Ergens vorig jaar wilde mijn moeder proberen of breien nog wilde lukken. We kochten breinaalden, wol en zelfs een mandje om haar breiwerk in te bewaren. Michelle hielp met steken opzetten en mijn moeder kon aan de slag. Maar het viel tegen. Door de artrose in haar handen lukte het niet echt en het breiwerkje lag te verstoffen in het mandje.
Afgelopen februari was mijn achternichtje jarig. Ze werd twee. En behalve mijn achternichtje is de kleine meid natuurlijk ook het achterkleinkind van mijn moeder. Toen ik bij mijn moeder op bezoek was, had ze haar breiwerk aan de kant gelegd en wachtte ze me op met het lege mandje.
“J*** was jarig en ze heeft een pop gekregen” zei mijn moeder. En met het lege mandje van het breiwerk op haar schoot keek ze me glunderend aan. “Nou had ik gedacht” vervolgde ze “dat ik van dit mandje een reiswiegje ga maken. Voor de pop van J***.” Breien lukte al niet, dus een reiswiegje maken leek mij iets te hoog gegrepen. “Heb jij schuimrubber?” vroeg mijn moeder onverstoorbaar. En ik antwoordde dat ik inderdaad nog wel een stukje schuimrubber had liggen.
Met haar broze vingers maakte mijn moeder een tekening op haar schoot. “Dan moet je het zo rond knippen. Dan past het precies in het mandje. En dan moet je een tijkje er om maken. En een dekentje en een lakentje.” Ze zag het al helemaal voor zich. “Ik zou dat snuitje van J***. wel eens willen zien!” straalde ze. En ik begreep dat het reiswiegje dat zíj zou willen maken in de praktijk door mij gemaakt zou moeten worden.
Nou ben ik de beroerdste niet en ook best handig; behalve met mijn naaimachine die door mij steevast de naaimachine from hell genoemd word. Maar ach, mijn moedertje had zoveel voorpret dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen om te weigeren. Ik nam het mandje mee naar huis en beloofde mijn moeder een reiswiegje te maken.
En eigenlijk ging het heel voorspoedig. Het schuimrubber liet zich simpel op maat knippen. En mijn naaimachine from hell had een hele goede dag. Of misschien heb ik eindelijk geheel per ongeluk uitgevogeld hoe dat ding goed gespannen moet worden. In elk geval was het een fluitje van een cent. Binnen een uur was het reiswiegje voor J***. klaar. Met een matrasje met een tijkje er om. En een kussentje, een lakentje en een dekentje.
Het reiswiegje staat klaar om mee te nemen naar mijn moeder. En ik heb mijn knutselspullen maar niet te ver opgeborgen. Mijn moeder heeft nóg elf achterkleinkinderen. Ik ben benieuwd wat ze nog meer wil gaan maken.