Dan ligt er ineens zo’n hummel in een ledikantje en ben je moeder. En moet je zo’n uk opvoeden. Ik heb nog gezocht naar de gebruiksaanwijzing maar die zat er niet bij. Dus ik deed zomaar wat eigenlijk. Op mijn, soms nogal onorthodoxe, eigen manier.
De eerste jeugdherinnering van mijn dochter is nogal traumatisch. ‘Je gooide mijn eten weg, mam’ zegt ze. Dat klopt. Ze had twintig minuten de tijd gekregen om haar eten op te eten. En drie waarschuwingen. ‘Het waren boontjes’ zegt ze. Dat klopt ook. Want ik zie nog voor me hoe ik haar boontjes in de vuilnisemmer schoof terwijl mijn driejarige dochter krijsend aan mijn been hing. ‘Mama! Ik wil eten!’ Jammer, joh. Kans voorbij.
Verder loog ik tegen de klippen van de hel omhoog en deinsde ik er niet voor terug om de dingen om ons heen een beetje naar mijn hand te zetten. Als ik moe was en zij vervelend en jengelend, zette ik – als zij even niet oplette – de klok een uur vooruit. ‘Kijk, schat! Bedtijd!’ wees ik dan. Ze trapte er altijd in. Arm kind. Met dat ontroerende, grenzeloze vertrouwen in haar moeder.
En beetje bij beetje werd ze groot. Ze leerde lopen aan mijn hand. Als we, jaren later, weer eens samen door een of andere wereldstad liepen en de door haar uitgestippelde route volgden, dacht ik vaak terug aan dat kleine handje in de mijne. Check. Lopen kan ze! Waar ook ter wereld.
Vanaf haar tweede verjaardag sleepte ik haar mee naar de bibliotheek. We lazen samen. Elke dag. Op school leerde ze écht lezen. Ik herinner me haar verrukking toen de letters woorden werden. Alsof je geheimschrift ontcijfert. Spelend in bad, blijdschap alom. ‘Mama! Daar staat ‘shampoo!’ Zestien jaar later stuurde ze me stukken tekst die ze schreef voor haar studie klinische neuropsychologie. ‘Mam, wil jij dit even lezen?’ Ik las en ik las. En ik was blij dat ik nog enigszins kon volgen waar het over ging. Check. Ze kan lezen en schrijven.
We maakten samen sommetjes. Telden de hapjes eten die ze nog op moest eten af op mijn vingers toen ze vier was. Twaalf jaar later maakte ze wiskundesommen die mijn mijn petje te boven gingen. Ik kreeg standaard een drie voor wiskunde op de middelbare school. Alleen maar omdat ik mijn naam foutloos kon spellen op het proefwerkblad. Maar als ze iets niet snapte, riep ze toch mijn hulp in. ‘Mam? Mag ik jou mijn wiskunde uitleggen?’ En zo maakte ze het voor zichzelf begrijpbaar. Check. Ze kan rekenen.
Ze leerde fietsen zonder zijwieltjes toen ze vijf was. Rennend naast haar kleuter-fietsje doorkruisten we de wijk waar we woonden. Automobilisten, ook die van rechts, stopten om ons voor te laten gaan. Omdat het er zo schattig uitzag, gok ik. ‘Deze auto stopt’ zei ik dan ‘Maar auto’s van rechts hebben altijd voorrang’. Veertien jaar later fietste ik vaak achter haar aan door Amsterdam. Waar ik ‘fietsen door Amsterdam’ altijd een uitdaging bleef vinden, draaide zij haar hand er niet voor om. Luid bellend, met wapperende haren slalomde ze voor me uit. Tussen voetgangers en auto’s door. Over de tramrails. Alsof ze nooit anders gedaan had. Check. Fietsen kan ze!
Toen ze veertien was, leerde ik haar stiekem autorijden. Op een grote, stille parkeerplaats, ergens achteraf. Ze maakte drie keer een kameeltje bij het optrekken en toen wilde ze niet meer. Zes jaar later slaagde ze voor haar rijbewijs. Ik had maar liefst vier pogingen nodig. Zij slaagde de tweede keer. In Amsterdam, nota bene. Check. Ze kan auto rijden.
