Die nieuwe auto is natuurlijk al lang niet nieuw meer. Maar het duurde zó lang voor ik er een beetje aan gewend was. Misschien omdat ik zo verknocht was aan mijn oude, gebutste Suusje. Misschien omdat ik nog nooit eerder zo’n chique bak onder mijn kont heb gehad. Al die foefjes, al die knopjes, al die hendeltjes.
Maar het wende, heel langzaam. En beetje bij beetje werd het steeds meer ‘mijn’ auto. En toen was ik onderweg en had ik een vieze voorruit. Ik haalde het hendeltje over om ruitenwisservloeistof te gebruiken en een klein, miezerig straaltje ruitenwisservloeistof kletste op mijn voorruit. ‘Hm. Even bijvullen’ dacht ik. Maar ik deed het niet. Een handeling die ik honderden keren bij mijn oude trouwe Suusje deed maar waar ik nu, om één of andere reden, een beetje tegenop zag. Ik reed stug door en het straaltje ruitenwisservloeistof werd steeds kleiner.
En toen was het op. Echt op. Tijdens een ritje van Brabant naar huis, werden mijn ruiten vies. Ik stopte bij een benzinepomp, maakte mijn voorruit schoon en gaf mezelf een ferme schop onder de kont. Want laten we wel wezen; ruitenwisservloeistof bijvullen is nou niet echt een openhartoperatie of iets anders ingewikkelds. Dus thuis raapte ik al mijn moed bij elkaar en begon aan de klus. En het viel vies tegen.
Ja, ik kreeg de motorkap open. En ik hoefde niet te zoeken naar de standaard om de motorkap omhoog te houden, want die bleef heel fancy vanzelf open staan. Ik had het ruitenwisservloeistofreservoir al snel gevonden want dat blijkt gewoon op dezelfde plek te zitten. Ik kreeg het dopje er heel simpel af. Zonder al te veel te knoeien vulde ik het reservoir, deed het dopje er weer op en sloot de motorkap. Opgelucht haalde ik adem. Een makkie was het! Net als bij mijn oude, trouwe Suus.
Maar toen ik de dop terug op de fles ruitenwisservloeistof wilde draaien, viel hij uit mijn hand. En natuurlijk rolde hij onder de auto die naast de mijne geparkeerd stond. Dus lag ik vijf minuten lang, met mijn nieuwe witte jas aan, languit op de natte straat te hengelen naar een dopje dat net buiten mijn bereik onder een auto lag.
Conclusie: ook bij mijn nieuwe auto is het bijvullen van de ruitenwisservloeistof een fluitje van een cent.
En nu ga ik even mijn jas wassen.
Ja het kan natuurlijk niet TE makkelijk gaan, iets moet er tegenzitten 🙂
Goed gedaan Nicky. Heel herkenbaar. Soms heb je van die stomme klusjes waar je jezelf gewoon niet goed toe kunt zetten.
Dat is een heel stom, maar gelukkig eenvoudig, klusje (als je het dopje niet laat vallen tenminste).
Hahahahaha!!! Wat een ellende. Ik wachtte op iets heel ingewikkelds, maar het dopje was gewoon gevallen!
Oeps, ik heb het nog nooit zelf gedaan , ik rijd niet zo heel veel meer en kom meestal wel rond met de vloeistof die er bij de beurt in gedaan wordt
Oooo, die verdomde dopjes! Ik kan me trouwens ook niet herinneren dat ik dit ooit heb gedaan, haha. Mijn vader heeft me ooit een lesje ‘onder de motorkap’ gegeven, maar ik vrees dat er niet al te veel is blijven hangen. Eigenlijk zwaar onfeministisch van mezelf, maar ach. Wel weer goed voor de economie en de lokale garagehouder (die dit volgens mij keurig doet als mijn auto daar toch is).
Hahaha, ooo vreselijk! Ik hoop altijd dat ze het bij de jaarlijkse beurt doen.
Ik heb nog net examen gedaan zonder iets te moeten weten van onder de motorkap maar ik zou die vloeistof ook niet verkeerd doen. Dat dopje tja ik laat het mijn vent lekker regelen.
HAHA ik zie dit dus helemaal voor me, en zou ook echt iets voor mij kunnen zijn :’)
Oh, dat moet er hilarisch uitgezien hebben!
Verder gewoon gruwelijk trots op jou. Ik heb nog nooit ook maar iets aan de auto gedaan. Dat is ook niet goed. En dom.
Je mag trots op jezelf zijn. Ik ben type kijkt hulpeloos naar man van de garage…. Misschien moet ik hiermee maar eens bij oudste dochter in de leer, zij kan dit wel zelf
Gelukkig liet je alleen de dop vallen. 😉 (Ik had waarschijnlijk de fles ruitenwisservloeistof zelf laten vallen en de dop nog in mijn handen gehad.)