Het was natuurlijk te verwachten; na mijn vorige logje over die twee foto’s die ik maakte, kreeg ik een preek van mijn lichtend voorbeeld in de fotografie, mijn leermeester, mijn goeroe. Of nou ja, een preek was het niet eens. Met gerichte vragen probeerde ze mijn fotografie-enthousiasme weer wat aan te wakkeren. En dat lukte; want ik beloofde haar spontaan dat ik met mijn camera op pad zou gaan. Zelfs dat weekend al!
Maar toen het eenmaal weekend was, waren er wat kleine kinkjes in de kabel. Die kinkjes bestonden uit een beetje keelpijn en een beetje hoofdpijn dus zegde ik de afspraak om op bezoek te gaan bij een vriendin met een fotogeniek hondje af. Maar het grootste kinkje was toch wel de regen die werkelijk het hele weekend met bakken uit de lucht viel.
Maar eigenlijk was het een geweldige combi. Zaterdag regende het zó hard en zó veel dat je buiten niks te zoeken had. Dus hing ik met mijn zere hoofdje de hele dag wat rond in mijn pyjama. ’s Middags probeerde ik zelfs nog even een middagdutje te doen. De enige buitenlucht die ik die dag kreeg, was toen ik even op het balkon zat. Mét mijn camera! Want ik had beloofd om foto’s te maken.. Bij gebrek aan een fotogeniek hondje probeerde ik wanhopig een opspattende regendruppel op de balustrade van mijn balkon te fotograferen. Maar 50 opnamen verder moest ik toch echt constateren dat dat íets te hoog gegrepen was en gaf ik het op.
Zondag regende het nog steeds maar ik was inmiddels aangekleed. Want in mijn iets minder pijnlijke hoofd borrelde een ideetje. Wat als ik nou eens probeerde een spiegelfoto te maken in één van de vele plassen? Tussen de buien door rende ik even snel naar buiten. Naar de kerk hier net om de hoek. Er waren plassen genoeg en al snel vond ik er eentje waar ik de kerk in kon zien.
Echt heel spectaculair is het allemaal niet. Maar je moet ergens beginnen. Met een beetje mazzel krijgen we een zonnig najaar. Wie weet wordt het dan nog eens wat.