Categoriearchief: Huisdieren

Dierendag.

De hele A9 stond vast vanmorgen dus ik besloot er een thuiswerkdagje van te maken. Ik had net ingelogd toen mijn telefoon ging. Dochterlief belde vanaf haar vakantieadres in Italië. We whatsappen elkaar suf, de hele dag door. Maar bellen doen we haast nooit. Foute boel dus.

‘Hé,’ zeg ik voorzichtig als ik opneem. En Michelle valt met de deur in huis. ‘Mam, ik heb slecht nieuws’ zegt ze. Iets met Robby, schiet het door mijn hoofd. Of een ongeluk met hun huurauto. ‘Nanook is vermist bij de oppas. Sinds gisterenavond al’. Deja vù. Terug in de tijd naar 2016. Toen zaten Mich en Robby ook in Italië. Maar toen belde de oppas naar mij. Om te vertellen dat hun hondje Boefje was overleden. Ik was alleen op mijn werk, liep rondjes door het kantoor om moed te verzamelen om Michelle te bellen met het slechte nieuws. En toen ik belde, hoorde ik haar hartje breken. En er was niets wat ik kon doen.

Maar nu kan ik wél iets doen! Met de telefoon nog in mijn hand spring ik op en trek mijn schoenen aan. ‘Geef me het nummer van de oppas. Ik ga helpen zoeken!’ Mich appt het telefoonnummer en terwijl ik de oppas bel, trek ik mijn jas aan. Ze neemt vrijwel meteen op met alleen een gejaagd ‘Hallo?’ ‘Ben jij C?’ vraag ik. En voor ik kan zeggen, wie ik ben, begint C in de telefoon te schreeuwen. ‘Ze hebben haar gevonden! Ze is oké! Ze is oké! Ik ga haar nu ophalen!’ Van opluchting begin ik ook te schreeuwen. ‘Ga maar! Ik bel Mich! Ga maar snel! Ik bel je straks!’ En ik bel Mich om te vertellen dat Nanook gevonden is.

Mijn knieën knikken en ik pak eerst een bak koffie voor mezelf. Even bijkomen. En ik ben pas écht gerust als de eerste foto’s van Nanook via Whatsapp binnenkomen. Ze is het. Ze is het echt! En ze is oké. Later komen de verhalen. Dat Nanook altijd bij C in de buurt blijft maar ‘s avonds laat ineens een spurt nam via de voordeur die open stond. ‘En ze kan zo hard rennen!’ zegt C.

C heeft drie uur in haar pyjama door de wijk gefietst, roepend om Nanook. Ondertussen printte haar man posters uit, die ze overal ophingen. Daarna heeft C nog een halve nacht voor het huis van Michelle en Robby gezeten. In de hoop dat Nanook naar haar eigen huis zou lopen.

Ondertussen heeft iemand anders Nanook gevonden. Die persoon is rond blijven lopen met Nanook in de hoop haar baasje te vinden. Om kwart voor een ‘s nachts heeft ze Nook mee naar huis genomen zodat ze in elk geval veilig was. Ze plaatste een berichtje op Facebook, in de groep voor vermiste dieren in haar wijk. En de volgende dag zag ze overal de flyers hangen en belde ze C.

Er is niemand boos op de oppas, trouwens. Het kan altijd gebeuren dat een hond ontsnapt. En C heeft het prima gedaan. Ze heeft Nanook meteen als vermist opgegeven bij Amivedi en al die flyers opgehangen. Wat een horrornacht moet het geweest zijn voor haar, fietsend door het donker, wachtend voor een leeg huis en dan terug naar huis zonder hond. Eind goed, al goed gelukkig. Nookie is oké! Wat zal ze lekker slapen vannacht. Net als C en haar man.

Badderen.

Als puber paste ik regelmatig op mijn kleine neefjes en nichtjes. Dat deed ik graag, vooral omdat ik – als het grut sliep – lekker ging badderen in het huis van mijn broer of zus. Heerlijk vond ik dat! Toen al.

Toen ik eenmaal op mezelf woonde, ging ik jarenlang badkuip-loos door het leven. Dat ging prima, hoor. Maar ik vond het wel eens jammer. Tot een toenmalig vriendje zo lief was een badkuip voor me te installeren. Ik was de koning te rijk! Het was geen groot bad, maar ik vond het heerlijk. Vooral in de zomer met het badkamerraam wijd open. Ik heb jarenlang plezier gehad van mijn bad, tot ik hem ineens beu was en in een opwelling de badkuip eruit sloopte.

Toen ik bij Frank ging wonen, had hij een badkuip. En man, wat heb ik daar veel gebadderd! Ik kon úren in de badkuip liggen. Muziek aan, een boekje erbij. Onze Spike zittend op de badrand. En Frank die me chipjes kwam brengen of een wijntje serveerde. Hoe sjiek wil je het hebben? In het appartement waar ik nu woon, heb ik alleen een douche. En dat is prima. Maar soms heb ik zo’n enorme zin om in bad te gaan. Ik kan bij mijn dochter gaan badderen natuurlijk. Maar 40 minuten rijden om te badderen? Nee, laat maar.

