Categoriearchief: DIY

Next!

In het wilde plan om voor al mijn moeders achterkleinkinderen een verjaardagscadeautje te knutselen, diende zich – na de poppenwieg en de quietboekjes – al snel een volgende verjaardag aan. Deze keer was mijn achternichtje I. jarig. En uit wel ingerichte bron, hoorde ik dat ze dol is op eenhoorns. Nou, toen was de keuze snel gemaakt! Het zou een eenhoorn-stokpaardje worden.

En ik had er zin in! Want na dat wekenlange gepruts aan de quietboekjes, leek dit projectje een fluitje van een cent. Vooral omdat mijn naaimachine from hell en ik de laatste tijd behoorlijk naar elkaar toegegroeid zijn. Sterker nog; we kunnen het prima met elkaar vinden. Ik rommelde door mijn knutselspullen en bleek bijna alles op voorraad te hebben. Wit katoen, roze stof, gekleurde wol en zwart vilt. Ik kocht een bezemsteel en een piepschuimbol. Toen had ik alleen nog een stukje lycra nodig. Een klein stukje lycra… Waar haalde ik dat vandaan?

In mijn hoofd werd meteen de link gelegd met turnen. Jarenlang waste ik de wedstrijdpakjes van mijn turnkind. En die pakjes waren gemaakt van… Juist! Lycra. Dus vroeg ik dochterlief of zij nog iemand in haar omgeving had die turnpakjes maakt. En dat had ze! Haar turnmaatje/vriendin én toevallig bijna buurmeisje Mireille was zo lief mij – helemaal gratis – een stukje lycra te leveren. En toen kon ik aan de slag. En inderdaad; het was een fluitje van een cent!

Afgelopen zaterdag gingen mijn moeder en ik het cadeautje naar I. brengen. Een beetje verlegen pakte ze het cadeautje uit. En ik moet eerlijk zeggen dat ze behoorlijk verrukt keek bij het zien van de eenhoorn. Ach, dat snuitje! Het was lekker weer, de deur naar de tuin stond open en I. galoppeerde meteen met haar eenhoorn de tuin in. Moe gegaloppeerd kroop ze even later op de bank. Met haar eenhoorn, die ook nog eens een prima kussen bleek.

Mocht je ook een eenhoorn-stokpaardje willen; het patroon vind je hier.

Volgende project.

Het poppenwiegje dat mijn moeder bedacht had voor haar achterkleindochter is inmiddels overhandigd. En wat een succes was het! Het wiegje stond eerst een tijdje bij mijn moeder op haar kamer in het zorgcentrum waar het uitgebreid bekeken werd door de zorgmedewerkers. ‘Ze vinden het allemaal zó mooi’ vertelde mijn moeder blij. We kochten nog een pop voor in het wiegje en organiseerden een lunch bij mijn broer om het wiegje aan achterkleinkind J. te overhandigen. Ze vond het prachtig en mijn moeder genoot.

Tijd voor het volgende project. Want er zijn nog meer achterkleinkinderen. En mijn moeder en ik hebben het onszelf extreem moeilijk gemaakt want het moeten zelf gemaakte cadeautjes zijn. Dus googelde ik op ‘DIY cadeau vier jaar’ en kwam een quietbook tegen. Een quietbook is een boekje gemaakt van vilt om kinderen een tijdje bezig te houden. Dat ze even lekker quiet zijn, zeg maar. En ik was meteen enthousiast. Dat moest het worden! Ik verzamelde ideetjes op internet, kocht vilt en ging aan de slag.

Mijn eettafel was wekenlang een soort atelier, vol met lapjes vilt en klosjes garen. Ik bleef naar de winkel rennen voor klittenband, knoopjes, drukkers en lintjes. ‘Zeg maar wat het kost’ riep mijn moeder ‘want ik betaal het’. Maar ergens bij mijn 48ste tochtje naar de winkel was ik het spoor bijster van wat ik al uitgegeven had. En dan reken ik mijn uurloon nog niets eens.

Want wat een werk was het! Omdat ik mijn prille relatie met de naaimachine niet op het spel wilde zetten, besloot ik het boekje met de hand te maken. Ook omdat ik verschillende kleuren garen gebruikte. Het leek me enorm onhandig om steeds de naaimachine in te spannen met een andere kleur garen. Weken zat ik te prutsen tot ik de blaren op mijn vingers had. Maar eindelijk was het boekje klaar!

Er is alleen één klein dingetje. Één klein detail. Het jongetje voor wie dit boekje is, is er eentje van een tweeling. En zijn broer krijgt natuurlijk ook een boekje. Dus voorlopig ben ik nog wel even zoet.

Nog elf te gaan.

Ergens vorig jaar wilde mijn moeder proberen of breien nog wilde lukken. We kochten breinaalden, wol en zelfs een mandje om haar breiwerk in te bewaren. Michelle hielp met steken opzetten en mijn moeder kon aan de slag. Maar het viel tegen. Door de artrose in haar handen lukte het niet echt en het breiwerkje lag te verstoffen in het mandje.

Afgelopen februari was mijn achternichtje jarig. Ze werd twee. En behalve mijn achternichtje is de kleine meid natuurlijk ook het achterkleinkind van mijn moeder. Toen ik bij mijn moeder op bezoek was, had ze haar breiwerk aan de kant gelegd en wachtte ze me op met het lege mandje.

