast zo’n rooster loopt, met een hekje ervoor.
BTW. Ik herken het gevoel van het ponton pad in de passantenhaven in Blerick. Op de steiger heb je een schitterend uitzicht, maar het ponton pad ernaar toe maakt dat ik bang ben in het water te kukkelen.
Deze niet, hoor. Gewoon een rooster. Over een sloot.
Het zijn ook onhandige krengen die wildoorsters maar ik weet toch niet of ik ernstig had kunnen blijven als je had zien staan tobben. Bij het verhaal lukte dat me in ieder geval niét, dikke pret om de manier waarop je het vertelt. En de koeienkoppen had je toch maar mooi te pakken.
Toen ik eenmaal veilig op het bankje zat, met mijn koffie, moest ik ook wel grinniken om mezelf,
Haha, ik hou zo van jouw goudeerlijke verhalen!
Ojee daar stond je dan. Gek hè dat zoiets je opeens kan aanvliegen. Wel geweldig beschreven hoe die koeien nu wel aandacht voor je hadden. Ik zie ze gewoon kijken haha
Ik snap je best. Zelf heb ik dat met aanlegsteigers of smalle bruggetjes zonder leuning, dan krijg ik ook van die visioenen van en als ik nu val of struikel en juist daardoor ga je heel wankel lopen.
Nou, ik vind het knap van je dat je jezelf weer van dat rooster hebt kunnen praten. Het klinkt alsof je als het ware even bevroor, en dat is toch stoer als je jezelf dan weet te herpakken!