Laatst liep ik in de plaatselijke Prijsmepper*. Ik dwaalde wat door de winkel en besloot net dat ik met lege handen het pand zou verlaten toen ik midden in een gangpad bijna struikelde over een stapel dozen. Het waren opblaasbare badkuipen. Nou heb ik die wel eens vaker gezien. En ik heb vaak geroepen dat ik er eentje zou kopen. Maar ik heb het nooit gedaan. En nu struikelde ik er bijna over.

Ik heb er nooit een gekocht omdat ik twijfelde of het wel wat zou zijn. Zou dat nou écht lekker badderen? En zou ik daar dan vaak gebruik van maken? Ik had geen zin om geld uit te geven aan iets wat alleen maar in de weg zou liggen en wat ik niet zou gebruiken. Maar deze Prijsmepper-badkuipen waren niet zo heel duur. Dus besloot ik er eentje mee te nemen. Om te proberen.

Vol verwachting blies ik die avond de badkuip op. Ik giechelde om de panterprint op de zijkant en om het ‘deksel’ wat je dicht kunt ritsen om het water warm te houden. Er zitten zelfs uitsparingen in voor een drankje! Voorzichtig ging ik in het nog lege bad zitten. Het bad is niet groot, maar dat ben ik ook niet dus het paste. Daarna liet ik het bad vol lopen. Of nou ja, vol. Echt vol hoeft zo’n klein badje natuurlijk niet. Want waar ik zit, kan geen water zitten en er is best veel van mij. Wat kostentechnisch heel gunstig is natuurlijk.

En verhip! Het badderde eigenlijk best lekker. Of in elk geval lekker genoeg! De volgende uitdaging was het leeg laten lopen van het bad. Ik was bang dat ik zo’n soort vloedgolf in de badkamer zou krijgen waarbij het water zó over de drempel de hal in zou lopen. Maar het water liep rustig weg, door het afvoerslangetje zo het putje in. Niks vloedgolf. Niks overstroming. Niks aan het handje. Daarna liet ik mijn bad drogen en leeglopen en daarna borg ik hem op onder mijn bed waar nog nét een plekje vrij was.

Kortom; mijn experiment is geslaagd! Ik kan weer badderen.
En ach.. het is maar goed dat Spike er niet meer is.
Een kat op de badrand van dít bad lijkt me niet zo’n succes.

  • Voor wie Prijsmepper niet kent: als je denkt dat Kruidvat bende verkoopt, dan moet je eens bij Prijsmepper kijken. Bij Prijsmepper verkopen ze bende die zelfs bij het Kruidvat niet verkoopbaar bleek.

2021 – Een jaar in beeld

2021 was het tweede coronajaar. En ook het jaar dat mijn oude moedertje moest verhuizen naar een zorgcentrum. Waar ze eerst in quarantaine moest en ik haar volledig ingepakt bezocht. 2021 was ook het jaar van sneeuw. Heel veel sneeuw. Gelukkig was 2021 ook het jaar van thuiswerken. Lekker bij de verwarming met Spike altijd bij me in de buurt, tot hij in juni overleed. Wat wordt-ie gemist. 💔

2021 was het jaar van veel wandelingen. Vooral op het strand. Soms alleen en soms met vrienden. Het was het jaar van weinig bezoek en weinig uitjes. Behalve dan die avond dat Michelle en ik naar de musical Aladdin gingen. En we gingen alwéér niet naar Dublin dit jaar maar naar Breda, waar we samen een drankje deden in wat ooit mijn stamkroeg was. ❤️

2021 was het jaar dat mijn moeder ziek werd en bijna dood ging. Tot ze besloot dat toch maar niet te doen en wonderbaarlijk weer genas. Ze verloor drie kilo lichaamsgewicht maar ze behield haar gevoel voor humor. 2021 was het jaar dat ze Moederdag bij ons vierde en wij Kerst bij haar. 2021 was het jaar dat ik haar voor het eerst in anderhalf tijd eindelijk weer een knuffel kon geven. En mijn dochter dat vastlegde op video. ❤️

2021 was ook het jaar waarin Michelle veel turnde. En mij de filmpjes stuurde van haar capriolen. Gelukkig maar! Ze vrolijken mijn filmpjes behoorlijk op. Thank, mop! 😘

Maar 2021 was vooral het jaar van grote beslissingen, van twijfel, van stress. Maar ook van weten dat het goed is zo. En dat het beter wordt. In 2022. Ik heb er zin in! 🎉

Ik wens jullie een hele fijne jaarwisseling en een gelukkig en gezond 2022.
Maak er iets moois van! 😘

 

1003

Ik ben mijn weblog begonnen toen ik van de verkering een digitale camera cadeau kreeg. Ik was als een kind zo blij! En ik kreeg meteen het fan-tas-tische idee om een website te maken over mijn dochter. Dan kon haar familie aan de andere kant van het land ook lezen hoe het met haar ging. Daar begon het mee. En het had iets magisch. Dat je een stukje typte, hier en daar wat klikte. En bam! Dan stond het op internet. Ik had zo’n enorme computer nog, met een beeldscherm met zo’n grote toeter aan de achterkant. Hij stond in de kast onder trap, zodat ik als een soort Harry Potter mijn verhaaltjes typte. Avonden aan een stuk. 

