De meeste mannen deugen.

Jarenlang werkte ik als secretaresse bij een vrachtwagengarage. Als enige vrouw tussen een stuk of dertig vrachtwagenmonteurs. Geloof me, dat is een apart slag man. Over het algemeen zijn ze iets grover in de mond, iets meer onbehouwen dan de gemiddelde man. “Kun je daarmee omgaan?” werd me gevraagd tijdens mijn sollicitatiegesprek. “Natuurlijk!” zei ik. Pure bluf want eigenlijk was ik best verlegen.

En toen zat ik dus op mijn eerste werkdag als enige vrouw in de kantine tussen 30 brallende mannen. De gespreksonderwerpen varieerden niet echt, het ging voornamelijk over voetbal en bier tijdens mijn pauzes die eerste week. En voor de afwisseling werd er af en toe een vrouwonvriendelijke mop over tafel geslingerd. Ondertussen waren alle ogen op mij gericht om te peilen hoe ik zou reageren. Maar ik hield gewoon mijn mond en observeerde. Ook op dag twee. Tot ik in de gaten wie de ‘aanvoerder’ was.

Op mijn derde werkdag zat ik weer in de kantine. Toen er weer een flauwe grap voorbij kwam, haalde ik diep adem en sprak een van de monteurs aan. Die ene, met de meeste praatjes van allemaal. Alle ogen waren op mij gericht. Met vlekken in mijn nek en blozend tot en met zette ik hem met een man-onvriendelijke mop te kakken. Terwijl hij grijnsde als een boer met kiespijn, lag de rest onder tafel van het lachen. En sinds die dag zat ik op rozen.

Zodra ik iets moest dragen dat zwaarder woog dan een A4-envelop, stonden er minstens 15 mannen klaar om het voor me op te tillen. Alle deuren werden voor me open gehouden en als we met z’n allen een drankje gingen doen in een naburig dorp, fietste er altijd eentje met me mee naar huis zodat ik niet ’s nachts alleen over straat hoefde. Als ik een raar rammeltje hoorde aan mijn auto, schoven de roldeuren van de werkplaats open. “Rijd ‘m maar effe binnen, meiske”. En als ik thuis, voor de deur panne had, kwam de servicebus voorrijden. Een van de verkopers bracht mij en mijn dochter ’s nachts naar Schiphol toen we op vakantie gingen (wat een avontuur was dát!) en ik mocht altijd de bedrijfsauto lenen. En die monteur met die praatjes en ik werden dikke vrienden, trouwens.

Daar stond tegenover dat ik op warme dagen ijsjes voor de heren haalde bij de benzinepomp. Of dat ik op koude winterdagen bekertjes loeihete koffie bij hun smeerput zette omdat het zo koud was in de werkplaats. Dat ik nooit mopperde als ik weer eens smeer op mijn kleren kreeg. Dat ik precies wist wie er koffie dronk en wie thee. Dat ik een kratje bier mee bracht voor de vrijmibo als ze mijn autootje weer eens gefixt hadden. Dat ik pleisters plakte en koude, natte doeken haalde bij ongelukjes in de werkplaats en geduldig luisterde naar al hun problemen. Want in de kantine bleken de gesprekken wel degelijk over andere dingen te kunnen gaan dan over voetbal en bier. De toestand in de wereld, relatieproblemen, de opvoeding van de kinderen, alles kwam voorbij.

Mijn dochter was er kind aan huis. Tijdens schoolvakanties ging ze mee naar mijn werk. Ze frankeerde de post en hielp mee in de kantine. Ze reed mee in de vrachtwagens als er proefritjes gemaakt moesten worden en ze speelde kappertje met de monteurs tijdens de lunchpauze. En die grove taal was een stuk minder als zij in de buurt was.

Een wereldbaan was het. Ik heb nog nooit zoveel gelachen op mijn werk als daar. En ik kreeg er kansen tot en met. Vol vertrouwen werden allerlei klusjes op mijn bord gegooid. Daarna lieten ze me met rust omdat ze wisten dat het goed kwam. Dat kwam het ook altijd. Ik leerde er veel, van het uit elkaar halen en weer in elkaar zetten van koffieautomaten en printers, tot het in elkaar flansen van spreadsheets in Excel, het maken van PowerPointpresentaties en ik leerde mezelf allerlei handige dingen in Word. Maar het meest waardevolle was dat mijn zelfvertrouwen tegen de klippen van de hel omhoog groeide. Toen ik er na acht jaar weg ging was ik allang niet verlegen meer.

Het was 1998 toen ik daar ging werken. Niemand had nog van #metoo gehoord en je wist destijds dat je niet in een ‘mannenwereld’ moest gaan werken als je daar niet tegen kon. In deze tijd, vol verhalen over grensoverschrijdend gedrag, moet ik nog wel eens aan mijn ex-collega’s denken. Op geen enkel moment heb ik me onveilig gevoeld tijdens de acht jaar dat ik daar werkte. Nooit. Niet met dertig mannen in de kantine. Niet met vijf van hen in de kroeg. Niet met twee in het magazijn. Of met één in een auto. Nog nooit. Het kan dus ook goed gaan, met mannen. En daar hoor je eigenlijk nooit iets over. Jammer.

34 gedachten over “De meeste mannen deugen.

  1. Willemijn

    Daar ben ik echt helemaal mee eens. Ik heb ook vooral goede ervaringen met mannen en de af en toe vervelende ervaring heb ik altijd opzij geschoven als een uitzondering (want gelukkig is dat ook zo!).
    Mannen … het zijn nét mensen!