“J*** was jarig en ze heeft een pop gekregen” zei mijn moeder. En met het lege mandje van het breiwerk op haar schoot keek ze me glunderend aan. “Nou had ik gedacht” vervolgde ze “dat ik van dit mandje een reiswiegje ga maken. Voor de pop van J***.” Breien lukte al niet, dus een reiswiegje maken leek mij iets te hoog gegrepen. “Heb jij schuimrubber?” vroeg mijn moeder onverstoorbaar. En ik antwoordde dat ik inderdaad nog wel een stukje schuimrubber had liggen. 

Met haar broze vingers maakte mijn moeder een tekening op haar schoot. “Dan moet je het zo rond knippen. Dan past het precies in het mandje. En dan moet je een tijkje er om maken. En een dekentje en een lakentje.” Ze zag het al helemaal voor zich. “Ik zou dat snuitje van J***. wel eens willen zien!” straalde ze. En ik begreep dat het reiswiegje dat zíj zou willen maken in de praktijk door mij gemaakt zou moeten worden. 

Nou ben ik de beroerdste niet en ook best handig; behalve met mijn naaimachine die door mij steevast de naaimachine from hell genoemd word. Maar ach, mijn moedertje had zoveel voorpret dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen om te weigeren. Ik nam het mandje mee naar huis en beloofde mijn moeder een reiswiegje te maken.

En eigenlijk ging het heel voorspoedig. Het schuimrubber liet zich simpel op maat knippen. En mijn naaimachine from hell had een hele goede dag. Of misschien heb ik eindelijk geheel per ongeluk uitgevogeld hoe dat ding goed gespannen moet worden. In elk geval was het een fluitje van een cent. Binnen een uur was het reiswiegje voor J***. klaar. Met een matrasje met een tijkje er om. En een kussentje, een lakentje en een dekentje. 

Het reiswiegje staat klaar om mee te nemen naar mijn moeder. En ik heb mijn knutselspullen maar niet te ver opgeborgen. Mijn moeder heeft nóg elf achterkleinkinderen. Ik ben benieuwd wat ze nog meer wil gaan maken. 

 

Duur lesje.

Toen we in maart 2020 voor het eerst in lockdown gingen, besloot ik al die extra vrije tijd eens nuttig te besteden. Of nuttig? Liever gezegd: leuk! Ik verheugde me er op om eindelijk weer eens tijd te hebben voor een hobby die ik had laten versloffen. Tekenen! Want ik teken graag maar ik heb er te weinig tijd voor.

Ooit bestelde ik een tekencursus bij een of andere thuisstudie-organisatie. Wild enthousiast werd ik van de mooie tekenspulletjes die ik thuisgestuurd kreeg. Zulke mooie tekenspullen had ik nog nooit gehad! Ik bekeek alles uitgebreid en borg mijn nieuwe schatten vervolgens zorgvuldig op in een la. Om ze er nooit meer uit te halen. Ik heb niet één huiswerkopdracht ingestuurd.

Maar tijdens de lockdown zou ik echt weer gaan tekenen! Echt! Ik besloot het serieus aan te pakken en volgde, voor één euro, een proefles bij de Tekenclub. Voor de duidelijkheid: dat is geen club van vieze beestjes maar een site waar je online tekenlessen kunt volgen. Dus met een filmpje van een tekenles op de achtergrond zat ik, voor het eerst in jaren, weer eens te tekenen. Het filmpje bekeek ik eerlijk gezegd amper. Ik luisterde hoe de lerares haar kleuren bij elkaar zocht en deed gewoon hetzelfde. En daarna tekende ik. Zonder naar de les te kijken. Maar ik vond het wel heel zen om terwijl ik zelf zat te tekenen, te luisteren naar iemand anders die ook zat te tekenen.

Een abonnement bij de Tekenclub kost € 10,- per maand. Dan kun je inloggen wanneer je maar wil en allerlei online lessen bekijken. Ik was best bereid dat bedrag aan mezelf te besteden en sloot een lidmaatschap af. En, omdat ik mezelf ken, plande ik elke week een teken-avond in. Die eerste maandagavond volgde ik een online les. En ja, dat was leuk. Ik zat braaf weer een avond te tekenen met het geklets van de juf op de achtergrond. Heel gezellig, zo samen tekenen.

Maar tot mijn grote schande moet ik bekennen dat het daarbij bleef. Ik heb zelfs nooit meer ingelogd. De tekening waar ik mee bezig was, heb ik in mijn uppie afgemaakt in drie avonden. Met het geklets van de televisie op de achtergrond. Dat bleek ook te werken. En toen heb ik mijn abonnement bij de Tekenclub opgezegd. Na dertien maanden en twee lessen. Hopla! € 130,- down the drain.

Een duur lesje. Maar wat heb ik nu geleerd? Dat ik geen tekencursus nodig heb. Want ik kan al tekenen. Ik moet er alleen even voor gaan zitten. Want daar gaat het mis bij mij: Er Voor Gaan Zitten. Ik vraag me af of daar niet een online cursus voor is. Dan meld ik me aan. Meteen!