Ik vond het zo geweldig dat ik iedere dag wel iets schreef. En als ik niks wist te verzinnen, dan plaatste ik gewoon een mop. Ik rommelde maar wat aan en strooide lustig met bewegende gifjes, gejatte plaatjes en allerlei andere ongein. Voor de familie, dacht ik. Ik viel dan ook bijna van mijn stoel van schrik toen de eerste reactie van een vreemde binnen kwam en ik me ineens realiseerde dat iedereen mee kon lezen. Maar erg veel kon me dat eigenlijk niet schelen. Ik was in de veronderstelling dat er nauwelijks mensen zouden zijn, die de moeite namen mijn stukjes te lezen.

Toch kwamen er vaker reacties binnen van vreemden. Sterker nog; in de loop der jaren heeft er een ware verschuiving plaats gevonden. Mijn familie leest wel (Hoi! 🙋‍♀️) maar reageert amper. De reacties komen nu van ‘vreemden’ die op een of andere manier op mijn weblog terecht gekomen zijn en nooit meer weg zijn gegaan. Door het over en weer lezen van elkaars logjes ontstond een soort vriendschap met mensen in binnen- en buitenland die ik niet eens écht ken. Maar je leest zo veel over elkaar. Over werk, over kinderen, over huisdieren. Over wat hen bezig houdt en hoe ze over dingen denken. Dat maakt dat je die vreemde mensen toch best goed leert kennen.

En héb je er ook wat aan? Ja, ik vind van wel. Mijn weblog is voor mij een soort dagboek. Soms dwaal ik door mijn eigen archief en kom ik dingen tegen die ik eigenlijk allang vergeten was. Of ik probeer me te herinneren wanneer iets ook alweer gebeurde. Dan is de zoekfunctie op mijn weblog een uitkomst! Bovendien heb ik al meerdere malen gemerkt hoe hartverwarmend de reacties zijn als er iets tegenzit in het leven. De steun als er grote rampen gebeuren, doet echt goed en de felicitaties van mijn lezers als er iets te vieren valt, maken het feest pas echt compleet.

Daarnaast vind ik het heel leerzaam. Het kan nooit kwaad om te lezen hoe andere mensen over dingen denken. En dingen soms vanuit een ander standpunt zien. En je steekt er ook nog eens wat van op. Want door het jarenlang gepruts met mijn eigen weblog, ben ik binnen het mini-bedrijfje waar ik werk, de enige die onze website bij kan houden. Als ze me ooit durven te ontslaan, zet ik gewoon onze bedrijfspagina op zwart. Ha! Wie had dat ooit gedacht, toen ik in 2005 mijn eerste mop op internet plaatste!

Mijn manier van schrijven is veranderd, de afgelopen jaren. Ik plaats geen moppen meer. Soms schrijf ik wel eens iets met inhoud (kuch). Maar als ik echt niks te melden heb, houd ik gewoon mijn mond. Ook jat ik geen plaatjes meer. Ik maak alle foto’s zelf. Soms slecht, soms goed. Maar ze zijn allemaal van mij. Over privacy heb ik me nooit zo druk gemaakt. Ik roep nog steeds bij alles ‘Ach, die paar lezers die ik heb’. Bovendien kennen jullie mij (en mijn hele familie) allemaal al zo lang! Goede vrienden onder elkaar en zo, toch?

Statistieken, zoekwoorden en al dat soort dingen, daar doe ik niet aan. Ik hoef niet zo nodig heel veel lezers. Ik ben blij met het kleine groepje trouwe lezers dat ik heb. Dus kijk ik eigenlijk nooit naar de cijfertjes achter mijn weblog.  Ergens begin 2020 dacht ik nog wel “Hé! In maart bestaat mijn weblog 15 jaar!”. Het leek me een goed idee om daar een logje over te schrijven. Dat idee verdween ook meteen weer en pas halverwege juni of dacht ik er weer aan. Te laat! Gemiste kans.

Dit jaar zag ik de teller van gepubliceerde logjes langzaam richting de 1000 kruipen. Ook leuk!
“Dan schrijf ik dáár een logje over!” dacht ik.

Guess what? Weer vergeten.
Dus, nou ja. Hier is-ie dan! Logje 1003. Hoera!

En dank jullie wel voor het achterlaten van 8.395 lieve, leuke, grappige en mooie reacties!
Die maken het pas écht de moeite waard! ❤️

*bijschrift bij de foto: mijn computerhok in 2005.  Toen ik nog een echt beeldscherm had. En een hond. En sigaretten.