  2. Koffie Digitalix

    Idem dito. Veel met mannen samen gewerkt, nooit iets echt vervelend ervaren. En inderdaad, een man-onvriendelijke mop, of vrouwonvriendelijke mop trouwens, doet wonderen.

  3. Netty

    Ben het helemaal met je eens Nicky, het is ook maar net hoe je jezelf opstelt en jezelf neerzet. Dat heb jij heel goed gedaan.

  4. Iris

    Mooi geschreven en wat een mooie herinnering. Wat zou je je sterk hebben gevoeld toen je de aanvoerder op z’n plek zette. Maar je hebt gelijk, de meeste mannen komen soms wat lomp uit de hoek, maar willen geen pijn doen.

  5. Simone

    Wat mooi deze herinnering. Weet je, je hoort de negatieve verhalen eerder, dan de positieve. Dat is in alles zo. Ik vind het juist leuk om dit te lezen, want soms zou je bijna denken dat het niet meer bestaat. Wat natuurlijk niet zo is.

  6. Sandra

    Wat heerlijk om te lezen, zo herkenbaar weer.
    Ik werkte, ook in 1998 bij een transportbedrijf met
    ook vooral heel veel mannen, mijn leukste baan ooit.
    Het haalt heel veel herinneringen boven, zo fijn.
    Dankjewel daarvoor, fijne dag voor jou! X

  7. Sandra

    Ruwe bolster, blank pit, zo omschrijf ik deze mannen. En het is wat hiervoor al werd gezegd, gelukkig zijn er ook veel van deze positieve verhalen.

  8. rietepietz

    Heerlijk toch dat niet alleen jij zo’n positief verhaal hebt, in de reacties blijkt het dus gewoon véél vaker voor te komen. En ik sluit me aan bij die positiviteit want ook ik heb altijd tussen mannen gewerkt ( en nog)
    Ik werd en wordt niet in de watten gelegd en ben toch een soort “één van de jongens” . Dat ze nu geen ongewenste avances zullen maken snap ik ( 8 kruisje bij een vrouw is blijkbaar wat veel) maar ook vroeger nóóit geen nare dingen meegemaakt .

    1. Nicky Bericht auteur

      Omdat ik naar Amsterdam verhuisde. Ik kreeg als afscheidscadeau een navigatiesysteem ‘zodat ik altijd de weg terug kon vinden’. Zo lief!

  9. hemelsgroen

    Ik ervaar hetzelfde. Mannen zijn vaak schatten. Hoe harder ze onderling grappen en de boel opstoken, hoe hoffelijker lijkt het wel.

  10. Liesbethblogt

    Het is de manier waarop, ik heb op een locatie gewerkt (heb een mannenberoep trouwens) waar 1 collega iedereen knuffelde en een ander probeerde dat het je wist meteen dat het niet klopte. De manier, de houding, de blik hij kon het niet maken de ander wel. Het grote verschil is respect die ander was dol op mensen maar net een koe z’n staart hing altijd voor hetzelfde gat de ander deed leuk maar was het niet. De knuffelaar had respect voor iedereen dat is wat jij ook voelde, de ander deed alsof hij het had. Overigens geef mij maar een baan met heel veel mannen, vrouwen zijn achterbakse trollen.
    Een jonge mannelijke collega (die ook echt wel eens iets eruit flapt trouwens) zei je moet als man een vrouw niet willen snappen, vrouwen snappen elkaar en haten elkaar.

    1. Nicky Bericht auteur

      Ja, daar zeg je wel wat. Het ligt ook aan de manier waarop. Dat kan een groot verschil maken. Ik werk ook liever met mannen dan met (alleen maar) vrouwen.

  11. Deborah Hamar

    Wat een heerlijk blog en mooie ode aan je oude collega’s. Gelukkig is het niet alleen maar kommer en kwel. Er zijn zat positieve, mooie en “normale” (want wat is nu eenmaal normaal?) momenten en gebeurtenissen. Maar die zijn niet nieuwswaardig genoeg, blijkbaar. Gelukkig is er bloggend NL. Dit soort verhalen moeten we vaker onder de aandacht brengen als tegenhanger tegen alle (aangedikte, slechte en negatieve ) nieuwsberichten. <3

    1. Nicky Bericht auteur

      Het is een prachtig familiebedrijf. Redelijk groot (vijf vestigingen) maar iedereen was erg betrokken bij elkaar. Ik ben ervan overtuigd dat dat nog steeds zo is.

  12. LeidseGlibber

    Ik denk ook dat het aan je eigen opstelling ligt . Een ex collega van me heb ik een paar jaar geleden aan een kantoorbaan geholpen in een puur mannenbedrijf ( Riool.nl) Ze heeft het helemaal naar zin en wordt op handen gedragen. Komt denk ik vooral omdat ze niet op kantoor luncht maar gewoon tussen de mannen in de kantine.

    1. Nicky Bericht auteur

      Ja! Dat weet ik nog; stond je ineens voor de balie met een bos bloemen. Mooie herinneringen!

  13. Mevrouw Niekje

    Ik ben een aantal jaren secretaresse geweest bij diverse scheepvaartkantoren, alleen maar mannen op ene paar secretaresses en receptionistes na. Nooit vervelende dingen meegemaakt, Grappen waren soms wat schuin, maar nooit zo dat ik me ervoor schaamde of vernederd voelde. Ik denk juist dat die mannen het wel fijn vonden dat er vrouwen rondliepen die ervoor zorgden dat het allemaal netjes bleef. Die mannen hadden ook allemaal een moeder/zus/vrouw/vriendin/dochter en zouden zich vast ook heel ongemakkelijk gevoeld hebben als het wél ‘corpsballerig’ zou worden!

Reacties zijn gesloten.