Er was nog één dingetje dat moest gebeuren. ‘Mam? Als Robby en ik de sleutels krijgen van ons nieuwe huis, leer jij mij dan behangen?’ En midden in de coronacrisis kregen Michelle en Robby die sleutels. En draaiden wij om elkaar heen in een soort anderhalve-meter-afstand-dans in hun nieuwe huis.
We knipten samen banen behang op lengte. Zij aan de ene kant. Ik aan de andere. Twee meter zevenenzestig behang tussen ons in. Dus dat mocht. In onze nieuwe ‘anderhalve-meter-afstand-maatschappij’. Want tenslotte zijn zij en ik geen gezin meer. Dus moeten we afstand houden. Michelle heeft haar eigen gezin. Met Robby. En Nanookje. In hun nieuwe eengezinswoning. Maar mama blijf je. Dus ik deed voor. Insmeren. Plakken. Schuiven. De banen tegen elkaar aan. Gladstrijken. En zij deed me na. Binnen no time had ze het onder de knie. Keurig en precies schoof ze banen behang tegen elkaar. Check! Jongens, mijn kind kan behangen!
Ik heb gedaan wat ik kon en mijn dochter zoveel mogelijk bijgebracht. Het eindresultaat is best goed gelukt, al zeg ik het zelf. Wat betreft opvoeden én wat betreft behangen. Sterker nog; eigenlijk kan ze alles wat ik haar leerde inmiddels beter dan ik zelf. Check! Opvoedkundig ben ik klaar.
Lieve, lieve Nicolette,
Wat ben ik trots op je als ik, vanaf de zijlijn, van verhalen en van je blogs meekreeg hoe je het met de opvoeding van je dochter hebt gedaan! Chapeau en een dikke zoen van je nicht Gerdine
Ik heb het je al eens eerder gezegd, maar je hebt het perfect gedaan. En ja, als ze eenmaal in hun eigen huis kunnen behangen dan heb je alles gedaan wat moet in een kinderleven. Nu is het even achteruit leunen en genieten van de rust. ……….. Totdat zich een kleine schreeuwer meldt die je lekker alles mag leren wat eigenlijk niet mag maar bij opa en oma wel 🙂
Ach… Wat mooi en ontroerend dit! Je hebt het hartstikke goed gedaan.
Mooi. Dan kan je nu achteruit gaan hangen en de volgende keer haar hulp inroepen.
Doe ik tegenwoordig ook. 😉
Prachtig verwoord en als mede mama ga ik dit allemaal nog mee maken <3 Zo bijzonder.
Heb je goed gedaan, dat pracht kind van jou!
Wat mooi opgeschreven. En ook zo nuchter: “inmiddels kan ze alles wat ik haar geleerd heb beter dan ik”
Helemaal uit mijn hart gegrepen.
Wat een (h)eerlijk logje. Met veel plezier gelezen. En die leugentjes om bestwil zijn heel herkenbaar.
Wat een prachtblog! Mijn vader heeft me nooit leren fietsen, hij ging zijwieltjes kopen en kwam terug toen ik met mijn hand tegen de muur fietste. Laat die hand eens los, toen fietste ik naar mn opa en oma. Voor de rest lijk ik sprekend op mn vader, we hoesten zelfs hetzelfde. Mn vader kon de klok niet verzetten,e r liepen er toen al minstens 50 in huis en hij gooide mijn eten door de staafmixer en dreigde het toetje erbij te doen. Ik had een goede jeugd;)
En dan is ze ineens volwassen! Wat heb je dit mooi verwoord.
Wat fijn dat je tevreden en blij kunt zijn met het resultaat van de opvoeding : ) Dat kan toch niet iedereen zeggen…
Prachtig logje, prachtige moeder ook die dan vanzelf ( nou ja niet helemaal) een prachtige dochter aflevert.
Hoofdzaak is natuurlijk dat je een gelukkige dochter hebt en dat is volgens mij helemaal gelukt. Gefeliciteerd
Wat een lief bericht. Volgens mij spreekt hier een trotse moeder.