Het eerste wat mijn moeder altijd zei als ze me zag was ‘Ik zal even koffie zetten’. Jarenlang deed ze dat ook. Toen ze ouder werd, bood ik vaak aan zelf even koffie te zetten. Niet omdat het niet meer ging, maar omdat ik iets sneller was. Tot koffie zetten écht niet meer ging. Maar mijn moeder blééf het zeggen, zelfs vanuit haar rolstoel. ‘Ik zal even koffie zetten’.
Van het bescheiden erfenisje dat mijn moeder achterliet toen ze overleed, zette ik het grootste gedeelte op mijn spaarrekening. En ik kocht een koffiemachine. Zo’n luxe, waar koffiebonen in kunnen. Ik vind het een mooi aandenken. Op een of andere gekke manier, lijkt het zo een heel klein beetje of mijn moeder weer koffie voor me zet. Net als vroeger.
Tussen de buien door schijnt even de zon en ik heb de balkondeur open gezet. Ik zit binnen, op de bank, met een overheerlijk bakje koffie om me heen te kijken. Door de open balkondeur zie ik de ijsbloemetjes en de portulaca aan de balustrade hangen. Ik zie nog net de geraniums in de potten. En aan de aardbeienplant naast de deur zitten een paar aardbeien.
Ik kijk rond in mijn huis en ik vind – nog steeds – dat ik het superleuk ingericht heb. Leuke meubels, leuke kleuren, leuke dingen. En van waar ik zit, valt het niet op dat ik nog steeds geen keukenvloer heb. Die keukenvloer is eigenlijk ook maar bijzaak, realiseer ik me als mijn telefoon tingelt en er een appje binnen komt met vakantiefoto’s van dochter en schoonzoon. Ze hebben het naar hun zin ergens in Verweggistan.
Zittend op de bank, besef ik ineens hoe enorm ik bof. Ik heb een gezond en gelukkig kind én een gezond en gelukkig schoonkind. Ik heb een dak boven mijn hoofd en een koelkast vol eten. En als die koelkast leeg is, dan koop ik gewoon weer iets om er in te leggen. Ik kan mijn rekeningen betalen en af en toe iets leuks doen. En beneden op de parkeerplaats staat mijn nieuwe auto te blinken. Voor iemand met alleen een strikdiploma en een typdiploma ben ik best goed terecht gekomen.
En zo zit ik dan op mijn bankje, te genieten van mijn koffie en vreselijk onbeschaamd gelukkig te zijn. Ik tel mijn zegeningen en realiseer me weer eens dat dat echt niet vanzelfsprekend is. Dat er mensen zijn die het veel slechter treffen. Ik tel nog een keer. En nog een keer. En ik kan niet anders dan concluderen dat ik vreselijk bof.
Volgens mij zeg jij als je koffie gaat zetten iets van ‘zo moedertje zet je even koffie voor mij’ tegen het apparaat
En je bent hartstikke goed terecht gekomen met je strik- en typdiploma, zegt degene met typ- en stenodiploma en praktijkdiploma boekhouden!
Wat een prachtige bestemming voor de erfenis van je moeder Nicky. Inderdaad, zo is het een beetje alsof ze koffie voor je zet. Dat kan ik me helemaal voorstellen. En wat fijn dat je je zo gezegend voelt.
Toen wij jong waren betekende een stikdiploma nog iets. 😉
En verder wat Nicole zegt.
Juist een investering van geld zoals dat zegt zo goed waar je vandaan komt.
En ik heb zélfs geen strikdiploma, toch kan ik me wel vinden in jouw zegeningen. Fij hé zo’n koffiemachine, ik heb er al een jaar of 5 plezier van en áls hij de geest geeft koop ik gewoon een nieuwe.
Mooi idee om van de erfenis van je moeder een koffiemachine te kopen. Fijn dat je zo op deze manier je zegeningen kan tellen. We zijn ons er vaak niet van bewust, dat we het eigenlijk best goed hebben. 🙂
Wat een mooi blog. En zo waar. Tel je zegeningen!
Oh zo herkenbaar, ik heb dat ook zo nu en dan dat ik om me heen kijk en denk Nou Emile je hebt geen klagen. Kan vrijwel alles wat je wilt en geniet van het leven. Mooi toch.
Goed zo. Je hebt helemaal gelijk.
Heerlijk!!! <3
Mooi inzicht en zeker iets om bij stil te staan. Ik heb dit soort momentjes zeker ook <3
Een mooi moment van stilstaan na alles wat je hebt meegemaakt de laatste jaren. Zo fijn om te lezen! Liefs!
Je hebt groot gelijk! Zoveel en zo vaak mogelijk tellen die zegeningen!